Direct naar artikelinhoud
Opinie

De ouderenzorg is niet gebaat bij de losse flodders van D66 en VVD

Een oudere vrouw leert omgaan met een spelcomputer van Nintendo.Beeld ANP

Het idee voor deeltijdverpleeghuizen is bepaald niet nieuw. Bovendien is er veel meer nodig om kwetsbare ouderen langer thuis te laten wonen, meent hoogleraar ouderengeneeskunde Jos Schols, verbonden aan de Universiteit Maastricht.   

Het door D66 en VVD omarmde idee om deeltijdverpleeghuizen te realiseren is een voorbeeld van oude wijn in nieuwe zakken.

In de tijd dat we zowel verpleeg- als verzorgingshuizen hadden, bestond daarnaast een scala aan tijdelijke voorzieningen of opvangmogelijkheden voor hulpbehoevende ouderen. Tijdelijke opname in verzorgingshuizen, vakantieopnames in verpleeghuizen, periodieke dagopvang, dagopvang en zelfs alleen nachtopvang: dit alles behoorde tot de mogelijkheden. Zorg op maat dus, zowel voor de oudere als voor diens mantelzorgers, die zo weer even op verhaal konden komen.

Deze ‘respijtvoorzieningen’ werden ook toen gebruikt om de stap naar definitieve opname in het verpleeghuis voor te bereiden. Of het ging om tijdelijke zorg in het kader van herstel na ziekenhuisopname. Of men wilde de oudere observeren, bijvoorbeeld om een gepast advies te kunnen geven ten aanzien van een veiliger verblijf thuis.

Dat dergelijke opvangmogelijkheden echt op maat ingezet moeten worden is ook al lang bekend. Een deeltijdverpleeghuis, nachtopvang of wat dan ook werkt immers niet voor elke oudere. Ouderen met dementie kunnen er juist elke keer opnieuw door van slag raken.

Onduidelijkheid

Wat nu als nieuw gepresenteerd wordt, was er in het verleden dus al. Maar veel ervan is sinds 2015 verdwenen door de in gang gezette transitie van de ouderenzorg, die veel te snel heeft plaatsgevonden. Het rücksichtslos sluiten van veel verzorgingshuizen en de onduidelijkheid over wie moet voorzien in tijdelijke opvang en vooral ook wie die opvang moet betalen, hebben ertoe geleid dat niemand meer weet of en waar bedden voor kortdurend verblijf beschikbaar zijn. Ook de oneigenlijke druk op de ziekenhuisbedden en een tekort aan respijtzorgmogelijkheden komen voort uit die te snelle overgang van de ouderenzorg.

We zoeken nu weer oplossingen volgens het principe van ‘het wiel opnieuw uitvinden’

Voor al deze problemen zijn we nu weer oplossingen aan het zoeken volgens het principe van ‘het wiel opnieuw uitvinden’. Wat is het toch jammer dat het in de geschiedenis van onze langdurige zorg altijd zo moet gaan. Maar soms helpt het plakken van pleisters als noodverband wel.

Ondertussen vordert het zo wenselijke traject in de richting van een meer proactieve ouderenzorg maar traag. Het langer thuis blijven van kwetsbare ouderen, onder wie mensen met dementie, vraagt om een vertrouwenwekkende zorg- en dienstverlening, afgestemd op de behoeften van de zorgvragers en hun omgeving zelf. Een zorg- en dienstverlening die voor hen niet te ingewikkeld en fragmentarisch is, maar vooral herkenbaar en steunend. Een zorg- en dienstverlening die zijn basis en continuïteit vindt in een veilige buurt, met oplettende en behulpzame buren en buurtbewoners. Aangevuld met een bij de buurt passend sociaal wijkteam dat zijn zorgaanbod waar nodig nauw afstemt met de huisarts en de wijkverpleegkundige. Zij vormen het kernteam in de eerstelijnszorg dat het sociale wijkteam completeert.

Integrale zorg

Het geheel kan werken als een integraal wijkteam dat indien nodig door andere professionals (en vooral niet te veel verschillende) extra ondersteund kan worden. Denk aan deskundigen van de ambulante GGZ bij dementie, of aan de specialist ouderengeneeskunde uit het verpleeghuis bij complexe medische en zorgproblemen thuis.

De mogelijkheid van, op maat ingezette, tijdelijke opnamemogelijkheden heeft in een dergelijke ouderenzorg uiteraard ook een logische plek, maar dan als onderdeel van een integrale zorgverlening en niet als losse flodder. Juist met zo’n integrale ouderenzorg kunnen kwetsbare ouderen langer op een voor hen prettige wijze thuis blijven wonen.

Jos Schols is hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit Maastricht

Voor meer opiniestukken kunt u terecht op www.trouw.nl/opinie