Direct naar artikelinhoud

Italië stevent af op een lastige formatie

Verkiezingsposters in Milaan.Beeld AFP

Vandaag kiezen de Italianen een nieuw parlement, met voor de eerste keer een nieuw kiessysteem: een derde van de zetels gaat naar de winnaars in kiesdistricten en tweederde van de zetels wordt verdeeld via evenredige vertegenwoordiging. Dat maakt de uiteindelijke zetelverdeling moeilijk te voorspellen.

Experts hebben berekend dat een partij of coalitie ongeveer 40 procent van de stemmen nodig heeft om een meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden en de Senaat te krijgen. De rechtse lijstverbinding onder aanvoering van Silvio Berlusconi (die bestaat uit zijn Forza Italia, de extreem-rechtse Lega en de ex-fascistische Broeders van Italië) is de enige die daar kans op maakt. Maar opiniepeilers verwachten niet dat dit gebeurt: ze voorspellen dat deze coalitie op 37 procent blijft steken.

Het ziet er naar uit dat geen van de drie gegadigden voldoende zetels binnensleept

De anti-systeempartij Vijfsterrenbeweging wordt waarschijnlijk de grootste, met bijna 30 procent van de stemmen. De centrum-linkse Democratische Partij, die de afgelopen vijf jaar heeft geregeerd, stond bij de laatste peilingen op 24 procent.

Het ziet er dus naar uit dat geen van deze drie gegadigden voldoende zetels binnensleept. Dan moet er een coalitieregering komen en dat wordt een lastige opdracht. Een combinatie van Forza Italia en de Democratische Partij zou theoretisch kunnen, net als eentje van de Vijfsterrenbeweging samen met de Lega. Deze laatste twee partijen hebben gemeen dat ze eurosceptisch zijn, de pensioenleeftijd willen verlagen en ze denken min of meer hetzelfde over immigratie. Die coalitie zou een nachtmerrie voor de EU-partners zijn. Beide coalitie-opties vallen slecht bij de betrokken partijen. Dat betekent veel werk aan de winkel voor president Sergio Mattarella, die de formatie in goede banen moet leiden.

Italië kruipt langzaam uit de crisis

De centrum-linkse Partito Democratico (PD) van Matteo Renzi heeft vijf jaar geregeerd, samen met een klein rechtser partijtje. In 2013, toen de sociaal-democraten aantraden, zat Italië nog middenin een economische crisis. Daar komt het land nu voorzichtig uit, met in 2017 een groei van 1,4 procent en een voor 2018 voorspelde groei van 1,5 procent. Renzi verkoopt dit als een verdienste van de regering, maar veel economen zeggen dat Italië vooral meelift op de hardere groei van de EU en andere exportlanden.

De werkloosheid is met 11 procent nog altijd hoog, die onder jongeren is ruim 30 procent. De meeste Italianen hebben dan ook nog helemaal niet het gevoel dat het beter gaat. Ze verdienen met zijn allen ook minder dan voor de crisis. Vandaar dat de partijen die tijdens deze campagne allerlei belastingenverlagingen beloofden, goed scoren. En mede door de aanhoudende economische malaise zijn de bootmigranten steeds minder welkom. Immigratie was een belangrijk thema. Alle partijen hebben beloofd om veel meer illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten.

Lees ook:

Bijna de helft van de jonge Italianen zegt niet te gaan stemmen. Ze voelen zich bij de parlementsverkiezingen door geen enkele politieke partij vertegenwoordigd. Op hun beurt jagen de partijen vooral op grijze stemmers.

Het vroegere Lega Nord, dat streed voor een onafhankelijk noord-Italië, verlegt nu als 'Lega' zijn terrein naar het voorheen zo verguisde zuiden. 'We zijn allemaal Italianen.'

Bij de verkiezingen in Italië zal links klappen krijgen. De stemming wordt beheerst door de immigratiecrisis. Het 'linkse' dorpje Castellaccia is overspoeld door asielzoekers en voelt zich 'genaaid' door Rome.