Leeuwinnen in blessuretijd langs Denemarken

Het duel in de Portugese stad Vila Real de Santo António was een herhaling van de EK-finale van vorig jaar in Enschede, toen Oranje de titel veroverde (4-2). Van de elf Nederlandse voetbalsters die toen in de basis stonden, verscheen nu alleen Desiree van Lunteren aan de aftrap.

Twee dagen na de gewonnen openingswedstrijd op de Algarve Cup tegen Japan (6-2) besloot Wiegman een volledig nieuwe ploeg het veld in te sturen. Keepster Jennifer Vreugdenhil (Valencia) en de pas net opgeroepen Cheyenne van den Goorbergh (FC Twente) debuteerden als basiskracht bij de Europees kampioen.

De Deense aanvoerster Pernille Harder kon in de negentiende minuut ongehinderd de 1-0 binnen schieten. Nadat Ellen Jansen een enorme kans op de openingstreffer had verprutst, luisterde Van den Goorbergh haar debuut op met een doelpunt. De twintigjarige middenveldster kreeg een afgeslagen hoekschop voor haar voeten en schoot de bal in de kruising.

Drie minuten later nam Denemarken opnieuw de leiding. Wiegman bracht na een uur spelen onder anderen Jackie Groenen en Jill Roord in, even later ook gevolgd door Lieke Martens. De aanvalster van FC Barcelona, gekozen tot beste voetbalster van de wereld, had amper drie minuten nodig om de gelijkmaker binnen te koppen. In de slotfase werd een Deense met rood van het veld gestuurd, waarna Oranje uit een hoekschop toch nog de winst pakte. Via twee Deense speelsters vloog de bal in het doel.