Direct naar artikelinhoud
OPINIE

Het is tijd om de aanpak van het lerarentekort tot ‘chefsache’ te verklaren

Een leraar geeft uitleg aan de klas op een digitaal schoolbord.Beeld Lex van Lieshout, ANP

Plaats de aanpak van het docententekort onder directe regie van de premier, bepleit Dave Ensberg-Kleijkers, voorzitter van het college van bestuur van de Stichting Biezonderwijs.

Zo’n tweeënhalf jaar geleden was Nederland in rep en roep over de vluchtelingencrisis. De onrust rondom de komst van een groep asielzoekers naar het dorpje Oranje bracht premier Rutte ertoe om publiekelijk op te roepen de rust in het land te bewaren. De aanpak van de vluchtelingencrisis was niet alleen een zaak van de staatssecretaris. Rutte zat er hoogstpersoonlijk bovenop, want dit was immers ‘chefsache’. Om eraan toe te voegen: “De chef is nooit afwezig. Zelfs als hij op reis is, houdt hij telefonisch voortdurend de regie.” Anno 2018 neemt het lerarentekort in ons land astronomische proporties aan en vormt het een bedreiging voor de toekomst van het funderend onderwijs. En dat kan vele ongewenste gevolgen hebben. Tijd om de aanpak van het lerarentekort ook tot ‘chefsache’ te verklaren.

Andere onderwijsnormen

Onlangs betoogde vakbondsbestuurder Eugenie Stolk van de Algemene Onderwijsbond dat de ambtenaren van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen geen probleem zien in het lerarentekort. “Al jaren schermt men op het ministerie van met een scenario waarbij structureel tien tot vijftien procent minder leraren worden ingezet in het primair onderwijs. Dat moet dan worden opgevangen met andere onderwijsvormen en meer ondersteuners. Het reddingsplan van Rutte III – werkdrukbestrijding als zwaartepunt en salarisherstel als bijzaak – brengt dit scenario nabij.”

Als werkgever in het onderwijs kan ik nauwelijks aan voldoende leraren komen

Of Stolk nu wel of geen gelijk heeft, het kabinet heeft de schijn tegen. Het woord ‘lerarentekort’ ontbreekt volkomen in het regeerakkoord van Rutte III. Op de site van het ministerie staat dat het lerarentekort in alleen al het primair onderwijs in het jaar 2020 oploopt naar 4.000 fte. “En dat als we niets doen, dit tekort in 2025 oploopt naar 10.000 fte”, vullen de Haagse ambtenaren aan.

Eerlijk gezegd voelt het in onze onderwijspraktijk in Tilburg nu al alsof het 2025 is. Als werkgever voor primair en voortgezet onderwijs kan ik nauwelijks aan voldoende en voldoende goed personeel komen. Onze vacatures staan steeds langer open. Blijven soms maandenlang onbeantwoord. Als gevolg daarvan worden groepen soms groter, neemt de werkdruk van collega’s die er wél zijn toe en zie ik ook het ziekteverzuim ongewenst en onacceptabel grote proporties aannemen. Sommige van onze scholen hebben een ziekteverzuimpercentage van meer dan 10 procent.

Logisch

Het zijn onze leraren (en andere collega’s) die de kwaliteit van ons onderwijs bepalen. Als er onvoldoende mensen zijn om ons werk te doen, is het logisch dat de kwaliteit op termijn ook achteruitgaat. Waardoor kinderen en jongeren zich niet optimaal kunnen ontwikkelen. Met alle gevolgen van dien voor onze samenleving en (kennis)economie. Een land als Nederland kan zich niet veroorloven om een suboptimaal opgeleide beroepsbevolking te hebben. Niet goed voor het welzijn van individuen en daarmee niet voor ons als collectief. Bovendien ook niet goed voor onze welvaart. En zo raakt het lerarentekort op termijn het gehele land en vrijwel iedere vezel van onze samenleving.

Redenen te meer om de aanpak van het lerarentekort in het funderend onderwijs onder de directe regie van premier Rutte te plaatsen. Niet dat dat zaligmakend is, de goede man kan immers geen ijzer met handen breken, maar de symbolische uitstraling van zo’n daad is wel ijzersterk en vertrouwenwekkend. Rutte kan hierin uiteraard blijven samenwerken met minister Slob, om gezamenlijk met de gehele onderwijssector tot een stevig en meerjarig deltaplan te komen. Een plan met maatregelen voor de zowel korte als (middel)lange termijn. Zodat ik als onderwijswerkgever binnenkort weer voldoende goede leerkrachten in huis heb en de kinderen en jongeren kunnen blijven rekenen op een bevlogen en kundige juf of meester.

Lees ook: Een snuffelstudie moet helpen tegen het lerarentekort. Studenten van hogescholen en universiteiten kunnen een educatieve minor van zes maanden volgen.