Direct naar artikelinhoud
Syrië

Syrische burgers: "Na de bommenregen zal Assad ons allemaal afmaken"

De verwoesting van het door Artsen Zonder Grenzen ondersteunde ziekenhuis in Saraqeb is compleet.Beeld AFP

Veel Syrische vluchtelingen in België zijn afkomstig van de stad Saraqeb, een van de laatste bastions van het anti-Assad-verzet. Al twee weken wordt de stad onophoudelijk gebombardeerd. "Wij vrezen dat het Syrische leger de stad in zal trekken en een groot deel van de burgerbevolking zal afslachten."

De Syrische broers Iyas en Hasan Kaadouni zitten in hun appartementje in Gent, maar met hun hoofd en hart zijn ze in hun thuisstad Saraqeb, die al twee weken onophoudelijk wordt gebombardeerd door Syrische en Russische straaljagers. Bijna elke minuut lopen via hun smartphones en iPad onheilsberichten binnen van hun ouders, broers en vrienden die melden dat weer enkele huizen zijn platgebombardeerd en dat er doden zijn gevallen. Er vielen al meer dan honderd doden, elke dag komen er bij.

“Om het halfuur is er een luchtaanval”, zegt Iyas. “Bijna in realtime zien we de bommen op onze stad en onze wijk vallen. En vervolgens beginnen onze smartphones te rinkelen en te trillen: opnieuw een huis plat, opnieuw een dode. Het is zo ver gekomen dat we mensen bellen om hen te feliciteren omdat ze ‘enkel maar’ hun huis verloren maar zelf nog in leven zijn.”

'Bijna in realtime zien we de bommen op onze stad en onze wijk vallen'
Iyas Kaadouni

Moment van de wraak

Voor de Syrische president Assad is Saraqeb met zijn 50.000 inwoners zowel een symbolische als een bijzonder strategische stad. Zeven jaar geleden was het een van de eerste Syrische verzetssteden. Na hevige gevechten konden de rebellen van het Vrije Syrische Leger het regeringsleger verdrijven. Sindsdien zijn veel van de gematigde opposanten vertrokken en wordt de omgeving van de stad gecontroleerd door het radicale Al-Nusra-front. Wat maakt dat de burgerbevolking tussen hamer en aanbeeld is terechtgekomen.

Iyas en Hasan Kaadouni volgen via hun smartphone vanuit Gent wat er gebeurt in hun geboortestad in Syrië. 'Assad wil Saraqeb met de grond gelijkmaken.'Beeld Bas Bogaerts

“Maar nu is voor Assad het moment van de wraak gekomen”, zegt Iyas. “Nu hij Islamitische Staat heeft verslagen, heeft hij de handen vrij om Saraqeb met de grond gelijk te maken. Wij vrezen dat het Syrische leger en enkele regeringsgezinde milities na de bommenregen de stad in zullen trekken en een groot deel van de burgerbevolking zullen afslachten.”

Saraqeb ligt op het kruispunt van de belangrijke autoweg tussen Damascus en Aleppo en is eigenlijk dat laatste stad die Assad nog moet veroveren. Als de president Saraqeb kan buitmaken, is de oorlog de facto afgelopen en mag hij zich de grote overwinnaar noemen.

'Eigenlijk heb ik niet veel te vertellen. Ik ben mijn vrouw, drie van mijn jongens en mijn twee meisjes kwijt. Allemaal dood'
Leraar Ahmed Shalash

Hasan zegt dat hij via Skype contact heeft gelegd met zijn vriend Hassan Shaar, die een telefoonwinkel in Saraqeb heeft en bereid is ons met zijn smartphone een rondleiding door het verwoeste centrum te geven. Op de beelden is te zien dat een groot deel van het stadscentrum verwoest is. Winkelstraten waar tot voor kort nog honderden mensen rondliepen, zijn nu zo goed als leeg. We zien ook de restanten van een tweehonderd jaar oude moskee, waarvan nog een muur recht staat.

Ziekenhuis

Op het puin staat een man. Het gaat om Ahmed Shalash, een leraar die bij een bombardement zijn vrouw en vijf kinderen verloor. Hij is bereid ons even te woord te staan. “Het doet goed iemand uit België aan de lijn te hebben, maar eigenlijk heb ik niet veel te vertellen. Ik ben mijn vrouw, drie van mijn jongens en mijn twee meisjes kwijt. Allemaal dood. Ik blijf achter met een zoon. Wat wil je dat ik daarop zeg?” 

Het wordt even stil in het Gentse appartement. Iyas en Hasan zuchten en wensen de leraar veel sterkte. Ahmed Shalash dankt ons en stapt uit beeld.

De smartphone-rondleiding door de lege straten van Saraqeb gaat verder en we krijgen beelden te zien van vier verwoeste scholen en ook van het vernielde Owdai-ziekenhuis, dat ondersteund wordt door Artsen Zonder Grenzen en dat vorige maandag door twee bommen werd getroffen. Daarbij vielen minstens vijf doden, onder wie een kind. Het ziekenhuis – het enige in de stad – is voor onbepaalde tijd gesloten, waardoor oorlogsgewonden nergens meer terechtkunnen.

Hassan Shahar zegt dat hij de Skype-verbinding moet verbreken. “Hoor je de straaljagers? Er komt een nieuw bombardement. Ik moet lopen.” 

Als we vragen waar Hassan naartoe wil vluchten, wordt het even stil. “Dat weet ik eigenlijk niet. Ik dacht te gaan schuilen in mijn winkel, maar misschien kan ik beter op straat blijven. Inderdaad, wat maakt het uit. Ik besef dat niets mij tegen een bom kan beschermen.”

'Het is niet meer te doen. Als we niet willen sterven, moeten we nu vluchten'
Burgerjournaliste Sandy Al Obaed

De verbinding valt weg en het wordt weer stil in het Gentse appartement. Iyas vertelt dat de aanval op het Owdai-ziekenhuis werd uitgevoerd op een moment dat er volop gewonden werden aangevoerd van een andere bombardement op de populaire groentemarkt van Saraqeb. 

Dag en nacht

Over dat offensief hebben we even later een Skype-gesprek met hulpverlener Laith, die deel uitmaakt van de bekende Witte Helmen. Laith was als een van de eersten op de groentemarkt om mensen te redden. 

“Ik kwam terecht in een bloedbad”, zegt Laith. “Overal zag ik doden en gewonden. We moesten de lichaamsdelen van de slachtoffers bij elkaar rapen. De mensen van wie we dachten dat ze kans maakten om te overleven, brachten we zo snel mogelijk naar het Owdai-ziekenhuis. Maar ja, even later vielen daar ook bommen en konden de gewonden niet meer gered worden.”

Als laatste krijgen we ook de jonge burgerjournaliste Sandy Al Obaed aan de lijn. Haar stem trilt. “Het is de angst”, zegt ze. “Dag en nacht zijn er bombardementen. We zijn enorm bang dat onze huizen op ons hoofd zullen vallen. We zijn bang voor de dood.

"Onze angst gaat op en neer. Na een bombardement is er steeds een stilte van ongeveer een half uur. Dan halen we opgelucht adem en lopen kinderen roepend naar buiten om voetbal te spelen. Heel even lijkt alles normaal, en gek genoeg ben je dan even gelukkig. Even maar, want dan valt de volgende bom, komen de doodsangsten terug en rennen de kinderen huilend weer naar binnen. 

"En weet je: misschien is dit nog niet het ergste. Want wat zal er met ons gebeuren als het leger de stad in trekt?” 

Na dit gesprek hebben we een poosje later nog even contact met Al Obaed. “Het is niet meer te doen. Als we niet willen sterven, moeten we nu vluchten. We trekken richting Turkse grens. Geen idee of we daar veilig zullen zijn. Maar in Saraqeb blijven is geen optie.”