Hoe bedreigend is Rusland voor zijn buurlanden?
Opinie Europese Zaken

Hoe bedreigend is Rusland voor zijn buurlanden?

20 Feb 2018 - 16:47
Photo: Het Artilleriemuseum in Sint-Petersburg. Bron: Andrey Korchagin-Flickr
Terug naar archief

Toen Halbe Zijlstra sprak van een geopolitieke dreiging vanuit het Kremlin tegen de buurlanden, had hij zeker een punt, zegt Rusland-kenner bij Instituut Clingendael Tony van der Togt. "Feit is dat er wel degelijk sprake is van een steeds assertiever en revisionistisch Rusland, maar dan net een slag anders en genuanceerder dan Zijlstra dit had voorgesteld."

Deze maand moest minister van buitenlandse zaken Halbe Zijlstra aftreden omdat hij gelogen had over zijn bezoek aan Moskou met oud-Shell topman Jeroen van der Veer: Zijlstra had Van der Veer nimmer vergezeld naar Vladimir Poetins datsja Novo-Ogarevo. Aanvankelijk werd dit nog gepresenteerd als een leugentje om bestwil, en wel om zijn bron te beschermen die hem een belangrijke geopolitieke les had bijgebracht: Poetin was erop uit ‘Groot-Rusland’ te herstellen, een soort Slavische Unie met liefst nog de Baltische staten en Kazachstan erbij.

Al snel werd duidelijk dat minister Zijlstra het hele verhaal niet goed had begrepen en het bovendien behoorlijk had aangedikt. Van der Veer had hooguit een verhaal aangehoord over een historisch ‘Groot-Rusland’ en Poetin had hem als buitenlandse bezoeker niet onthuld wat zijn bredere geopolitieke plannen waren ten aanzien van de buurlanden.

Het risico van dit alles is dat door de overdrijving het lijkt alsof er in het geheel geen dreiging van Rusland uitgaat en dit verhaal door Zijlstra alleen werd gebruikt om zijn vermeende buitenlands-politieke kennis te etaleren en een stevig beleid tegenover Rusland neer te zetten. Feit is dat er wel degelijk sprake is van een steeds assertiever en revisionistisch Rusland, maar dan net een slag anders en genuanceerder dan Zijlstra dit had voorgesteld.

Allereerst zijn de relaties met het ‘Nabije Buitenland’ (de andere ex-sovjet-staten minus de Baltische landen) een steeds belangrijker plaats gaan innemen in het Russisch buitenlands beleid onder president Poetin. Dit is al langer een trend en komt erop neer dat Moskou feitelijk de buitenlands-politieke koers van deze inmiddels al ruim 25 jaar onafhankelijke landen wil bepalen. Aansluiting bij de NAVO, maar ook toenadering tot de EU door het sluiten van Associatieverdragen, is voor Rusland absoluut onbespreekbaar. Naarmate Moskou’s angst voor revolutie van onderop toenam, groeide ook de behoefte aan een anti-westers vijandbeeld. Het waren immers de Verenigde Staten (met in de bijwagen de Europese Unie) die hun macht en invloed wilden uitbreiden door overal ‘regime change’ te promoten.

Economische en zelfs militaire middelen worden door Moskou niet geschuwd
Nauwere integratie van deze buurlanden met Rusland – onder meer in de Euraziatische Economische Unie en de militaire Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie – moet deze landen in het gareel houden. Desgewenst kan Moskou daarbij handig gebruik maken van de diverse onopgeloste ‘bevroren conflicten’ op het grondgebied van landen als Georgië en Moldova. En inmiddels dreigt zich in Oost-Oekraïne een soortgelijke situatie te ontwikkelen, waarbij Moskou greep wil houden op de koers van Kyiv door aansturing van de van Rusland afhankelijke separatisten-republieken DNR (Donetsk) en LNR (Luhansk).

Naarmate Moskou’s angst voor revolutie van onderop toenam, groeide ook de behoefte aan een anti-westers vijandbeeld

Waar Moskou tot 2014 zich vooral van economische drukmiddelen bediende om de voormalige sovjet-staten te beïnvloeden (en door handig in te spelen op culturele en humanitaire banden uit de sovjet-tijd), brak met het conflict in Oekraïne een nieuwe fase aan. Voortaan werd ook de inzet van militaire middelen niet langer geschuwd, zeker wanneer de kans zich voordeed om zonder teveel risico’s hiermee de politieke doelstellingen van onderschikking aan Moskou te verwezenlijken. Ook in Wit-Rusland en Kazachstan beseft de politieke leiding wel degelijk dat er voor Moskou bepaalde rode lijnen zijn die zij beter niet kunnen overschrijden. Daarom proberen Minsk en Astana ook zoveel mogelijk een multi-vector beleid te voeren: om niet alleen van Rusland afhankelijk te zijn, worden de banden met andere partners, zoals de EU en China, zoveel mogelijk aangehaald in de hoop dat dit Moskou van verdere geopolitieke avonturen kan weerhouden.

de relaties met het ‘Nabije Buitenland’ (de andere ex-sovjetstaten minus de Baltische landen) een steeds belangrijker plaats gaan innemen in het Russisch buitenlands beleid onder president Poetin. Bron: Europese Commissie
De relaties met het ‘Nabije Buitenland’ zijn een steeds belangrijker plaats gaan innemen in het Russisch buitenlands beleid onder president Poetin. Bron: Europese Commissie

Daarnaast speelt in het Russisch buitenlands beleid ook het begrip ‘Roesski Mir’ (de Russische wereld) een steeds belangrijker rol, zoals Hubert Smeets in een recent artikel in de Clingendael Spectator terecht opmerkte.1 Dit wat vage begrip strekt zich daarbij niet alleen uit tot alle Russen in het buitenland, maar ook tot allen die zich verbonden weten met de Russische cultuur, taal en godsdienst. Rusland behoudt zich het recht voor deze groepen te ondersteunen en met alle mogelijke middelen te hulp te komen wanneer deze zich in hun rechten bedreigd voelen. En dit is een begrip dat Moskou nu juist bij uitstek van toepassing acht op de Russischtalige minderheden in de Baltische staten.

Zijlstra heeft dus wel een punt
Wanneer Halbe Zijlstra spreekt van een geopolitieke dreiging vanuit het Kremlin tegen de buurlanden, dan heeft hij dus wel degelijk een punt. Deze dreiging hoeft zich niet militair te manifesteren, al kan dit wel, wanneer Moskou meent met weinig risico zijn politieke doelen te kunnen verwezenlijken. Om die reden heeft het ook zin de drempel voor een militair conflict in de Baltische staten te verhogen door een geloofwaardige afschrikking tot stand te brengen. Maar de dreiging is veel breder en strekt zich ook uit tot geopolitiek gebruik van energierelaties, desinformatie en beïnvloeding via politieke partijen, Russischtalige minderheden en met Rusland verbonden denktanks en NGO’s.

Voor het Kremlin geldt dat het een geopolitiek conflict heeft met het Westen. De Verenigde Staten zouden hierbij met alle middelen willen vasthouden aan een hegemoniale positie, waar Rusland een multipolaire wereldorde tegenover zet, met Washington, Moskou, Beijing (en misschien Brussel) als gelijkwaardige polen. In een dergelijk conflict is inzet van alle middelen gerechtvaardigd, inclusief desinformatie om de eenheid van het Westen te ondermijnen en twijfel te zaaien rond de levensvatbaarheid van de liberaal-democratische en op rechtsregels gebaseerde wereldorde.

Zijlstra had dus gelijk toen hij Rusland als een geopolitieke bedreiging kwalificeerde. Dat heeft niets met Russofobie te maken, maar met wat Moskou concreet in de buurlanden en andere (inclusief westerse) landen op touw zet. Je kunt natuurlijk overdrijven (zoals momenteel in de Verenigde Staten nogal eens het geval is waar het Russen betreft), maar de dreiging is reëel en wat dat betreft blijft de essentie van het verhaal van Zijlstra dus voor mij overeind.

Auteurs

Tony van der Togt
Senior onderzoeker Rusland bij Instituut Clingendael.