Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Maak burgerschapsonderwijs net zo belangrijk als taal en wiskunde

Onderwijsblog Nederlandse jongeren blijven achter in burgerschap, blijkt uit een onderzoek. De kennis in de democratische rechtsstaat loopt achter. De overheid doet er niets aan, behalve volgend onderzoek verbieden, schrijven vier deskundigen. .

Burgerschaples. ANP Martijn Beekman

Rik Seveke , Hessel Nieuwelink , Halil Karaaslan en Bram Eidhof

Een verplicht Rijksmuseumbezoek en het klassikaal zingen van het Wilhelmus. Dit zijn de beste politieke ideeën ter verbetering van het Nederlandse burgerschapsonderwijs uit de afgelopen campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen. Particuliere ideeën voor de eigen electorale parochie. Het zou grappig zijn, als het niet zo treurig was. Nederlandse leerlingen verdienen beter.

Internationaal onderzoek uit 2017 toont aan dat Nederlandse middelbare scholieren in vergelijking met hun leeftijdgenoten uit 23 andere landen ver achterblijven in democratisch burgerschap. In Nederland zijn de verschillen in burgerschapskennis tussen vmbo’ers en vwo’ers veel groter dan elders. Deze verschillen nemen ook nog eens toe.

Zeer problematisch voor politieke gelijkheid in een democratie. Onze democratie is immers alleen legitiem als alle leerlingen voldoende toegerust zijn om zelf invloed uit te oefenen en verandering teweeg te brengen. Anders zijn kies- en grondrechten een uitnodiging om te gaan vissen, zonder uitleg over hengels.

Dit is een alarmerende constatering in een tijd van kloven in de samenleving. Een tijd waarin politici reppen over ‘de participatiemaatschappij’. Een tijd waarin groepen steeds meer tegenover elkaar staan en waarin opleidingsniveau een bepalende rol speelt in de maatschappelijke positie van mensen.

Politieke meningsverschillen

Sinds 2006 is burgerschap een kerndoel in het Nederlandse onderwijs. De politieke meningsverschillen over de inhoud zijn de voornaamste reden voor een vage omschrijving van de doelen. Daarnaast blijft de burgerschapsopdracht voor scholen vrijblijvend. Scholen moeten zich voor andere onderdelen verantwoorden, dat is hier veel minder het geval.

Politici en beleidsmakers sturen een dubbele boodschap: ze zeggen burgerschap belangrijk te vinden, maar in de praktijk blijkt dat veelal juist niet. Zo blijven echte investeringen achterwege en wil OCW niet langer meedoen met internationaal vergelijkend onderzoek. Dat te weinig scholen een gedegen visie en doorlopende leerlijn hebben die kinderen structureel onderwijst over de belangrijkste vaardigheden voor iedere Nederlander, is in deze context een logisch gevolg.

Goed burgerschapsonderwijs zorgt ervoor dat iedere leerling kennis heeft van onze rechtstaat, over vaardigheden beschikt om daaraan bij te dragen en ieders grondwettelijke rechten onderschrijft. Democratie als cultuur. De keuzes die iedere burger dagelijks maakt, zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op gedragspatronen die ontstaan tijdens de eerste 25 levensjaren.

Daarom is het cruciaal te investeren in de ervaring van democratische principes en functies, samenwerking en zelfbeschikking. En waar taal en wiskunde fundamenteel zijn voor individuele ontplooiing, is burgerschap cruciaal voor het algemeen belang. Beide zijn noodzakelijk voor gelijke kansen.

Slecht politiek voorbeeld

Leidende Nederlandse politici tonen gelijktijdig het slechte voorbeeld en een schrijnend gebrek aan visie. Door tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in te zetten op een verplichting van een Rijksmuseumbezoek en het zingen van het Wilhelmus lieten Alexander Pechtold en Sybrand Buma een populistisch staaltje van preken voor eigen parochie zien. Niet een toonbeeld van politici met visie voor het algemeen belang. Maar je kunt ook zeggen: ze stelden in ieder geval íéts voor. De oorverdovende stilte van andere lijsttrekkers over burgerschapsonderwijs is zo mogelijk nog pijnlijker.

Nederland is een open, vrije en democratische rechtsstaat. Het is de hoogste tijd om te investeren in goed burgerschapsonderwijs als we die rechtsstaat willen behouden en versterken. De sleutel daartoe ligt nu in eerste instantie bij de regering en de Tweede Kamer.

Maak burgerschapsonderwijs een prioriteit door het met dezelfde status te behandelen als taal en wiskunde. Ontwerp een doorlopende leerlijn. Specificeer kerndoelen en eindtermen en toets het kwalitatief volwaardig. Investeer in lerarenopleidingen en kleinschalige projecten op scholen die bij bewezen kwaliteit opgeschaald kunnen worden. Blijf meedoen aan het internationale onderzoek naar democratisch burgerschapsonderwijs. Ondersteun scholen en betrek hen bij alles door ze mede-eigenaar te maken op inhoud en autonomie te bieden op vorm.

En niet onbelangrijk: toon eens het moedige voorbeeld, juist ten tijde van verkiezingen, door vaker te handelen in het algemene belang in plaats van het eigen electorale belang.

Rik Seveke (programmamaker De Balie)
Hessel Nieuwelink (lerarenopleider en onderzoeker HvA)
Halil Karaaslan (docent Maatschappijleer)
Bram Eidhof (actie-onderzoeker Schoolstrijd)

Maarten Huygen
Blogger

Maarten Huygen

Maarten Huygen is redacteur onderwijs.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.