"Ik ging voor het podium en dat is niet gelukt. Ik sta hier dus met een rotgevoel", baalde de 31-jarige Mulder, die vier jaar geleden bij Winterspelen van Sochi achter tweelingbroer Michel Mulder en Jan Smeekens derde werd op de 500 meter.
Met een tijd van 34,83 bleef de Nederlands recordhouder maandag bijna twee tienden verwijderd van een medaille. Het verschil met de Noorse winnaar Havard Lorentzen, die Mulder in een rechtstreeks duel klopte, was zelfs ruim vier tienden (34,41).
"Ik was nog wel goed weg, 9,59 is gewoon een goede opening", analyseerde Mulder zijn rit. "Maar in het tweede deel van mijn eerste 100 meter merkte ik dat mijn timing niet helemaal meer klopte."
"Dat probeerde ik in de eerste bocht goed te maken en dat werkte averechts. Ik kwam niet goed de eerste bocht uit en dan rijd je geen lekkere rit."
Fouten
Mulder - die dit seizoen de wereldbeker in Stavanger won, Europees kampioen werd in Kolomna en met 34,49 de snelste was bij het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) eind december - zei van tevoren al dat de sprinter die de minste fouten maakte zou winnen.
"En ik heb twee of drie fouten gemaakt die ik mezelf echt kwalijk neem. Deze race was te rommelig voor een medaille en dat is heel frustrerend."
Mulder gaf toe dat het niet makkelijk was om te racen tegen de uiteindelijke winnaar Lorentzen. "Ik voelde hem komen in mijn rug en was daardoor wat aan het haasten", zei de Nederlander, die in de binnenbocht startte en dus voor de Noor de kruising op kwam.
"Toen ik Lorentzen onderdoor voelde komen in de laatste bocht, wilde ik zo dicht mogelijk bij hem blijven. Maar op het laatste rechte stuk reed hij ook nog twee tienden bij me weg. Hij reed gewoon een heel goede rit."
Mulder schrok uiteindelijk niet eens zo heel erg van de tijd van Lorentzen, een olympisch en baanrecord. "Het was ongeveer wat ik verwachtte van de winnende tijd. Ik reed zelf 34,4 bij het OKT en dat wilde ik hier weer doen. Ik weet hoe het moet, alleen heb ik dat vandaag niet laten zien."