Direct naar artikelinhoud

'De politiek bemoeit zich steeds meer met ons privéleven'

Er moet behoedzaam worden omgesprongen met de inperking van de persoonlijke vrijheid, want overal in Europa is een sluipende tendens waar te nemen van infiltratie van de politiek in het privéleven van de burgers. Dat betoogt de Belgische publicist Mark Van de Voorde.

Close-up van een vrouw in een boerka.Beeld anp

Het aangekondigde boerkaverbod van het kabinet-Rutte maakt heel wat tongen los. De kernvraag luidt: is zo'n verbod een inbreuk op de vrijheid, inbegrepen de godsdienstvrijheid? België heeft al enige tijd een boerkaverbod (wet van 1 juni 2011). Die wet kwam er ook niet zonder discussie, maar erg heftig was ze niet: geen enkel parlementslid stemde tegen, slechts twee Kamerleden onthielden zich. Het publieke onveiligheidsgevoel bij het zicht van een onder een wandelende tent verscholen persoon - het kan een terrorist zijn! - gaf de doorslag.

De publieke ruimte
Je zou dus kunnen zeggen dat België het eens is met de redenering van Asher Ben Avraham op vk.nl: 'De overheid probeert via wetgeving asociaal gedrag te begrenzen om zo een basisniveau van 'omgaan met elkaar' te bewerkstelligen.' Ik deel die mening, mits daaraan wordt toegevoegd: ...in de publieke ruimte. Een vrouw die in een boerka op straat loopt, begeeft zich in de publieke ruimte. Vandaar mijn volmondig ja voor zo'n verbod. Het aangekondigde boerkaverbod is echter aanleiding tot discussie, omdat het zich situeert tussen publiek en privé.

Het is immers evident dat de overheid de handen afhoudt van de persoonlijke levenssfeer. Het recht op persoonlijke vrijheid is de hoeksteen in het fundament van de democratie en de sluitsteen in het gewelf van de menselijke waardigheid. De democratie vertoont betonrot als de mens niet voldoende vrije ruimte heeft voor zijn privéleven, om zelf uit te maken hoe hij aan zijn geluk en dat van de zijnen kan bouwen. De waardigheid van de persoon wordt aangetast als de mens het gevoel heeft dat hij wordt gehinderd in zijn persoonlijk leven en de wijze waarop hij het geluk nastreeft.
Dat betekent niet dat het recht op privacy absoluut zou zijn. Privégedrag dat een aanval is op de openbare veiligheid of een aantasting van de persoonlijke waardigheid, valt niet onder het recht op privacy. Het dragen van een boerka kan een aantasting zijn van beide, de openbare orde en de waardigheid van de vrouw.

Behoedzaam
Toch moet behoedzaam worden omgesprongen met de inperking van de persoonlijke vrijheid, want overal in Europa is een sluipende tendens waar te nemen van infiltratie van de politiek in het privéleven van de burgers. Enkele voorbeelden maken dit duidelijk.

In Nederland wil de Partij van de Dieren en in België Groen ritueel slachten verbieden. Los van het feit dat niet bewezen is dat ritueel slachten, uitgevoerd door doorgeleerde slachters, meer dierenleed veroorzaakt dan 'gewoon' slachten, plaatst dit voorstel de dierenrechten boven de mensenrechten, waarvan de vrijheid van godsdienst er een van is.

In België lanceerde Vlaams minister Joke Schauvliege (van 'cultuur en natuur') de idee om het branden van houtkachels en haarden te verbieden bij bepaalde weersomstandigheden. Het is uiteraard verstandig en ecologisch correct om geen lucifer in de haard te gooien bij smog. Maar dat bij wet verbieden is letterlijk binnendringen in de huiskamer. Dat het niet de bedoeling is om de politie te laten aanbellen, zegt minister Schauvliege. Wetten als signaalfunctie zijn juridische nonsens (want ze zijn niet afdwingbaar).

Politiestaat
In Vlaanderen wil de Vlaamse Liga tegen Kanker het roken in huis verbieden in de aanwezigheid van de kinderen. Je rookt niet in de buurt van kinderen (je rookt best helemaal niet natuurlijk), maar een wet die strafbaar stelt wat niet te controleren valt, is flauwekul, tenzij je inderdaad de politie (met een huiszoekingsbevel) laat binnenvallen. In dat geval leven we in een politiestaat.

In Frankrijk heeft senator Françoise Laborde van de Parti radical een wetsvoorstel ingediend dat dagmoeders (privékinderopvang) zou verplichten tot dezelfde neutraliteit (laïcité) als de crèches van de staat en zou verbieden om religieuze opvoeding te geven of religieuze symbolen in huis te hebben.

Een bepaald deel van de politiek raakt blijkbaar in de ban van een nieuw tweevoudig puritanisme, het puritanisme van de neutraliteit (secularisme) enerzijds en het puritanisme van de lobbyisten anderzijds die de hele samenleving willen overtuigen van hun gelijk. Niet door overreding, wat een nobele zaak is, maar door juridisering, wat riekt naar totalitarisme.

Doos van Pandora
Ethiek is onmisbaar voor een samenleving, die zonder haar uiteenvalt. Maar de publieke moraal kan nooit een zaak van staat zijn. Moraal is een zaak van de mensen. In een samenleving waar de meningen over wat deugdzaam is erg van elkaar beginnen te verschillen, heeft de staat de neiging om de rol van morele autoriteit op zich te nemen. Een staat die oplegt hoe wij ons in ons privéleven hebben te gedragen, opent echter de doos van Pandora. Want morgen zijn het andere waarden/wanen van de dag die de ethiek zullen claimen.

De staat moet zich bezighouden met de publieke ruimte, niet met de persoonlijke levenssfeer. Misschien heeft de morele claim van de politiek ook te maken met het feit dat de politiek haar klassieke territorium ziet ingenomen worden door anderen: door de globalisering verliest de staat haar greep op de economie, haar juiste core business. Ze zoekt bijgevolg een nieuw territorium om zich nuttig te weten, dat van ons privéleven.

Geluk
De bemoeienis van de staat met onze privéleven ontspringt ook aan de illusie dat de staat kan zorgen voor het geluk van de burgers. Niet de staat, maar de mens zelf zorgt voor zijn geluk en dat van de zijnen.

In de aanhef van de Amerikaanse grondwet staat 'the pursuit of happiness' als een recht van elke burger, niet als een plicht van de staat. De staat is voorwaardenscheppend, niet organiserend. Van staten die meenden het geluk van de burgers te moeten ordenen en ordonneren, hebben we in vorige eeuw de gevolgen gezien.
Het kwalijkste gevolg van een staat die meent dat ethiek door wetgeving kan worden bewerkstelligd, is dat de burgers wet en geweten gaan verwarren. Wanneer de wet de plaats inneemt van het geweten, krijgen we een samenleving zonder geweten en ook zonder verantwoordelijkheid.

Mark Van de Voorde is onafhankelijk publicist (België).