Direct naar artikelinhoud

Franse provinciesteden verpauperen in een angstwekkend tempo

Jean Catinaud voor zijn Maison de la Presse in Vierzon.Beeld Steven Wassenaar

Dichte rolluiken, gesloten gordijnen, lege etalages. De verloedering in Franse binnensteden lijkt niet te stoppen. 'Misschien moeten we de ergste gevallen maar opgeven.'

"Bonjour! Hoe gaat het met u vandaag?" Jean Catinaud staat breed grijnzend achter de toonbank van zijn Maison de la Presse. Met elke klant die komt voor een exemplaar van Le Berry, de lokale krant, een tijdschrift of een boekbestelling wisselt hij een paar vriendelijke woorden.

Er wordt veel gelachen, maar veel reden voor vrolijkheid is er eigenlijk niet, vertelt Catinaud tussen de bedrijven door. De zaken gaan slecht, hij heeft uitstel van betaling aangevraagd. "De komende maanden is het er op of er onder." Zijn klanten steken Catinaud (45) een hart onder riem. Ze hebben zelfs een steuncomité opgericht dat weer klanten moet krijgen naar de kantoorboekhandel. "Deze zaak mag gewoon niet verloren gaan", zegt Jean-Marie Favière (68), een gepensioneerde leraar Frans. "Zeg maar gerust dat er in Vierzon zonder het Maison de la Presse weinig beschaving meer over is."

Café's zijn er nauwelijks meer
Rémy Beurion, blogger

Elk departement een hoofdstad

Jean-Marie heeft gelijk, meent Rémy Beurion (50), die met een blog het verval en de actualiteit van zijn stad nauwgezet bijhoudt. "Café's zijn er nauwelijks meer en in de tenten die er nog wel zijn staat de tv te hard. Maar hier ontmoeten mensen elkaar en hebben ze een echt gesprek. Daarbij verdienen bij Jean nog drie mensen hun boterham."

Frankrijk is niet het enige land dat kampt met steden die in de versukkeling zijn geraakt. Maar het probleem is er wel heel erg groot, eenvoudig omdat het land veel middelgrote plaatsen telt - een erfenis van de Franse Revolutie. Het land werd in 1790 verdeeld in aanvankelijk 83 en later 100 departementen, provincies. Elk departement kreeg een hoofdstad, een prefectuur en een onder-prefectuur. Zo was de burger niet verder dan een dag reizen te paard verwijderd van de staatsmacht.

Een kaart van het net opgerichte 'ministerie van territoriale cohesie' toont ruim zestig plaatsen met tussen 10.000 en 100.000 inwoners die er beroerd aan toe zijn. Ze volgen een lijn die bekend staat als de 'diagonaal van de leegte': een strook die vanuit het zuid-westen naar het noordoosten loopt. Stadjes aan de kust en in grensgebieden zijn bijna altijd beter af.

Fabriek gesloten

In zijn Maison de la Presse trekt Catinaud een pak met koffiekuipjes open voor de klanten die deze ochtend blijven hangen. Het gesprek komt, zoals vaker het geval is, op de neergang van Vierzon, ooit een belangrijk spoorknooppunt en in het hele land bekend om de tractoren die er werden gemaakt. De sluiting van de fabriek in 1994 was een drama die de stad nooit meer te boven kwam. Ongeveer tegelijk met de tractoren verdween wat er nog over was van de porselein- en textielindustrie. Telde Vierzon in 1982 ruim 34.000 inwoners, nu zijn dat er 26.929.

De criminaliteit rukt op, weet Catinaud. Bij hem thuis is onlangs op een vrijdag ingebroken en de maandag er op werden uit zijn de winkel vijftien boeken gestolen uit de Pléiade-reeks: luxe uitgaven van het werk van grote Franse auteurs. "Boeken van 50, 60 euro per stuk of meer. Het is niet te geloven", zegt Christian Réthoré (65), een gepensioneerde bouwondernemer met een jagershoedje. "Ik had laatst een boete van 90 euro omdat ik ergens 51 reed waar het 50 moet zijn. En dan heb je hier gastjes die ouderen beroven en levensgevaarlijke wheelies doen op hun brommer en vrijuit gaan. Het is godgeklaagd, het lijkt hier op sommige plekken Harlem of de Bronx wel."

Huizenprijzen

De huizenprijzen, bijzonder laag in Vierzon, zijn een ander prominent thema in het Maison de la Presse. "Mijn huis stond vijftien maanden te koop", vertelt Réthoré. "Uitstekend onderhouden, 200 vierkante meter, met een grote tuin. Op 200 kilometer van Parijs, vraagprijs 260.000 euro. Ik heb niet één telefoontje gehad, niet één. Men wil hier gewoon niet wonen." "Wie een huis bezit in Vierzon, moet hier blijven", constateert ook Beurion die zelf wel naar het naburige Bourges had willen verhuizen, een stad waar het beter mee gaat. "Een woning die hier 80.000 oplevert, kost in Bourges 140.000."

Niemand wil het communistische gemeentebestuur en de koepelorganisatie van gemeenten in de omgeving - de Communauté des communes - de schuld geven van alles wat er mis is. "Dat zou onzin zijn", zegt Catinaud. Maar de toon van de autoriteiten is overdreven positief", zegt Catinaud. "Alles gaat altijd prima en het wordt nog beter met het renovatieplan."

(Tekst gaat verder onder kaart)

J'ai vu Vierzon

Het eerste resultaat van dat plan is pal naast het Maison de la Presse te zien. Er gaapt een groot gat: Een heel blok met verkrotte woningen is deze zomer opgeruimd. De vaste klanten van Catinaud hopen dat het plein dat hier moet komen naar Jacques Brel wordt genoemd, die Vierzon noemt in zijn chanson Vesoul uit 1968. 'T'as voulu voir Vierzon, et on a vu Vierzon' zo opent het nummer - Je wilde Vierzon zien en we hebben Vierzon gezien. Volgens het gezelschap in het Maison de la Presse is de regel ten onrechte uitgelegd als een blijk van minachting. "Het is juist iets om trots op te zijn", denkt Catinaud. Zo denkt de gemeente, na lang aarzelen, er inmiddels ook over. De VVV heeft nu tassen in de aanbieding met de opdruk 'J'ai vu Vierzon'.

Volgende stap van de opknapbeurt is de aanleg van een belvedère, een verhoogde promenade die uitzicht zal geven op de riviertjes de Yièvre en de Cher die door Vierzin stromen. Het kanaal van de Berry dat verbonden is met de Yièvre moet geschikt worden voor fietstoerisme. "Allemaal mooi", meent Beurion, "Maar niet genoeg. Er is niets bedacht om de leegstand aan te pakken."In plaats daarvan probeert Vierzon, dat een werkloosheid heeft van ruim 13 procent, aan de rand van de stad nieuwe activiteit aan te trekken. Een bedrijf dat containers verwerkt voor de supermarktketen Carrefour moet Vierzon weer als logistiek centrum op de kaart zetten. En onlangs werd het Parijse techbedrijf Ledger binnengehaald, een start-up die is gespecialiseerd in het beheren en beveiligen van cryptogeld als Bitcoin.

Gezinnen trekken naar de dorpen
Stedenbouwkundige Jean-Claude Driant

De manier waarop de steden in het slop raken is eigenlijk overal hetzelfde, zegt stedenbouwkundige Jean-Claude Driant van de École d'urbanisme in Parijs. "Gezinnen trekken naar dorpen rond de stad voor een huis met een tuin en die beweging werd in de jaren 2000-2015 versneld. In de economisch zwakke gebieden of in plaatsen waar een kazerne, ziekenhuis of rechtbank verdween, komen de gevolgen van die uittocht hard aan. "

Want de achterblijvers in de stad zijn jong of juist oud en in veel gevallen arm. Het gevolg: verpaupering en kaalslag in de middenstand. Het eerst sluiten de winkels die geen voedingsmiddelen verkopen, zoals bijvoorbeeld kleding-, doe-het-zelf en sportzaken. Al die artikelen zijn ook te koop in de grote winkelcentra aan de rand van de stad die zo kenmerkend zijn geworden voor het Franse landschap. Niet veel later sluiten ook bakkers, slagers en groentezaken.

Winkelpanden gesloten

Vierzon is een bijzonder zwaar geval, aldus Driant. Een op de vier winkels staat leeg. In de Rue Joffre zijn zelfs 32 van de 48 winkelpanden nu gesloten. "Alleen Calais (29 procent leegstand) in het noorden en Guéret (26 procent) in het zuidwesten doen het nog slechter. Landelijk is het percentage leegstand ruim 11 procent. Je moet hier wel bij aantekenen dat de activiteit zich in Vierzon deels met de bewoners heeft verplaatst: de bevolking van de periferie van Vierzon nam toe en daar zijn dus ook meer winkels."

Blijft de vraag of de centra nog gered kunnen worden. Sommige gemeenten, zoals Rochefort aan de westkust, gaan in de tegenaanval door van monumentale gebouwen appartementencomplexen te maken voor een koopkrachtig publiek. Driant deed onlangs veldwerk met een groep studenten in de stad Cahors in het zuiden. Cahors probeert particulieren met subsidies te verleiden om panden te kopen, op te knappen en te bewonen. Eigenaars die weigeren iets aan hun bezit te doen kunnen worden onteigend, waarna de gemeente renoveert en de boel probeert te verkopen aan investeerders. "Een hele dure methode waarvan je maar moet afwachten of het gaat werken." En dan nog is Cahors een aantrekkelijk stadje met een beter klimaat dan Vierzon, een middeleeuwse kern en een adembenemend monument, de Duivelsbrug, die de status heeft van werelderfgoed. "Vierzon is niets bijzonders en dat is een extra handicap."

Leegstand in Vierzon.Beeld Steven Wassenaar

Waar het winkelbestand nog niet extreem zwak is kun je nog proberen de komst van megawinkels, in combinatie met e-commerce vaak de doodklap, af te remmen. "Maar ook daarvoor is het in Vierzon al te laat."

Heeft het zin om te blijven trekken aan centra die niemand nog wil?
Stedenbouwkundige Jean-Claude Driant

Opgeven?

"Het is nog een taboe", concludeert Driant, "Maar we moeten de vraag wel stellen. Heeft het zin om te blijven trekken aan centra die niemand nog wil?" Voor Vierzon ziet Drian nog één optie. "Je kan de sociale huurflats buiten het centrum afbreken en de mensen hier herhuisvesten in een deel van het centrum, dat dan moet worden opgeknapt."

Deze strategie lijkt een soort planologische stervensbegeleiding, maar Driant spreekt liever van een 'ontgroei-aanpak'. "Niet alle steden zijn geschikt om weer op te stuwen in de vaart der volkeren. Sommige moet je misschien opgeven, zorgen voor een zachte landing."

Dat is Olivier Razemon, auteur van het boek 'Comment la France a tué ses villes' (Hoe Frankrijk zijn steden om zeep hielp), te weinig ambitieus. "Zolang een stad bewoners heeft, is er hoop en is het de moeite waard om er iets van te maken."

Frankrijk worstelt allereerst met een mentaal probleem, aldus Razemon. "We zijn te weinig gehecht aan onze middelgrote steden, we besteden er te weinig aandacht aan. Dat komt omdat de staat er in veel gevallen eerder was dan deze steden. Na de revolutie van 1789 werden vaak willekeurige plaatsjes gebombardeerd tot prefectuur of onderprefectuur. De emotionele binding is daarom geringer dan in landen als Nederland waar er al steden waren voor het land überhaupt bestond."

Er is niet één oplossing, verzucht Razemon. "In het algemeen moeten bestuurders beter opletten. In Narbonne bijvoorbeeld wordt een nieuw overheidsgebouw nu buiten de stad gebouwd. Terwijl dit project een impuls voor het centrum had kunnen zijn."

Razemon richt zijn pijlen ook nadrukkelijk op het grootwinkelbedrijf, dat in Frankrijk na een liberalisering van de sector in 2008 een nieuwe groeispurt kende. De entree van Franse steden oogt vaak bijzonder Amerikaans: shoppingmalls en reclameborden domineren en ook hier heb je als voetganger niets te zoeken. Er zijn nu zoveel winkelcentra dat ook hier de leegstand toeslaat.

"Logisch" vindt Razemon. "Want lokale autoriteiten denken dat winkelcentra goed zijn voor de werkgelegenheid en de gemeentekas. Aan de vraag of er behoefte aan is wordt voorbij gegaan. En natuurlijk levert het banen op. Maar ik ken gevallen waar na tien jaar bleek dat er meer arbeidsplaatsen zijn vernietigd dan er bijkwamen."