Dat zegt scheidend hoofdofficier van justitie Theo Hofstee woensdag in een interview met EenVandaag.
Volgens Hofstee zit het probleem vooral in het zicht op de top van de drugshandel. "Leiders van grote drugsgroepen die vanuit het buitenland opereren, daar komen we helaas onvoldoende aan toe."
De hoofdofficier schetst dat juist deze kopstukken aansturen wie er bij een conflict geliquideerd moet worden. In een aantal zaken is wel bekend wie de leiders zijn, maar "deze personen schermen zich heel goed af. We moeten daar meer sterkte en capaciteit op zetten".
Minister
Hofstee, die sinds 1987 voor het Openbaar Ministerie (OM) werkt, volgt volgende week Albert van Wijk op als procureur-generaal bij de landelijke leiding van het OM.
Tegen EenVandaag zegt hij het gesprek met de minister aan te gaan over het capaciteitsgebrek. "Maar ook met de korpsleiding van de Nationale Politie. Zijn er voldoende opgeleide rechercheurs? Dat laatste is ook een belangrijk punt. Misschien is daar winst te halen."
De baas van de landelijke recherche, Wilbert Paulissen, meldde vorige week aan De Telegraaf dat de recherche zal gaan samenwerken met collega's uit Spanje en Panama om de toestroom van cocaïne "een halt toe te roepen". Ook zouden Nederlandse rechercheurs naar de Colombiaanse kuststad Cartagena gaan om de drugsstroom in de "bronlanden" tegen te houden.
Amsterdamse onderwereld
Hoofdofficier Hofstee heeft de afgelopen zeven jaar onderzoek gedaan naar de kopstukken in de Amsterdamse onderwereld. In totaal waren dit honderd zaken op het gebied van zware criminaliteit, bijvoorbeeld op het gebied van handel in cocaïne, liquidaties en wapensmokkel. Dit leidde tot tweehonderd veroordeelde verdachten.
Hofstee laat weten dat dit indrukwekkende cijfers zijn. "Strafrecht toepassen heeft dus zin. Maar tegen de top van de georganiseerde misdaad is het heel ingewikkeld een harde strafzaak op te bouwen."
Staatsliedenbuurt
Een van de bekendste zaken uit de onderwereld van Amsterdam is de schietpartij in de Staatsliedenbuurt in 2012, waarbij twee mannen om het leven kwamen. Dit was een voortvloeisel van een vete die ontstond nadat een grote partij drugs, die aan had moeten komen in de haven van Antwerpen, verdween.
Het eigenlijke doelwit van de schietpartij, Benaouf A., kon ontkomen. Hij is zelf veroordeeld voor betrokkenheid bij de liquidatie van een andere crimineel in Antwerpen.