Leraren houden geloof in staking

Basisscholen hebben een rekensom gemaakt. Ze hebben 500 miljoen euro nodig om de werkdruk te verlagen en 900 miljoen om de salarissen gelijk te trekken met die van docenten op middelbare scholen. Het huidige kabinet heeft ongeveer 720 miljoen euro vrijgemaakt. 'Slechts' 270 miljoen daarvan gaat naar een verhoging van de salarissen.

De leraren zijn vastberaden de strijd voor betere salarissen te blijven voeren totdat er op zijn minst een toezegging komt die op den duur tot meer geld leidt. Want, zeggen ze, alleen met betere salarissen wordt het aantrekkelijker om voor de klas te gaan staan. Gebeurt er niets aan de betaling, dan loopt het lerarentekort alleen maar verder op. ,,Als de salarissen niet beter worden, is het werkdrukgeld dat we krijgen veel minder waard. Dan moeten we met nóg minder mensen, nog steeds dit werk doen'', verklaart Jan van de Ven, medeoprichter van PO in Actie.

Hoewel het ministerie niet de volle 500 maar 430 miljoen euro voor werkdrukverlaging heeft vrijgemaakt, nemen de leraren genoegen met dat bedrag.

Nee, minister Slob heeft herhaaldelijk gezegd: jullie krijgen er al heel veel geld bij, meer gaat er echt niet komen. Het ministerie van Onderwijs heeft een budget waaraan het zich moet houden. ,,Andere sectoren in het onderwijs krijgen er veel minder bij. Meer geld heeft de minister niet'', reageert zijn woordvoerder. Alleen een meerderheid van de Tweede Kamer kan een verschuiving van geld tussen ministeries regelen, maar de kans dat dit gebeurt is klein.

Toch denken de leraren dat hun acties zinvol blijven. Ze willen de salariskloof op de agenda houden. ,,Als er dan ergens een meevaller is, hopen we dat dat bedrag naar ons komt'', aldus Van de Ven. En als dat niet gebeurt, willen de leraren het salarisgat in de programma's voor de verkiezingen krijgen of mikken ze erop dat de minister zijn ambitie uitspreekt dit probleem in de toekomst op te lossen.

Daarover zijn wisselende geluiden. Er zijn ouders die zien dat de meesters en juffen van hun kinderen het razend druk hebben. Met als consequentie dat hun kinderen soms minder aandacht krijgen dan ze zouden wensen. Dus ja, ouders snappen de klachten van de leraren.

Daaraan begint een groep ouders te twijfelen. ,,Je ziet dat ouders het niet prettig vinden dat hun kinderen weer geen les krijgen. Zeker nu er ook regelmatig lessen uitvallen door ziekte'', zegt Peter Hulsen, directeur bij ouderorganisatie Ouders & Onderwijs.

Er is ook een clubje actievoerende ouders: Ouders in Actie. Zij zijn tegen de stakingen, omdat ze vinden dat hun kinderen niet de dupe van de acties moeten zijn. De groep is echter klein met ruim 100 volgers op Facebook en Twitter.

Toch beseffen ook de actievoerende leraren dat ze niet zonder steun van de ouders kunnen. Van de Ven: ,,Wij zien nog steeds veel sympathie. Het lerarentekort is nu al een probleem en dat wordt alleen maar groter. Het gaat om hun kinderen.''

Elke maand blijven scholen in een andere regio dicht. Op 14 maart zijn Utrecht, Noord-Holland en Flevoland aan de beurt. Op welke data de rest van de provincies gaan staken, is nog niet bekend.