Direct naar artikelinhoud
In de schaduw van de minaret

Syrische christenen en hún genocide

De verwoesting van een unieke tempel, in Ain Dara, kwam hard aan bij Syrisch-orthodoxe christenenBeeld AFP

Niet alleen Turken verafschuwen de uitdrukking 'Armeense genocide'. Ook Syrisch-orthodoxe christenen ergeren zich eraan, zij het om andere redenen.

Turkije ontkent dat een miljoen christelijke Armeniërs in de Eerste Wereldoorlog omkwamen in een genocide, georganiseerd door Turkse heersers van het Ottomaanse Rijk. Dat gebeurde in dodenmarsen, vanuit Turkije naar Syrië, destijds deel van het Ottomaanse Rijk.

Syrisch-orthodoxe christenen delen de Turkse standpunten allerminst. Ze zijn wel overtuigd van de massamoord op Armeniërs. Toch houden ook zij niet van de term 'Armeense genocide'. De reden is dat hun eigen voorouders in diezelfde periode in dezelfde regio eveneens uitgemoord zijn, door dezelfde daders: Turkse militairen, Koerdische strijdbendes en bandieten. De yezidi's trof een eender lot. De Syrisch-orthodoxen voelen zich op hun ziel getrapt wanneer hun drama wordt genegeerd. Ze hebben een eigen naam voor hun genocide: seyfo.

Misschien is het beter opgravingen in onstabiele regio's te verbieden

In Afrin, het Noord-Syrische gebied waar het Turkse leger de operatie 'olijftak' uitvoert, wonen behalve Koerden ook Syrisch-orthodoxe nazaten van de overlevenden van seyfo. Het laat zich raden hoe die zich nu voelen. Menselijke ellende is niet het enige. Ook de verwoesting van een unieke tempel, in Ain Dara, kwam hard aan.

Nekslag

Syrisch-orthodoxe christenen zien dat godshuis, drieduizend jaar oud, als een deel van hun culturele erfenis. Ze voelen zich erfgenamen van de antieke Midden-Oosterse beschavingen. Ze spreken Aramees, de taal van Jezus en vele eeuwen lang de internationale voertaal van Noord-Afrika tot Centraal-Azië. Ze krijgen de indruk dat na de fysieke genocide van 1915 nu hun cultuur de nekslag krijgt.

De tempel is opgegraven in de tweede helft van de vorige eeuw. Hij lijkt op de Bijbelse beschrijving van Salomo's tempel. De ontdekking was toeval, iemand stuitte in 1956 op een enorme leeuw van basalt. Het is onbekend aan wie het complex was gewijd. Gedacht wordt aan de regengod Baal Hadad of de vruchtbaarheidsgodin Ishtar. Twee enorme voetafdrukken schreven gelovigen mogelijk toe aan de inwonende godheid.

Op hun eigen kerfstokken is geen millimeter ruimte meer over, toch spreken Syrische autoriteiten verwijtend van Turkse agressie tegen hun cultuurgoed. Het Turkse leger ontkent, maar foto's laten geen twijfel toe over de vernielingen. Daarmee is opzet, die er wel was bij het religieus gevoede vandalisme van IS, nog niet bewezen. Het kan een stomme streek van 'olijftak' zijn geweest.

Misschien is het beter opgravingen in onstabiele regio's te verbieden. De toekomst van het verleden staat op het spel. Als alle archeologische materiaal verdwijnt, bestaat er geen verleden meer. Zo snel zal dat nou ook weer niet gebeuren, want het 'onderaardse archief' van het Midden-Oosten is enorm, vooral in het noorden van Syrië. Zelfs als leek zie je daar onnatuurlijke heuveltjes waar je graag een schep in zou zetten. Maar met opgraven breng je al dat moois wat je zou kunnen vinden wel in gevaar, vanwege godsdienstfanaten, domkoppen en dieven.

Vanaf de jaren zeventig weken veel Syrisch-orthodoxen uit naar Europa. Nederlandse Syrisch-orthodoxen schreven vorige week minister Zijlstra over de tempel. De minister had eerder voor 'olijftak' begrip getoond, dat na grommen uit de Tweede Kamer afnam. Ook de Syrisch-orthodoxe brief deed kennelijk zijn werk. De minister wil nu dat Turkije in Afrin, behalve met burgers, ook voorzichtig is met cultuurgoed.

Lees ook:

De Turken willen meer dan alleen Afrin. Ze willen doorstoten naar Manbij, waar de Amerikanen zitten. Die willen niet weg.