Direct naar artikelinhoud

Kun je twee keer griep krijgen in een seizoen?

Antwoord op lezersvragen over gezondheid, voeding, leefstijl en psyche. Deze week: kun je twee keer griep krijgen in een seizoen?

Beter/leven
Beeld Daantje Bons

De griepepidemie gaat zijn achtste week in, steeds meer mensen liggen ziek in bed, maar wie eenmaal is opgelapt, heeft de rest van de winter niet opeens een vrije doortocht. Er zijn mensen die twee keer kort achter elkaar ziek worden. Maar je bent toch na een eerste griep immuun geworden? Of kun je twee keer in een winter de griep krijgen?

Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: het griepvirus kent varianten waarvan er elke winter een aantal rondwaren en wie pech heeft, wordt twee keer gegrepen door verschillende virussen. Deze winter raken verreweg de meeste grieppatiënten geïnfecteerd met het virustype B uit de Yamagata-lijn, vernoemd naar de Japanse stad waar die griepsoort ooit huishield. Slechts een paar procent werd ziek van een van de twee virustypen A die nu circuleren, zo blijkt uit het wekelijkse overzicht van het nationaal influenza centrum van het Rotterdamse Erasmus MC. Dus eerst ziek van het B-type en dan van een A-type of omgekeerd, het klinkt plausibel: het immuunsysteem reageert immers op eiwitten die op de buitenkant van het virus zitten en die verschillen per type.

In theorie zou dat kunnen, zegt hoogleraar virologie Ron Fouchier (Erasmus MC), maar het komt zelden voor. Want na een infectie met een griepvirus doet het lichaam zijn uiterste best om nieuwe virussen te weren, legt hij uit. De cellen in de luchtwegen hebben sensoren die alarm slaan bij binnendringers, waarna interferonen worden aangemaakt, eiwitten die een immuunreactie bespoedigen. De luchtwegen van een pas herstelde grieppatiënt zitten vol met interferonen, zegt Fouchier, wat de kans op een tweede griep, van een ander type, klein maakt.

Daar komt bij dat immuniteit tegen een bepaald virustype lang aanhoudt. Griepvirussen hebben een mantel die uit twee soorten eiwitten bestaat, het H- en het N-eiwit. De afweer richt zich op die twee eiwitten, en als die eenmaal een keer zijn herkend, vergeten de immuuncellen dat niet snel. Een van de stammen die nu rondwaart is virustype A/H1N1. De Mexicaanse griep, die negen jaar geleden een wereldwijde pandemie veroorzaakte, was ook van het type H1N1. Wie toen die griep kreeg, heeft antistoffen aangemaakt tegen de eiwitten H1 en N1 en kan daar nu nog van profiteren, aldus Fouchier. Zo kan een griep van jaren geleden lang bescherming blijven bieden.

Immuniteit tegen een bepaald virustype houdt lang aan. Die griep van jaren geleden kan nu nog steeds bescherming bieden

Maar kan een griepvirus dan misschien in je lichaam blijven sluimeren als je niet goed uitziekt, en voor een tweede keer toeslaan? Dat klinkt onwaarschijnlijk, aldus Fouchier. Twee dagen na de eerste griepverschijnselen is de infectie op haar hoogtepunt en het immuunsysteem volop aan het werk; binnen een week hebben patiënten met een normale afweer het virus geklaard. Wie te snel weer aan het werk gaat, krijgt niet opeens te maken met een opleving van het virus. Wat wél voorkomt, zegt Fouchier, is dat patiënten die nog niet goed zijn opgeknapt een bacteriële infectie oplopen. De epitheelcellen, die de wand van neus en de keel bedekken, zijn door het griepvirus beschadigd geraakt en daardoor nestelt zich daar makkelijker een bacterie. En hoewel zo'n infectie iets andere klachten geeft, lijkt het voor de leek al snel alsof de griep opnieuw heeft toegeslagen.

Daar zit hem het euvel, denkt Fouchier: wie snottert en zich niet lekker voelt, plakt daar al snel het label griep op, terwijl vaak sprake is van een gewone verkoudheid. Een groep internationale wetenschappers becijferde een paar jaar geleden in het vakblad PLOS Biology dat volwassenen vanaf hun dertigste gemiddeld slechts twee keer per tien jaar de griep krijgen. De kans op een verkoudheid is vele malen groter, met de tientallen verkoudheidsvirussen die circuleren. Net voor de Kerst waren veel mensen ziek thuis, maar dat was vooral te wijten aan een verkoudheidsvirus, vertelt Fouchier: 'Er heerste toen nauwelijks griep maar toch had iedereen het erover.' Wie zich toen grieperig voelde en nu weer, heeft waarschijnlijk toch maar één keer echt de griep gehad.

Veel mensen verwarren een doodgewone verkoudheid met griep