NOS NieuwsAangepast

'Noord-Koreanen werkten gedwongen aan bouw Nederlandse schepen'

  • Marten Wiegman

    redacteur internationale economie

  • Marten Wiegman

    redacteur internationale economie

Op een scheepswerf in Polen zijn Noord-Koreaanse dwangarbeiders gebruikt bij de bouw van Nederlandse schepen. Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit Leiden in een rapport over Noord-Koreaanse dwangarbeid, waarin ook naar de Europese Unie is gekeken. Ze noemen een aantal Nederlandse scheepsbouwbedrijven die via de Poolse scheepswerf mogelijk gebruikmaakten van Noord-Koreaanse arbeiders.

Noord-Korea dwingt duizenden arbeiders om in het buitenland te werken, om zo aan inkomsten te komen. Daarbij worden hun mensenrechten geschonden. Polen overtreedt volgens het onderzoek internationale afspraken over arbeid.

Het draait volgens het onderzoek, People for Profit: North Korean Forced Labour on a Global Scale, allemaal om de Partner Shipyard scheepswerf in Szczecin in Polen, vlak bij de Duitse grens. Daar zijn de afgelopen jaren 43 schepen gebouwd, waarvan 38 in opdracht van Nederlandse scheepsbouwers.

Medeverantwoordelijk

Dat er al jarenlang Noord-Koreaanse arbeiders werken, blijkt bijvoorbeeld uit de documentaire Dollar Heroes, maar ook uit bezoeken van de Poolse arbeidsinspectie. In juni 2016 bezocht die dienst de scheepswerf viermaal. De Noord-Koreanen worden er tewerkgesteld via het Noord-Koreaanse bedrijf Redshield.

Via scheepsbouwer Shipkit werd er de afgelopen jaren een schip geleverd aan het Nederlandse bedrijf Acta Marine. En drie rompen voor baggerschepen aan Boskalis. Ook Koninklijke Bodewes heeft drie schepen laten bouwen op diezelfde werf.

Volgens de onderzoekers zijn deze bedrijven medeverantwoordelijk voor de slechte arbeidsomstandigheden waarin Noord-Koreaanse arbeiders te werk worden gesteld. Zelf zeggen de de betrokken bedrijven dat ze niet geweten hebben dat Noord-Koreaanse arbeiders op de werf aan het werk waren.

'Geen zaken meer in Polen'

"Ik ben er een paar keer geweest, maar heb er nooit iets van gezien of gehoord," zegt directeur Johan Schouwenaar van Bodewes Shipyards. "Later hoorde ik dat ze waarschijnlijk alleen 's avonds of 's nachts aan het werk waren."

Toen vorig jaar de eerste verhalen bekend werden had hij er nog een schip in aanbouw. "Wij hebben het schip af laten bouwen en doen sinds juni vorig jaar geen zaken meer in Polen."

Oud-directeur Feiko Hogeveen van CIG Shipbuilding beaamt dat er via zijn bedrijf 38 schepen zijn gebouwd bij Partner Shipyard en sluit niet uit dat daar ook Noord-Koreanen bij betrokken waren. "Ik denk het wel, maar ze hadden geen bordje om: Noord-Korea." Zijn bedrijf is in 2016 gestopt met het bouwen van schepen in Polen, maar het zou hem niet verbazen als andere bedrijven ermee zijn doorgegaan.

De arbeiders in Polen leven en wonen op het terrein van de werf, zo bevestigt een Noord-Koreaanse arbeider die anoniem wil blijven en die inmiddels is ondergedoken. Mr. K., zoals de man genoemd wordt, vertelt verder: "Ik werkte als lasser. Mijn eerste salaris kreeg ik pas na vijf maanden. De laagste betaling was 1,5 dollar, het hoogste bedrag 180 dollar. Ook als ik 13 uur per dag werkte, of 's nachts."

In de 2DOC documentaire Dollar Heroes gaan journalisten met de verborgen camera op zoek naar Noord-Koreaanse dwangarbeiders in Polen en Rusland. Slechts enkelen durven onherkenbaar te vertellen over ervaringen:

Noord-Koreanen werken gedwongen op Poolse scheepswerven

Ook journalisten van The New York Times deden onderzoek naar de Noord-Koreaanse arbeid in Polen. Volgens hun bronnen verbleven er in 2017 tenminste 450 arbeiders uit Noord-Korea in Polen, die werken bij negentien bedrijven. Omdat werkvergunningen door provinciale autoriteiten worden verstrekt, is het moeilijk om een exact aantal voor het hele land te geven.

De krant haalt experts aan die schatten dat alle 147.000 Noord-Koreaanse arbeiders die in het buitenland actief zijn jaarlijks zo'n 200 tot 500 miljoen dollar opbrengen voor het regime in Pyongyang.

Ook de oud-ambassadeur van Noord-Korea in Londen bevestigt dat de inzet van werkkrachten een lucratieve bron van inkomsten is voor het regime. Tae Yong-ho liep in 2016 over en heeft in een aantal publieke getuigenissen een boekje opengedaan over de praktijken van Pyongyang.

Hij stelt dat Noord-Koreaanse arbeiders ook in het buitenland altijd onder toezicht staan van het regime en dat het geld vaak door Noord-Koreaanse diplomaten in contanten naar Pyongyang wordt gebracht.

Sancties

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft tal van sancties opgelegd aan Noord-Korea. Vanwege schendingen van de mensenrechten, maar vooral ook vanwege een kernprogramma en het testen van raketten. Import en export zijn aan banden gelegd, de verkoop van olie aan Noord-Korea is gelimiteerd, luxe goederen mogen er niet naartoe.

Of de sancties ook echt worden nageleefd is minder duidelijk. Bij de laatste aanscherping ervan in decmber 2017 is afgesproken dat er binnen twee jaar een einde moet komen aan het tewerkstellen Noord-Koreaanse arbeiders. The New York Times schrijft dat het aantal landen dat Noord Koreanen laat werken is gedaald van 40 naar 16.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl