Direct naar artikelinhoud

Steeds meer Nederlanders zeggen nee tegen orgaandonatie

De groep Nederlanders die zich meldt bij het Donorregister om ‘nee’ te zeggen tegen orgaandonatie groeit.

Vorige maand hebben veel meer Nederlanders dan normaal zich bij het Donorregister gemeld om bezwaar te maken tegen orgaandonatie na hun dood.

De discussie over orgaandonatie leidt niet tot bredere steun voor donatie van organen na de dood. Sterker, de groep Nederlanders die ‘nee’ zegt tegen een donorschap groeit.

Vandaag debatteert de Eerste Kamer verder over het nieuwe systeem waarin Nederlanders na de dood automatisch donor zijn. In de voorgestelde opzet zijn zij automatisch donor, tenzij zij aangeven dit niet te willen. En dat is precies wat een groeiende groep doet.

Waarom in Nederland relatief veel mensen nee zeggen tegen donorschap, is niet bekend

Bezwaarmakers

Toen de Tweede Kamer in 2016 instemde met het wetsvoorstel van D66, telde het Centraal Bureau voor de Statistiek 1.556.000 bezwaarmakers. Een paar dagen geleden hadden in het Donorregister 1.755.613 Nederlanders aangegeven dat artsen na hun dood geen organen uit hun lichaam mogen halen. Dat is een stijging van bijna 13 procent.

Het aantal geregistreerde donoren steeg ook, maar minder hard: met 2,4 procent. In totaal waren op 1 februari bijna 3,7 miljoen Nederlanders potentiële orgaandonor. Afgelopen maand nog kwamen er 20.000 Nederlanders bij. Maar de nee-groep groeide verhoudingsgewijs harder. 15.000 Nederlanders registreerden zich als bezwaarmaker.

Orgaandonatie is een geschenk aan iemand

In 2016 was een vergelijkbare trend te zien. Dat zorgt voor een opmerkelijk hoog aandeel van nee-zeggers in het Donorregister. 28,5 procent maakt ondertussen bezwaar, veel meer dan andere Europese landen. “We weten uit landen waar een ‘ja tenzij’ systeem bestaat dat hooguit 15 procent zich registreert als bezwaarmaker,” zegt bijzonder hoogleraar prosociaal gedrag aan de Vrije Universiteit René Bekkers.

Fel debat

Waarom in Nederland relatief veel mensen nee zeggen tegen donorschap, is niet bekend. Het lijkt een Noord-Europees verschijnsel, afgaande op de Europese donorcijfers. Duitsland, Polen, Zweden, Denemarken en Nederland leveren de minste orgaandonoren per miljoen inwoners. Daarbij hebben Polen en Zweden het systeem waarover Nederland nu debatteert.

Opmerkelijk is dat de Belgen geen probleem hebben met doneren van hun organen. België voerde in de jaren tachtig al het systeem in waarbij iedereen automatisch donor is. Het aantal bezwaarmakers bleef beperkt tot een paar procent. 

“In België was er ook niet zo’n fel debat als in Nederland”, zegt Jan van Busschbach, hoofd van de afdeling medische psychologie en psychotherapie aan de Erasmus Universiteit. “Daar was geen discussie over hersendood en hoe dat precies werkt. Zij hebben dat op een achternamiddag besloten en ingevoerd. Wij voeren wel een uitgebreide discussie. Vorige week duurde het debat in de Eerste Kamer de hele dag en aan het eind waren er alleen nieuwe vragen bijgekomen.”

Dat werkt door bij de bevolking, denkt Van Busschbach. “Je zou denken, hoe meer discussie des te meer begrip, maar het gaat precies de andere kant op. De onzekerheid neemt toe. De reactie bij velen is dan: bij twijfel niet inhalen.”

Juridische zaken

Wat Van Busschbach ook opvalt aan de discussie in Nederland is dat het vooral gaat over zaken als het vaststellen van hersendood en juridische zaken als wie en wanneer wat mag zeggen over uitnemen van organen. 

“De barmhartigheid is zoek in het debat. Orgaandonatie is een geschenk aan iemand. Je kunt zo als burger na de dood iets bijdragen aan het welzijn van de mensen die nog wel leven. Maar dat kom je in het debat niet tegen. Dagelijks zien we de gevolgen van mensen die we graag willen helpen, maar die we door een donortekort niet kunnen redden. Dat leidt tot vermijdbare sterfte.”

Bekkers vindt dit het juiste moment om over te gaan op een ander donorsysteem. “In landen met een systeem waarbij iedereen donor is hebben nabestaanden vaak het laatste woord en gaat de donatie vaak niet door. Maar omdat bij ons weinig donoren zijn, hebben we veel geïnvesteerd in dat soort gesprekken met nabestaanden, die ook hier een belangrijke stem hebben bij orgaandonatie. Daarom is dit zo’n goede tijd om over te gaan.”

Stel dat het wetsvoorstel er door komt, dan komt volgens Busschbach een andere vraag aan de orde. "Als een groep van bijna 30 procent zegt dat zij geen donor willen zijn, moeten zij dan wel een orgaan van een donor ontvangen als zij zelf op de wachtlijst staan?"

Wie zijn de Nederlanders die ‘nee’ zeggen tegen donorschap? 

Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft dat in 2015 onderzocht. Het blijkt dat vooral in gemeenten met een hoog aantal kerkgangers relatief weinig inwoners donor zijn. Dan gaat het uiteraard over het huidige donorsysteem waarbij mensen zelf een codicil moeten invullen. Jongeren onder de 30 en ouderen boven de 70 jaar zijn minder vaak donor dan groep 30 tot 70-jarigen. Nederlanders die zich wel hebben aangemeld als donor, zijn over het algemeen autochtonen en westerse- en tweede-generatie allochtonen. De meesten zijn hoogopgeleid.

Lees ook: 

PvdA biedt Pia Dijkstra  iets meer hoop op 'ja' voor haar donorwet


De column 'Voer geen valsheid in geschrifte in via de actieve donorregistratie' van Patrick van Schie

Bij voorbaat was het debat al beladen, zegt politiek verslaggeefster Wilma Kieskamp.

Voorstanders van Dijkstra's donorvoorstel kunnen Spanje aanvoeren als lichtend voorbeeld.