De studie is uitgevoerd door wetenschappers uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Canada, Finland, Zweden en Zwitserland. Ze hebben onder meer gekeken naar satellietmetingen. Het onderzoek staat in het wetenschapsblad Atmospheric Chemistry and Physics.
Ozon beschermt ons tegen schadelijke straling van de zon. Het wordt gevormd rond de evenaar, op tien tot vijftig kilometer hoogte. Van daaruit verspreidt het zich over de rest van de wereld.
De laag ozon is in de twintigste eeuw zwaar beschadigd door het gebruik van gassen in bijvoorbeeld spuitbussen en koelkasten. Boven de poolgebieden zat zelfs een gat in de ozonlaag. In 1987 sprak de wereld af het gebruik van zulke schadelijke stoffen terug te brengen.
Die afspraken werken goed, zeggen de onderzoekers. Bij de polen en hoog in de lucht is de hoeveelheid ozon sinds 1998 bezig met een herstel. Maar dat gebeurt niet aan de onderkant van de laag ozon, tussen 60 graden noorderbreedte (boven Schotland) en 60 graden zuiderbreedte (onder Zuid-Amerika en Afrika). In die zone ligt ook Nederland. De krimp aan de onderkant gaat sneller dan het herstel erboven.
Mogelijke oorzaken
De onderzoekers hebben wel een paar mogelijke oorzaken. Het kan zijn dat klimaatverandering ervoor zorgt dat ozon sneller wordt weggevoerd vanaf de evenaar richting de polen. Een andere optie is dat zogeheten kortlevende stoffen de schade veroorzaken. Het is bekend dat die schadelijk zijn, maar tot nu toe werd gedacht dat ze werden afgebroken voordat ze schade konden aanrichten.