Dat de Friese hoofdstad schijnbaar verhoogde spoorambities heeft, werd laatst ontdekt door stadsbewoner Jan de Jong. ,,Er staat Leeuwarden CS op een verkeersbord bij de rotonde op de hoek van de Heliconweg en de Tesselschadestraat’’, zo ontdekte hij.

En dat bleek geen uitzondering. Ook de roodwitte fietsborden maken er inmiddels melding van, bijvoorbeeld op het Zuiderplein.

Hoofdprijs

,,Blijkbaar wil Leeuwarden mee in de vaart der volkeren’’, constateert De Jong. Een ander zou er misschien de schouders over ophalen, De Jong kent de gevoeligheid ervan. De aanduiding Centraal Station geldt namelijk als de felbegeerde hoofdprijs in treinenland. Wie CS achter zijn station mag plakken, behoort tot de crème de la crème van de Nederlandse spoorsteden.

De Jong stak zijn zijn licht op bij verschillende instanties en ontdekte uiteindelijk dat de gemeente voor de borden verantwoordelijk is. De ambtenaren zaten er echter mee in hun maag, zo bleek. Voorlichter Lies Volbeda: ,,Hoe het kan dat CS op die borden is verschenen, kunnen we niet meer nagaan, maar het is niet de bedoeling.’’

Er geldt nu een soort uitsterfbeleid voor: ,,We gaan de borden nu niet vervangen, maar als dat in de toekomst wel gebeurt, verdwijnt CS er weer.’’

Strijd

Op het eerste gezicht lijkt ‘CS’ niet eens zo gek, want Leeuwarden telt immers meerdere stations. Afgezien van Leeuwarden-Camminghaburen staat ook het op te heffen ‘klompentreinstation’ Achter de Hoven nog altijd officieel in het NS-systeem vermeld.

Verder werkt de stad aan de voltooiing van het stationsgebied bij De Werpsterhoeke. Als de gemeente haar zin krijgt, gaat dit nieuwe station binnen enkele jaren open.

Voor de NS is de aanduiding CS een hoofdpijnkwestie. Voortdurend proberen middelgrote steden deze benaming binnen te slepen, wat een slopende strijd heeft opgeleverd met bijvoorbeeld Leiden, Groningen en Breda. Leiden had succes, maar Groningen en Breda grepen mis.

Centraal

De NS hanteert inmiddels strikte eisen. Op een Centraal Station dienen internationale treinen te stoppen en het aantal in- en uitstappers moet al gauw zo’n 40.000 op een dag betreffen.

In Groningen is uiteindelijk de oude benaming Hoofdstation weer in ere hersteld, omdat de stad de CS-benaming niet mocht voeren.

Tegenwoordig worden de meeste belangrijke treinsteden op een vernieuwde wijze aangeduid, namelijk met Centraal na de plaatsnaam. Denk bijvoorbeeld aan Rotterdam Centraal. Dit geldt ook voor Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Leiden en Arnhem.