Direct naar artikelinhoud

Toenadering tussen Turkije en Nederland

Op het Turkse ministerie van buitenlandse zaken is men vol lof over minister Zijlstra van buitenlandse zaken.Beeld EPA

Achter de schermen wordt op hoog niveau gepraat. Turkije waardeert de Nederlandse houding over de kwestie-Afrin.

De relatie tussen Nederland en Turkije ontdooit. Achter de schermen vinden de laatste weken gesprekken op hoog niveau plaats om de diplomatieke band tussen Den Haag en Ankara te herstellen.

De Turkse regering waardeert vooral de Nederlandse opstelling rond het offensief tegen de Koerden in de Noord-Syrische regio Afrin, ­aldus diplomaten met kennis van de gesprekken. Het Turkse offensief ligt gevoelig, omdat de Koerdische strijders in Syrië ook een belangrijke rol speelden in de strijd tegen ­Islamitische Staat.

De kunst is om een formulering te vinden, terwijl de eerder van elkaar geëiste excuses achterwege blijven

Vorige week werd de Nederlandse zaakgelastigde in Ankara ont­boden op het Turkse ministerie van buitenlandse zaken. Daar was men vol lof over de woorden van minister Zijlstra van buitenlandse zaken. Die had in de Tweede Kamer gezegd ­‘zeker grond’ te zien voor het Turkse beroep op zelfverdediging tegen de Koerdische strijdgroepen in Afrin, die verbonden zijn met de in Turkije zelf actieve strijdgroep PKK. Het ­kabinet wil ‘geen oordeel uitspreken’ over het Turkse offensief.

Nederland en Turkije proberen via korte ontmoetingen hun verstandhouding te verbeteren. Twee weken geleden sprak Zijlstra zijn Turkse collega Cavusoglu al in Canada, in de marge van een conferentie over Noord-Korea. Eind vorig jaar hadden beide ministers een korte eerste kennismaking bij een Navo-vergadering in Brusssel.

Omzichtig

De gesprekken worden omzichtig gevoerd, vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Een harde publieke uitspraak van de Turkse president Erdogan zou de boel zo weer op scherp kunnen zetten. Het ministerie van buitenlandse zaken wil dan ook niets zeggen over de ontmoetingen die hebben plaats­gevonden.

Gisteren zouden Zijlstra en ­Cavusoglu elkaar opnieuw ontmoeten, op een donorconferentie voor de Palestijnse gebieden in Brussel, ware het niet dat de Turkse minister op het laatste moment verstek liet gaan. Hij was nodig in eigen land voor mogelijk crisisoverleg over ­Afrin, aldus een Turkse diplomaat.

Uiteindelijk zullen de korte ontmoetingen moeten leiden tot een langer gesprek, waarmee beide ministers officieel naar buiten kunnen treden, aldus een bron rond het ­kabinet. De kunst is om een formulering te vinden, waaruit blijkt dat Nederland en Turkije zich richten op hernieuwde samenwerking, terwijl de eerder van elkaar geëiste excuses achterwege blijven.

De betrekkingen raakten vorig jaar maart zwaar beschadigd. De Turkse regering wilde in Nederland campagne voeren onder Turkse ­Nederlanders voor een referendum om de macht van president Erdogan te vergroten. De Nederlandse regering was daar fel tegen en uiteindelijk trok het kabinet de landingsrechten voor Cavusoglu’s toestel in. Toen minister voor gezinszaken Fatma Kaya vanuit Duitsland toch naar Rotterdam reed, moest zij op last van burgemeester Aboutaleb onder politiebegeleiding terug.

Nadien volgde een gespannen periode. De Turkse regering liet de ­Nederlandse ambassadeur in Ankara niet meer toe, en trok in juni ook de eigen ambassadeur terug uit Den Haag. Erdogan gooide ondertussen olie op het vuur door Nederland ­onder meer ‘fascistisch’ te noemen.

Oude vrienden

De afgelopen weken heeft de president openingen geboden voor een detente met West-Europese landen. Eind december zei hij dat de ­regeringen van België, Duitsland en Nederland bestaan uit ‘oude vrienden’ en dat het goed zou zijn als de onderlinge band verbetert. Ook ­Rutte sprak zich in deze periode uit voor een betere band.

Dat zou Nederland goed uit­komen in het kader van het lidmaatschap van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dit jaar, aldus een bron rond het kabinet. In maart zal Nederland daar een aantal vergaderingen voorzitten, en dan is het handig om ook op het niveau van ministers en ambassadeurs te kunnen spreken met een belangrijk land als Turkije.

Lees ook: 
Om het nationalisme in Turkije aan te wakkeren heeft Erdogan de ruzie met Europese bondgenoten niet langer nodig. Hij heeft nu de invasie van de Koerdische enclave Afrin; die heeft hetzelfde effect.