Direct naar artikelinhoud
Opinie

Het heeft geen zin om schoolboeken naar Afrika te sturen, als die boeken het leven van de kinderen niet verbeteren

Archiefbeeld: Somalische kinderen wachten op een voedselrantsoen in het zuiden van Mogadishu.

Maarten Boudry (1984) is filosoof (UGent), de auteur van Illusies voor gevorderden en essayist voor De Morgen. 

Gisteren publiceerde deze krant vier reacties op mijn essay over Effectief Altruïsme in Zeno. Dat is een aardig 'rendement', maar zoals de briefschrijvers mij herinneren, is kwantiteit niet het enige wat telt, en is niet alles meetbaar. Laat me daarom even op de kwaliteit van hun argumenten ingaan.

Waardeoordelen

Orhan Agirdag erkent dat liefdadigheid meer ratio nodig heeft, maar betwist mijn pleidooi voor berekening en kostenefficiëntie. Goede doelen zijn nu immers niet met elkaar te vergelijken. Of wil ik mensen soms "onmondig" maken, door "voor anderen te bepalen wat waardevol is"? Natuurlijk niet. In laatste instantie hangt altruïsme af van waardeoordelen. Als je een effectieve altruïst wil zijn, moet je eerst uitmaken welk ultiem doel je uiteindelijk wil nastreven. De lastigste dilemma's heb ik in mijn stuk bewust vermeden: hoe weeg je het welzijn van dieren af tegen dat van mensen? En dat van toekomstige generaties tegen mensen die vandaag leven?

Maarten Boudry.

Dat belet echter niet dat er over de meest fundamentele waardeoordelen eensgezindheid bestaat: gezond zijn is beter dan ziek zijn, gelukkig zijn is beter dan je miserabel voelen. En hoe langer je gezond en gelukkig bent, hoe beter. Eens we die waarden hebben uitgekozen - en ik neem aan dat Agirdag ze deelt - kunnen we op zoek gaan naar de meest rationele en kostenefficiënte manier om die op globale schaal na te streven. En dat kan via talloze manieren, inbegrepen onderwijs, waar Agirdag mee bezig is.

De reactie van Willem Deconick is daar een goede illustratie van. Deconick verwondert zich erover dat ik met geen woord rep over de overbevolking, en pleit ervoor dat "alle prioriteit moet gaan" naar dit probleem.

Alle prioriteit? Dat zou een effectieve altruïst betwijfelen, maar niet omdat Deconick andere waardeoordelen heeft. Wel omdat een effectieve altruïst de volgende vragen wil stellen: zijn de vooruitzichten voor de mondiale bevolkingsgroei echt zo dramatisch, of zien we dat geboortecijfers overal dalen? (bekijk bijvoorbeeld de TED-talk van Hans Rosling). Is de overbevolking een verwaarloosd probleem, waarbij er nog veel marge is voor nuttige interventies, of krijgt het al voldoende aandacht? Welke zijn precies de meest kosten-efficiënte manieren om overbevolking tegen te gaan, zonder aan het welzijn van de huidige generaties in te boeten? Kan het zijn dat het probleem zichzelf oplost als we mensen uit de armoede tillen en beter onderwijs verstrekken?

Als je een effectieve altruïst wil worden, moet je eerst uitmaken welk ultiem doel je wil nastreven. Daarna moet je een organisatie kiezen, die dat doel ook effectief verwezenlijkt

Langetermijn en complexiteit

In tegenstelling tot wat Agirdag en Peter Decat denken, houdt een effectieve altruïst wel degelijk rekening met langetermijneffecten, en met complexe interventies. In mijn essay legde ik het onderzoek van Michael Kremer uit, die verschillende interventies in het onderwijs heeft onderzocht, met gerandomiseerde proeven. Het effect van die interventies is niet onmiddellijk zichtbaar, en precies daarom moesten ze onderzocht worden.

Agirdag en Decat onderschatten de wetenschappelijke methode. De gerandomiseerde dubbelblindproef is weliswaar de gouden standaard in wetenschap, maar wanneer die op praktische redenen niet uitvoerbaar is, zijn er heus ook andere methoden, zoals longitudinale cohort-studies, waarbij je verschillende groepen gedurende decennia opvolgt. Door het gebrek aan randomisering, is de bewijskracht minder groot, en het gevaar op valse correlaties groter, maar een effectieve altruïst zal er zeker gewicht aan toekennen, zij het minder dan aan een gerandomiseerde dubbelblindproef.

Als de verzonden schoolboeken niet helpen om schoolprestaties te verbeteren en het leven van kinderen te verbeteren, dan maakt het niet uit hoeveel boeken je stuurt

Wat niet kan, is bij voorbaat uitgaan van een gunstige "langetermijnimpact", zoals Agirdag doet, met als excuus dat de wetenschappelijke methode tekortschiet om die te meten. Stel je voor dat je dokter je een pil geeft met de uitleg: "Deze pil zorgt ervoor dat je nooit dement zal worden. We hebben de effecten wel niet onderzocht, want die doen zich nu eenmaal pas na decennia voor. En je kan toch niet verwachten dat we onze studies zo lang laten lopen".

De tegenwerping van Decat is gelijkaardig: de "complexe interventies" die nodig zijn om maatschappelijke structuren te veranderen, zijn volgens hem "oncontroleerbaar en onbewijsbaar". Maar is dat dan een vrijgeleide om eender welke complexe interventie uit te voeren? Hoe is Decat zo zeker welke interventies wel en niet werken? Ook een complexe gedragsverandering kan je wetenschappelijk onderzoeken. De organisatie Development Media International (DMI) bijvoorbeeld, eveneens hoog gerangschikt bij de ranglijst van GiveWell, bewerkstelligt verandering van menselijk gedrag en sociale normen door goedgerichte media-campagnes, bijvoorbeeld over anticonceptie, handhygiëne en borstvoeding. De effecten zijn minder makkelijk meetbaar dan bij muskietennetten, maar moeilijk gaat ook. De organisatie heeft een gerandomiseerde proef opgezet in Burkina Faso, en die toont een sterke daling aan in kindersterfte.

Kosteneffectiviteit

Agirdag heeft nog een belangrijk bezwaar tegen de meting van "kosteneffectiviteit". Dat punt vervalt echter, om de eenvoudige reden dat hij een verkeerde definitie geeft van het begrip. Het percentage van een donatie dat "werkelijk naar de doelen" gaat, is niet de "kostenefficiëntie", maar staat bekend als de directe kosten, in contrast met de overhead kosten (de werkingsmiddelen van de organisatie). Met kosteneffectiviteit heeft dat niets te maken, in tegenstelling tot wat Agirdag denkt.

Wat moet je dan wel doen? Niet het aantal schoolboeken meten, maar de schoolprestaties van leerlingen

Die foute definitie zorgt ervoor dat hij vervolgens een open deur intrapt: niet elke euro die echt in Afrika terechtkomt, zorgt voor minder armoede. Maar dat is precies waar effectief altruïsme om gaat.

De kritiek van Agirdag op de organisatie GiveDirectly toont aan dat hij ze niet kent. De organisatie wordt niet aangeprezen door Effectieve Altruïsten omdat ze lage overhead-kosten heeft, maar omdat het duurzame effect van hun interventies op het menselijk welzijn - door vermindering van armoede - wetenschappelijk is aangetoond.

Herinner je het voorbeeld van de schoolboeken uit mijn essay. Als die schoolboeken niet helpen om schoolprestaties te verbeteren en het leven van kinderen beter te maken, dan maakt het niet uit hoeveel schoolboeken je stuurt. Dan is het ook irrelevant dat de NGO "Schoolboeken voor Afrika" nauwelijks overhead-kosten maakt en bijna elke euro echt aan schoolboeken uitgeeft. De interventie werkt gewoon niet.

Wij prijzen Agirdag niet aan omdat haar overhead-kosten laag liggen, maar omdat het duurzame effect van haar interventies - de vermindering van armoede - wetenschappelijk is aangetoond

Wat moet je dan wel doen? Niet het aantal schoolboeken meten, maar de schoolprestaties van leerlingen. Niet het aantal uitgedeelde klamboes, maar of ze effectief gebruikt worden en gevallen van malaria voorkomen. Dat is wat "kostenefficiëntie" betekent, en dat is precies wat effectieve altruïsten doen.

Neo-liberale meetfetisj?

Tot slot: de perverse effecten van metingen die Agirdag aanhaalt, zijn inderdaad aandachtspunten, maar niets belet dat effectieve altruïsten dat verrekenen. Als is aangetoond (als!) dat het behalen van een bepaald kwantitatief doel een fetisj wordt, die afleidt van waar het echt om draait, dan moeten we op zoek naar een andere maatstaf. Ook dat kan je onderzoeken.

Bijvoorbeeld: als dokters geen terminale patiënten willen behandelen, omdat die slecht zijn voor hun sterftestatistieken, dan moeten we onze metingen aanpassen en die geweigerde patiënten ook verrekenen. Zo gaat wetenschap vooruit. Niet door te beweren dat goede doelen per definitie onmeetbaar zijn, of door te zuchten over de "afrekencultuur".