We gaan straks onze burgemeester kiezen. Maar hoe?
Dertien jaar na de eerste mislukte poging verdwijnt de benoemde burgemeester dan toch uit de Grondwet. Dat maakt de weg vrij voor burgemeestersverkiezingen. Maar over de vraag hoe dat precies moet, bestaat onder de gevestigde partijen nog grote verdeeldheid.
De landelijke middenpartijen VVD, CDA en PvdA leveren nog altijd meer dan tweederde van alle burgemeesters, decennialange politieke turbulentie en de opkomst van lokale partijen ten spijt. Toch werken deze partijen nu mee aan iets dat hun traditionele machtsbasis flink kan ondermijnen: de komst van de gekozen burgemeester.
Vanavond debatteert de Tweede Kamer over de wijziging van de Grondwet die daarvoor nodig is. Die is op initiatief van D66 al in de vorige regeerperiode, onder een kabinet van VVD en PvdA, in gang gezet. Zowel Tweede als Eerste Kamer heeft er in 2013 en 2015 mee ingestemd dat de aanstelling van de burgemeester - en de commissaris van de koning - niet langer met een Kroonbenoeming gebeurt, zoals nu nog in artikel 131 staat.
Maar voor een grondwetswijziging zijn in beide Kamers twee stemronden nodig, met tussenliggende verkiezingen. Nu deze vorig jaar maart hebben plaatsgevonden, gaat de tweede ronde in. Daarbij geldt de bijzonderheid dat een tweederde meerderheid nodig is. In de huidige politieke verhoudingen tekent deze zich in beide Kamers af. In de vorige ronde ('lezing') stemden alleen SGP en ChristenUnie tegen. De CU heeft zich nu in het regeerakkoord gecommitteerd aan deze verandering.
Na dit deconstitutionaliseren (uit de Grondwet halen) ligt de weg open om bij gewone wet vast te leggen hoe iemand burgemeester of commissaris van de koning kan worden. Daarvoor bestaan verschillende varianten. Vanaf dat punt lopen ook de meningen van de partijen uiteen, wat betekent dat de eerste daadwerkelijke burgemeestersverkiezing nog wel even op zich zal laten wachten.
Toch is de Grondwetswijziging van belang, met name voor D66. De partij heeft er een geschiedenis mee. In 2005 was de grondwetswijziging zelfs al voor tweede lezing in de Eerste Kamer, toen het mis ging met het kroonjuweel. De partij had de verandering van de Grondwet gekoppeld aan een rechtstreekse verkiezing van de burgemeester door de plaatselijke bevolking. Dat stuitte toenmalig PvdA-senator en oud-burgemeester Ed van Thijn tegen de borst. Het D66-initiatief sneefde in de 'Nacht van Van Thijn' en toenmalig D66-minister Thom de Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing trad af. Zijn opvolger: huidig partijleider Alexander Pechtold.
Verandering
Oude tekst grondwet: 'De commissaris van de Koning en de burgemeester worden bij koninklijk besluit benoemd.'
Nieuwe tekst grondwet: 'De commissaris van de Koning en de burgemeester worden aangesteld, geschorst en ontslagen op een bij de wet te bepalen wijze.'
Voor D66 speelt ook mee dat de partij op een ander punt van democratische vernieuwing heeft moeten inleveren. In deze periode komt er geen bindend referendum en het raadgevend referendum wordt afgeschaft. Het laatste raadgevend referendum dat er nog wel komt, ligt gevoelig bij D66. Het gaat over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waar D66 tegen was. Maar nu, in het nieuwe kabinet van VVD, CDA, D66 en CU, steunt zij de wet. Bovendien is een D66-minister, Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken), er nu verantwoordelijk voor.
Zo hebben meer regeringspartijen pijn, want het CDA op zijn beurt staat zeker niet te juichen bij een eventueel rechtstreeks gekozen burgemeester. Wat de partijen bindt, is de wetenschap dat het electoraat al zeker 25 jaar in onderzoeken aangeeft meer greep te willen hebben op de lokale democratie. De opkomst van lokale partijen is er het bewijs van. De wens de burgemeester te kunnen kiezen, zit diep - het bleek ook weer in december uit het tweejaarlijkse SCP-rapport De staat van Nederland. Nu de landelijke partijen gestaag krimpen, kunnen zij in feite niet meer om de gekozen burgemeester heen.
Van belang voor de uiteindelijke vorm waarin de burgemeester zal worden gekozen, is het later dit jaar te verschijnen rapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. Voorzitter Johan Remkes (VVD), tevens commissaris van de koning in Noord-Holland, benoemde in een tussenrapportage in oktober 'functieverlies van politieke partijen' als een van de zwakke punten in onze democratie. Dit omdat diezelfde partijen nog wel de voornaamste personele leverancier zijn voor bestuurlijke posten in het land. Remkes: 'Dat is niet goed voor het vertegenwoordigend stelsel.'
Het is dus mogelijk dat Remkes met zijn achtkoppige commissie eind 2018 zal adviseren in welke vorm de burgemeester het beste gekozen kan worden. Tegen die tijd is naar verwachting de grondwetswijziging alvast geregeld.
Nederland
386 burgemeesters zijn er op dit moment in Nederland, van wie 81 vrouwen
1. Rechtsreeks gekozen - Veel meer een politieke figuur
Een rechtstreeks door de plaatselijke bevolking gekozen burgemeester heeft verregaande consequenties. De burgemeester zal dan veel meer een politieke figuur worden, die met een eigen programma in verkiezingstijd campagne voert. Het ligt voor de hand dat hij eigen wethouders zal meenemen en zo een politiek blok vormt tegenover de gemeenteraad. De burger brengt dan bij de gemeenteraadsverkiezingen twee stemmen uit: één op een partij, één op een persoon. De aanstellingstermijn van de burgemeester zou dan teruggaan van zes naar vier jaar.
Vooral D66 bepleit deze variant. Ze geeft de burgemeester democratische legitimiteit, is het argument. Uit een enquête van Nieuwsuur in oktober bleek evenwel dat een ruime meerderheid van de zittende burgemeesters hiervan geen voorstander is. Zij ervaren geen hinder doordat ze nu benoemd zijn, omdat het parachuteren van burgemeesters vanuit Den Haag al tot het verleden behoort. Burgemeesters wijzen er ook op dat zij over het algemeen gerespecteerd zijn onder de bevolking. Denk aan Ahmed Aboutaleb in Rotterdam en de onlangs overleden Eberhard van der Laan in Amsterdam.
Critici wijzen er ook op dat deze variant een grondige verbouwing van het lokaal bestuur vergt. Er kunnen patstellingen ontstaan tussen de gekozen burgemeester en de gekozen raad. Wie heeft dan het laatste woord? Waar ligt uiteindelijk de macht? Wie kan wie wegsturen?
2. Indirect gekozen - Geheimhouding kan opgeheven
In deze variant wordt de burgemeester door de gemeenteraad gekozen. Dit lijkt het meest op de huidige praktijk en heeft van oudsher de voorkeur van de PvdA. Als er nu een vacature is, wordt een profielschets opgesteld. Solliciteren gebeurt bij een vertrouwenscommissie, samengesteld uit een vertegenwoordiging van de gemeenteraad. Kandidaten gaan ook langs de commissaris van de koning.
Uit de beste sollicitanten selecteert de vertrouwenscommissie twee kandidaten, waarover de gemeenteraad in het geheim stemt. Bedoeling is dat de naam van de afvaller niet bekend wordt, maar deze lekt vaak toch uit. Dat over kwam bijvoorbeeld Annemarie Jorritsma in 2010 in Amsterdam. Ze verloor van Eberhard van der Laan.
Dit proces zou transparanter kunnen worden gemaakt, met openbare sollicitaties, zonder bescherming van sollicitanten. Het schrappen van de Kroonbenoeming maakt het gemakkelijker om de geheimhouding op te heffen, als aan het eind van de rit de koning er niet meer met zijn handtekening aan te pas hoeft te komen. Ook het gedoe met strafrechtelijke vervolging als namen uitlekken, is dan van de baan.
De raad geeft het mandaat aan een burgemeester van zijn keuze en stuurt hem weg als hij niet goed functioneert. Het lijkt op een ministerschap, dat ook ophoudt als de Kamer het vertrouwen in een bewindspersoon verliest.
3. Grootste partij levert - Het aanvaardbare compromis?
Er is nog een tussenvariant denkbaar, die lijkt op het Franse model. Na de gemeenteraadsverkiezingen mag de lijsttrekker van de grootste partij een gemeentebestuur vormen dat gesteund wordt door de raad. Hij wordt zelf voor vier jaar burgemeester.
Zo gaat het nu ook al bij landelijke verkiezingen, waarbij de grootste partij doorgaans de premier levert. Het is ook het model van het stadsdeel: na stadsdeelverkiezingen wordt de aanvoerder van de winnende partij stadsdeelvoorzitter.
Voordeel is dat het de gemeenteraadsverkiezingen spannender maakt, wat de opkomst kan verhogen. Bovendien is het model herkenbaar en hoeft niet de lokale democratie te worden verbouwd. De burgemeester wordt minder ceremonieel, dat wel, maar beter democratisch gelegitimeerd.
Nadeel is dat onafhankelijke kandidaten op achterstand staan. Zij moeten eerst een partij beginnen om mee te kunnen doen. Waar voor D66 en PvdA duidelijk is hoe het na de grondwetswijziging verder moet, is dit voor VVD en CDA nog geen uitgemaakte zaak. Van rechtstreeks kiezen zijn zij geen voorstander. Via de gemeenteraad is voor hen een optie die nog nader onderzoek vereist. Deze variant zou weleens een aanvaardbaar compromis kunnen zijn.