Direct naar artikelinhoud

Deze burgerwacht van wandelende moslima's houdt Zweedse jeugdcriminelen in toom

Moslimmannen kun je een grote mond geven, maar moslimvrouwen toon je respect. Het is de verklaring waarom moslimmoeders succesvol zijn in de strijd tegen de criminele jeugd in Zweden.

De moslima's struinen de straten af en praten desnoods met drugsdealers.Beeld Julius Schrank / de Volkskrant

'Ze wilden de politie aanvallen.' Fatma Ipek (63) oogt meteen weer alert als ze vertelt wat ze even geleden hier in Fittja, een buitenwijk van Stockholm, meemaakte. De politie wilde een Pakistaanse jongen arresteren die drugs bij zich had. Hij verzette zich, en andere jongens renden erop af, vertelt ze. Opeens stonden daar vijftig schreeuwende tieners tegenover vier agenten. Ze hadden messen bij zich.

Fittja is berucht in Zweden om zijn probleemjongeren, maar de Turks-Zweedse Ipek bedacht zich geen moment en ging tussen de jongens en de agenten in staan. De tieners hadden dit niet verwacht, zegt ze. 'Ik vroeg ze: waarom doen jullie dit? Luister nou. Ga gewoon naar huis.' De jongens dropen af, waarna de Pakistaan met de agenten meeliep naar de politieauto.

'Voor de politie zijn ze niet bang. Voor ons hebben ze respect'

Klaarblijkelijk kan het zo simpel zijn om een rel in de kiem te smoren. Ipek heeft daar wel een verklaring voor. 'Voor de politie zijn ze niet bang. Voor ons hebben ze respect. Zodra ze ons zien, schamen ze zich namelijk voor hun gedrag.'

'Ons', dat is de groep van tien moslimmoeders en oma's met wie Ipek sinds drie jaar in de weekenden op straat een oogje in het zeil houdt. De vrouwen praten met de jongeren, bouwen een vertrouwensband met ze op en confronteren ze met hun foute gedrag. Ze zijn niet de enigen die hebben ontdekt dat zij iets bijzonders gedaan kunnen krijgen bij de Zweedse probleemjeugd. Zeker in vijf achterstandswijken in en rond Stockholm zijn moslimvrouwen wandelgroepen gestart. Binnenkort beginnen ook wandelclubs in de steden Nyköping, Malmö en mogelijk Gotenburg.

Het is een trend, merkt Janne Lundholm, bestuurslid van Nattvandring, de vrijwilligersorganisatie die de wandelingen promoot en de moeders voorziet van rode jassen. De vrouwen willen de jongens duidelijk maken dat ze niet alleen thuis met hun moeders te maken krijgen als ze rottigheid uithalen, maar tevens op straat. Zo hopen ze te voorkomen dat de vaak nog jonge raddraaiers - soms pas 13, 14 jaar oud - zich tot zware criminelen ontpoppen.

Turkse vrouwen van de groep 'Nattvandring' (nachtwandeling) in Fittja, een buitenwijk van Stockholm.Beeld Julius Schrank / de Volkskrant

'Zachte' aanpak beter dan de harde benadering van de politie

Samen met nog ruim twintig buurten in Zweden heeft de Zweedse politie de wijk Fittja op een aandachtslijst geplaatst van 'bijzonder kwetsbare wijken'. De vaak werkloze, gedesillusioneerde jeugd zoekt zijn heil in crimineel gedrag en confrontaties met het gezag, zoals openlijke drugshandel en stenen gooien naar politieauto's en ambulances. 'Een wetteloos land', noemde een politieagent Fittja vorige maand nog in de krant Svenska Dagbladet.

Het is de wijk waar Ipek al meer dan twintig jaar woont. Zelf werkte ze als verpleger, terwijl haar man een taxibedrijf runde. Haar dochter is er opgegroeid. Ze maakt zich zorgen over de toekomst van de jeugd, en daarom zijn de wandelingen voor haar belangrijk.

De 'zachte' aanpak van de wandelaars is beter dan de vaak hardere benadering van de politie, vindt ook Felipe Estrada Dörner, een in jeugdcriminaliteit gespecialiseerde hoogleraar Criminologie aan de Universiteit van Stockholm. De moslimvrouwen ontwikkelen een vorm van burgeractie in de immigrantenwijken waar criminologen al jaren op hebben aangedrongen. De moeders kunnen natuurlijk niet eigenhandig aan alle criminaliteit een einde maken. 'Wel zijn ze mogelijk in staat sommige jongeren tot inkeer brengen.'

'Ze wilden de politie aanvallen. Ik vroeg ze: waarom doen jullie dit? Luister. Ga gewoon naar huis', vertelt Fatma Ipek, een van de moeders.Beeld Julius Schrank / de Volkskrant

Uitdagen

Het is overigens niet zo dat er geen moslimmannen in Zweden de straat op gaan om met de jongeren te praten. De vrouwen lijken wel meer succes te kunnen boeken. Een oudere man uitdagen, dat levert een jongen nog respect op in de groep. Datzelfde doen bij een moslimvrouw kan zelfs bij de meest stoere jongens rekenen op afkeuring. 'De aanwezigheid van moslimvrouwen op straat werkt daarom deëscalerend', zegt Estrada.

De groep van Ipek begon met 'braaf' wandelen op vrijdag- en zaterdagavond, maar gaandeweg is het zelfvertrouwen van de vrouwen gegroeid en zijn ze tevens allerlei 'speciale verzoekjes' gaan uitvoeren voor de buurtbewoners. Zo zijn ze een keer bij een drugshandelaar langsgegaan en hebben met hem kunnen afspreken dat hij zijn jongens niet meer openlijk laat dealen op de trap bij het ziekenhuis en voor de bibliotheek. Ook zullen ze in de zomer waarschijnlijk weer optreden als 'bewakers' tijdens het jaarlijkse voetbaltoernooi in de wijk, een evenement dat garant staat voor vechtende jongeren.

'Ze moeten niet ons werk overnemen'

De politie is blij met de wandelgroep in Fittja, maar ziet liever dat de moslimvrouwen zich beperken tot het wandelen op straat en daar kletsen met de jongelui. Ze vinden de extra acties te risicovol, zegt de lokale politieagent Sofi Hermansson. 'Ze moeten vooral als extra oren en ogen fungeren, ons bellen als ze iets vreemds zien, maar niet ons werk overnemen.'

Dat kan die agent wel zeggen, maar de vrouwen zijn vastberaden meer te zijn dan alleen handige spionnen voor de politie. De agenten zijn op hun tenen getrapt doordat het haar enkele maanden geleden wel lukte de vijftig jongeren tot bedaren te krijgen, wrijft Ipek de politie nog maar eens in. 'Ook de politie moet leren ons te vertrouwen.'

Eric van den Outenaar

De moslima's struinen de straten af en praten desnoods met drugsdealers.Beeld Julius Schrank / de Volkskrant

Moslimmoeders in Nederland zijn nog verborgen krachten

Buurtmoederprojecten zijn er ook in Nederland. In diverse steden komen vrouwen bijeen om te praten over lastige thema's, zoals radicalisering, pestgedrag en loverboys. Ze worden soms getraind om 'de ogen en oren' in hun wijk te zijn. Om al in een vroeg stadium signalen te kunnen oppikken als hun jongeren het verkeerde pad op dreigen te gaan. En om elkaar te ondersteunen in de opvoeding.

Maar stoere vrouwen met een migratieachtergrond die de straat op gaan om criminele en overlastgevende jongeren tot de orde te roepen, zoals in Zweden gebeurt, kent Hans Bellaart niet. Hij is coördinator Portaal Kennisplatform Integratie & Samenleving bij het Verwey-Jonker Instituut en onderzoeker jeugd, opvoeding en onderwijs. 'Overlast tegengaan ligt in Nederland meer op de weg van buurtvaders. Misschien kunnen we wat van Zweden leren', zegt Bellaart. 'Ze zouden meer impact kunnen hebben dan de buurtvaders, want jongeren met een Marokkaanse of Turkse achtergrond hebben over het algemeen veel respect voor moeders. Zij weten hen wel te raken en dat geldt lang niet voor alle professionals. Die worden niet altijd serieus genomen.'

De buurtmoederprojecten die hij kent in Den Haag, Dordrecht en Capelle aan den IJssel liggen volgens hem wel dicht tegen het Zweedse wandelmodel aan. Zover hij weet bestaat er geen landelijk overzicht van dit soort buurtprojecten. Meestal worden die door de gemeente, of soms door stadsdelen, gesubsidieerd.

Buurtvadergroepen bestaan al bijna twintig jaar in Nederland. De eerste groep werd in 1999 opgericht in Amsterdam-West. Doel was de overlast van Marokkaanse jongeren effectiever te kunnen aanpakken. Vaders namen hun verantwoordelijkheid als opvoeders in het publieke domein. Het project werd een succes en kreeg al snel navolging. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 raakten de buurtvaderprojecten in een stroomversnelling, schrijft onderzoekster Trees Pels in 2005 in het rapport De toekomst van buurtvaderschap.

Nu raken ze meer op de achtergrond, zegt Bellaart. Ze bestaan nog wel, maar zijn soms niet meer dan 'symptoombestrijding'. 'Jongeren stoppen even met klieren, maar gaan er gewoon weer mee door als de vaders weg zijn.'

Buurtmoederprojecten zoals op de foto in Zweden kent Nederland niet. Buurtvaderprojecten bestaan wel al bijna twintig jaar, maar raken nu meer op de achtergrond.Beeld Julius Schrank / de Volkskrant

Bellaart breekt een lans voor de 'integrale aanpak'. 'Groepen met een Turkse, of Marokkaanse achtergrond die hun eigen verantwoordelijkheid nemen en die samenwerken met professionals en jongerenwerkers, hebben de meeste kans van slagen.'

Volgens directeur Karima Sahla van Oumnia Works, die buurtmoeders begeleidt en traint, laten Nederlandse moslima's op straat al wel hun invloed gelden. 'Ze vergroten de leefbaarheid in de buurt. Jongens zijn toch bang dat hun moeders worden ingelicht over hun gedrag.' Maar het kan volgens haar veel effectiever. Net als Bellaart vindt zij dat burgerinitiatieven 'professionele backing nodig hebben'. Sahla: 'Gemeenten kunnen de weg naar mannen makkelijker vinden. Vrouwen zijn nog verborgen krachten.'

Janny Groen


We wandelden een nacht mee met Turkse vrouwen van de groep 'Nattvandring' in Fittja

Fittja, een buitenwijk van Stockholm, is berucht in Zweden om zijn probleemjongeren. Sinds drie jaar houden tien moslimmoeders en -oma's op straat een oogje in het zeil. Ze praten met de jongeren, bouwen een vertrouwensband met ze op en confronteren ze met hun criminele gedrag. Bekijk hier de fotoreeks.