Minister Van Engelshoven vreest tweedeling studenten door selectie aan de poort
Het ministerie van onderwijs gaat onderzoeken wat de effecten zijn van selectie aan de poort bij hogescholen en universiteiten. Volgens minister Ingrid van Engelshoven (onderwijs) is er nog te veel onduidelijk of deze nieuwe manier van selecteren wel het gewenste effect heeft, blijkt uit antwoorden op vragen van de Tweede Kamer.
De minister vreest een tweedeling onder studenten. Zo vindt ze het onwenselijk dat studenten van wie de ouders niet studeerden minder vaak meedoen aan een selectiestudie dan studenten met hoger opgeleide ouders. Ook vraagt Van Engelshoven zich af “of particuliere stoomcursussen voor selectieprocedures zorgen voor een tweedeling tussen de kandidaat-studenten die deze cursussen wel kunnen en willen betalen en zij voor wie dat niet geldt".
Sinds dit collegejaar kiezen hogescholen en universiteiten zelf hun studenten voor opleidingen met een beperkt aantal plaatsen. Daarbij tellen niet enkel de cijfers, maar moeten geïnteresseerde studenten ook hun motivatie toelichten in bijvoorbeeld een gesprek. Bij ongeveer honderd opleidingen gaat dat zo, zoals de studies geneeskunde, fiscaal recht, tandheelkunde en de opleidingen tot fysiotherapeut en journalist.
Selectie versus loting
De selectie aan de poort is dit jaar in de plaats gekomen van een landelijke centrale loting. Die is afgeschaft omdat die niet eerlijk zou zijn. Het systeem zou te willekeurig zijn en te veel afhankelijk van de prestaties op de middelbare school, omdat scholieren met een gemiddeld een acht of hoger automatisch werden toegelaten. Dat zou nadelig zijn voor laatbloeiers en geschikte jongeren zonder een uitmuntende cijferlijst.
Een aantal opleidingen geneeskunde experimenteerde al een paar jaar met de nieuwe methode. Dat leidde tegen de verwachtingen in niet tot betere studieresultaten, bleek uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen waarover Trouw in oktober berichtte. Mede door deze uitkomsten heeft de minister nu besloten tot verder onderzoek. Ondanks haar reserves is Van Engelshoven over het algemeen wel positief over de eerste resultaten. “Studenten zijn beter voorbereid, gemotiveerder en kiezen bewuster.”