Direct naar artikelinhoud

Hoe snel ben je in het ziekenhuis of op school?

Hoe snel ben je in het ziekenhuis of op school?
Beeld x

In Noordwest-Europa ben je gemiddeld binnen een uur bij publieke voorzieningen die van levensbelang kunnen zijn. In de Sahara kost het soms dagen. De verbeterde wereldkaart van ongelijkheid laat dat zien.

De kaart toont de ongelijkheid in de wereld, niet in inkomen of bezit, maar in reistijd. Reistijd die je nodig hebt om publieke voorzieningen te bereiken die van levensbelang zijn, zoals onderwijs en gezondheidszorg, of economische voorzieningen als werkplaats en bank. In een gebied als Noordwest-Europa ben je daar binnen een uur, wat in de kaart geel oplevert. Maar in sub-Sahara Afrika kan het dagen kosten om in school of ziekenhuis te komen, weergegeven met diep paars in de kaart.

In kaart brengen

Deze wereldkaart van ongelijkheid werd deze week gepubliceerd in vakblad Nature. Een van de makers is Andy Nelson, hoogleraar aan de Universiteit Twente en gespecialiseerd in de toepassing van remote sensing voor landbouw en voedselzekerheid.

Nelson maakte tien jaar geleden een eerdere versie van deze wereldkaart. De nieuwe versie, zegt hij, is een enorme verbetering. "We hebben in die tien jaar betere satellietwaarnemingen gekregen van landgebruik, stedelijke gebieden en infrastructuur. We hebben nu veel betere informatie over transportnetwerken en snelheid van reizen dankzij OpenStreetMap. Dat is een open-source wereldkaart die tot stand is gekomen door crowdsourcing, informatie van de massa, van heel veel gewone mensen. En we hebben kunnen samenwerken met Google. Voor deze kaart is Google Earth Engine benut, een computernetwerk voor wereldwijde verwerking van satellietbeelden en andere ruimtelijke informatie." Dat alles heeft een veel nauwkeuriger kaart opgeleverd.

Het wegwerken van de ongelijkheid in de toegang tot publieke voorzieningen en economische mogelijkheden, is een van de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties. Maar hoe breng je die toegankelijkheid tot voorzieningen in kaart?

Berekening

Je weet dat die voorzieningen geconcentreerd zijn in de steden. De afstand tot de stad is dan een maat voor hun toegankelijkheid. Niet de enige maat, stelt Nelson, want ín die steden leven armen die wel de dokter naast de deur hebben, maar geen geld om hem te betalen. Dat kun je de financiële afstand noemen. Maar ook de fysieke afstand waar de onderzoekers naar hebben gekeken weegt zwaar; het maakt nogal uit of je binnen een uur in een ziekenhuis kunt zijn of daarvoor dagen onderweg bent.

Om die afstand te bepalen hebben de onderzoekers niet gekeken naar het aantal kilometers hemelsbreed, maar naar benodigde reistijd. Daarvoor moesten ze gedetailleerde informatie verzamelen over de kwaliteit van wegen, spoorverbindingen en waterwegen, en over veranderingen in het landschap door urbanisatie, ontbossing, landbouw et cetera. Dat is veel werk, maar het grote voordeel van het berekenen van de reistijd is dat het landen en mensen vergelijkbaar maakt, of die nu de auto kunnen pakken en de snelweg nemen of per ezel een berg over moeten.

Uit die enorme hoeveelheid data blijkt dat 80 procent van de wereldbevolking op minder dan een uur reizen van een stad woont. In rijke landen, die je vooral in West-Europa en Noord-Amerika vindt, is dat meer: 90 procent van de mensen woont op minder dan een uur van een stad. In arme landen is het minder: de helft van de bevolking kan binnen een uur in de stad zijn. Een duidelijk relatie tussen welvaart en bereikbaarheid van voorzieningen, dus. Eenzelfde relatie zagen de onderzoekers tussen bereikbaarheid en opleidingsniveau en bereikbaarheid en gezondheid.

De keerzijde

De kaart van bereikbaarheid is gereedschap, zegt Andy Nelson, een instrument voor mensen die zich met ontwikkeling bezighouden. Om de waarde van dat instrument te illustreren, combineerden de onderzoekers hun kaart van reistijden met de wereldkaart van ontbossing die enkele jaren geleden in vakblad Science werd gepubliceerd.

Tekst gaat verder onder de afbeeldingen

Reistijden naar de stad in Indonesië.Beeld rv
Ontbossing in Indonesië.Beeld rv

Het resultaat is hierboven weergegeven voor Indonesië, met boven de kaart van reistijden naar de stad en onder de kaart van ontbossing sinds de eeuwwisseling.

Waar vroeger in afgelegen bossen niet of nauwelijks werd gekapt, slaat de mens nu toe.

Met enige moeite is zelfs met het blote oog te zien wat er gebeurt: de ontbossing gaat het hardst niet dicht bij stedelijke gebieden maar op enkele uren reizen van de stad. Dat patroon zie je niet alleen in Indonesië, maar bijvoorbeeld ook in de Amazone: de witte stippen, gebieden waar het bosverlies het grootst is, liggen op enkele uren reizen van de stad. De optimist denkt nu dat mensen blijkbaar de bossen in hun achtertuin sparen, maar dat is niet het geval; in de meeste stedelijke gebieden is het bos doorgaans al voor de eeuwwisseling verdwenen en valt er niets meer te kappen.

Maar wat we hier zien is de keerzijde van bereikbaarheid. Met de ontwikkeling van infrastructuur en transportmiddelen is niet alleen de stad beter bereikbaar geworden voor het platteland, maar afgelegen bos ook beter bereikbaar voor de stadsbewoner. Waar vroeger in afgelegen bossen niet of nauwelijks werd gekapt, slaat de mens nu toe. Indonesië is een extreem geval omdat daar tot op tien uur reizen van de stedelijke gebieden bos aan het verdwijnen is. Elders zie je de ontbossing nu het hardst gaan op twee tot drie uur reizen van de stad.

Lees ook:

De rijken worden rijker, de armen niet armer, maar het gat groeit. Landen kunnen die groeiende ongelijkheid bestrijden. Maar volgens een onderzoek van Oxfam Novib zit daar in veel rijke landen een beetje de klad in.