CES 2018: alles is slim en robotstrippers vermaken het publiek
Een headset die ervoor moet zorgen dat je afvalt of een 16.000 dollar kostende robotkast die via kunstmatige intelligentie je was sorteert en opvouwt. CES staat bekend om gekke dingen en deze voorbeelden vatten dat aardig samen. Dag 2 van de grootste techbeurs ter wereld staat voor de deur en net als andere jaren betekent dit dat er inmiddels een aardig beeld is van wat er te ontdekken valt.
De CES (voluit Consumer Electronics Show) in Las Vegas gaat over alles waar een stekker aan (of batterij in) zit. Net als andere jaren is er wel een aantal trends te ontdekken die iets vertellen over waar de beurs nu staat.
De strijd tussen de slimme assistenten
Vorig jaar was dé trend de opkomst van Alexa, de virtuele assistent van Amazon waarmee je bijvoorbeeld boodschappen kunt bestellen of je afspraken kunt plannen. De webwinkelgigant was niet aanwezig - en gaf geen grote perspresentatie - maar fabrikanten besloten wel er massaal gebruik van te maken. Waardoor je de technologie kon tegenkomen in koelkasten, auto’s en andere apparaten. Google zag die trend met argusogen aan en besloot dit jaar terug te slaan.
Want ook de zoekgigant heeft een eigen assistent, de Google Assistant. Bezoekers van de beurs kunnen er dit jaar niet omheen. Voor een van de beursvloeren in de stad staat een grote stand van Google. Door regenval was hij gisteren niet goed bereikbaar. Als bezoekers hem mislopen, worden ze ook op andere plekken herinnerd aan het bestaan van de virtuele hulp. Zoals op de bovengrondse metro die door een deel van de stad rijdt.
Maar wat betekent Googles aanwezigheid in de praktijk? Dat het bedrijf met Amazon vecht om integratie in apparaten. Je hebt nu sloten met de Google Assistant, keukentelevisies en auto's. En vergeet natuurlijk niet koptelefoons, die tegenwoordig ook niet meer zonder slimme integratie lijken te kunnen.
Het werpt zo nu en dan wel de vraag op of er nog wel een toekomst is zonder die hulpjes én - nog belangrijker - of mensen dit wel altijd zo willen.
Robots, heel veel robots
Een andere, steevaste, aanwezigheid op de CES zijn robots. De een heeft wat menselijkere vormen dan de andere. Denk bijvoorbeeld aan robots die je was kunnen opvouwen (niet de eerste keer dat ze op de beurs worden getoond, het is eerder een terugkerend fenomeen). Of wat te denken van de robotdieren?
Voor degenen die vrezen dat robots nog dit jaar de wereld overnemen: die angst lijkt deels teniet te worden gedaan door de presentatie van LG. Dat bedrijf toonde zijn nieuwste robot, Cloi. In eerste instantie deed het apparaat precies wat de presentator vroeg, maar gaandeweg ging het luisteren moeilijker. Waardoor LG's marketingbaas maar zei: "Ook robots hebben mindere dagen". Niet echt een opmerking die je ten overstaan van (kritisch) CES-publiek wil maken.
Het opmerkelijkste op robot-gebied komt misschien wel van een stripclub in Las Vegas. In de hoop bezoekers te trekken, besloot de manager om geen dames of heren in te zetten, maar robots.
Normaal gesproken surveilleren ze, nu moesten ze paaldansen, schrijft The Daily Beast. En daar was niet iedereen van onder de indruk. Dat heeft wellicht te maken met het feit dat de apparaten in plaats van een gezicht een surveillance-camera op hun hoofd hadden.
En je zou het niet meteen verwachten, maar de CES begint ook steeds meer te lijken op een autobeurs. Automakers zijn in rap tempo aan het 'digitaliseren'. Dat betekent dat de schermen in auto's steeds groter worden en de voertuigen over de hele linie 'slimmer' worden. Dat zien we bijvoorbeeld terug in de vorm van nieuwe automerken, die op hun eigen manier de markt proberen open te breken.
'Byton' wil de (auto)show stelen
Vorig jaar was dat Faraday Future, dat met een groot evenement op een aparte locatie probeerde alle aandacht naar zich toe trekken. Het bedrijf deed grote beloftes, maar leed vervolgens vooral personele en financiële verliezen. Een opvolger staat overigens alweer klaar: het Chinese merk Byton.
Het grote verschil met Faraday Future: Byton deed volgens The Verge geen poging om te pochen met snelheid én - nog belangrijker - de prijs van de auto lijkt een stuk realistischer te zijn. Byton vraagt zo'n 45.000 dollar voor zijn bolide - minder dan de meeste Tesla's. De auto zoals die werd gepresenteerd is nog een concept, eind 2019 moet ie te koop zijn.
Wat misschien wel het meeste opvalt aan de auto, is het giga-scherm dat als dashboard dient. Het strekt zich uit over de gehele breedte van de auto. Het bedrijf belooft daarnaast dat je de schermen (naast het giga-scherm zit er een in het stuur) kunt bedienen met een combinatie van je stem, gezichtsherkenning en via handgebaren. Daarnaast is er 'Byton Life' een soort clouddienst waar bijvoorbeeld streamingdiensten aan kunnen worden gekoppeld.
Ook de nodige start-ups die zich bezighouden met zelfrijdende auto’s zijn aanwezig op de CES. Het gaat veelal om voor het grote publiek onbekende namen, die op de beurs hopen bijvoorbeeld investeerders te ontmoeten. Maar de markt voor autonoom rijden wordt steeds drukker en ook grote namen - bijvoorbeeld Ford - doen hun best om de aandacht op te eisen.
Te veel om op te noemen
Is dit alles? Nee, bij lange na niet. Maar dat is ook kenmerkend voor de beurs: het is praktisch onmogelijk om alles samen te vatten. Dat is ook niet gek als je kijkt naar de omvang de beurs: verspreid over het centrum van de stad zijn er elf locaties waar evenementen worden gehouden.
Om toch nog wat te noemen: CES wordt ook deels gedomineerd door televisies. Waarbij het nog volop gaat om 4K-tv's en bijbehorende tv-boxen, waarmee je bijvoorbeeld Netflix kunt streamen.
En natuurlijk telefoons. Las Vegas is niet de plek waar Apple zijn topmodel presenteert, maar op de CES zijn wel innovaties te zien. Zoals de eerste smartphone waar de vingerafdrukscanner zit ingebouwd in het scherm. Iets wat Apple en Samsung naar verluidt ook willen doen. Volgens de tester in kwestie werkt het oké, maar is het niet zo snel als je misschien zou willen.
