Direct naar artikelinhoud

‘Mijn dochter verdient straf omdat ze naar Syrië ging, maar haar kinderen zijn onschuldig’

Vader en grootvader Klaas Spijk: 'Mandy blijft mijn kind, wat ze ook heeft gedaan'.Beeld reyer boxem

De dochter van Klaas Spijk vertrok in 2015 met haar Egyptische man en vier kinderen naar Syrië. Hij heeft al ruim een jaar niets van haar gehoord.

Mandy Spijk was 28 toen ze ruim 2 jaar geleden naar het kalifaat in Syrië vertrok. Ze had al een jaar geen contact meer met haar ouders, vertelt haar vader, Klaas Spijk. “Mandy had haar man, Yasser Mohammed, leren kennen in Hurghada, Egypte. We hebben daar 10 jaar geleden een huis gekocht, om later onze oude dag te kunnen doorbrengen. Al snel trouwde Mandy en kreeg ze haar eerste kind. In het begin woonde ze met haar gezin in Alexandrië, daarna verhuisden ze naar Nederland.”

Yasser was moslim maar totaal niet met zijn religie bezig, zegt Spijk. Hij blowde, dronk alcohol en deed niet mee aan de ramadan. “Het was gewoon een straatjochie.”

'Mijn kleinkinderen zijn allemaal onder de 10 jaar. Ze zijn totaal onschuldig.'

In 2014 begon Mandy te radicaliseren. Ze wilde geen contact meer met haar ouders. Spijk voelde dat hij niet meer welkom was: “Van de buren hoorden we dat Mandy op het laatst alleen nog naar buiten kwam in een zwarte nikab met zwarte handschoenen. Ik veronderstelde dat het om een tijdelijke bevlieging ging en liet het zo. Intussen raakte Mandy steeds meer geïsoleerd. Het gezin wilde geen pottenkijkers, vertelden de buren. In 2016 zijn ze vertrokken.”

Ook in Syrië liet Mandy niets van zich horen. Het laatste bericht dat Spijk over zijn dochter kreeg, was in september 2016. Mandy was gezien door een andere Nederlandse vrouw die naar Syrië was vertrokken. Dat was in Raqqa.

“Sindsdien niets meer”, zegt Spijk. “Van andere ouders hoor ik hetzelfde. Er is momenteel heel weinig contact met de kinderen in Syrië. Raqqa is compleet kapot geschoten, er is geen enkele telefoonverbinding meer. In de kampen blijkbaar wel, daar mogen vrouwen bellen met het thuisfront. Over de man van Mandy weet ik ook niets.”

Spijks vier spoorloze kleinkinderen

Kleinkinderen

Zes weken geleden bezocht Dick Schoof, de Nationaal Coördinator voor Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), een bijeenkomst van ouders van foreign terrorist fighters (FTF) waar Spijk ook was: “Ik vroeg hem op de man af of Nederland bezig was uit te zoeken waar al die IS-kinderen in Syrië en Irak nu precies zaten. ‘Nee’, was het antwoord. Kort daarvoor was ik met een andere ouder naar het ministerie van buitenlandse zaken geweest om te vragen of ze alsjeblieft iets voor onze kleinkinderen konden doen. Ze zouden er nog op terugkomen, zeiden ze. Dat is inmiddels drie maanden geleden.”

‘Misschien liggen ze wel onder de puinhopen van Raqqa. Maar ik hou hoop.’

Nederland neemt geen initiatief om kinderen naar huis te halen, is het standpunt. “Schandalig,” vindt Spijk. “Ik voel me in de steek gelaten. Mijn kleinkinderen zijn allemaal onder de 10 jaar, de twee jongsten zijn geboren in 2015. Ze zijn totaal onschuldig."

“Mijn dochter is een ander verhaal. Het was haar eigen keuze om te vertrekken. Mocht ze ooit terugkomen, dan verdient ze een straf. Het is aan de rechter om dat te beslissen. Ik weet niet wat ze heeft uitgespookt, ik ga het ook niet vergoelijken. Maar dat geldt niet voor de kinderen. Die zijn de dupe van de situatie. Ik vind dat ze onder begeleiding teruggehaald moeten worden.”

Regering

Spijk realiseert zich dat zijn dochter en kleinkinderen mogelijk nooit zullen terugkeren. “Ik hou er rekening mee dat ze onder de puinhopen van Raqqa kunnen liggen,” klinkt het stilletjes. “Maar ik hou hoop. Mandy blijft tenslotte mijn kind, wat ze ook heeft gedaan.

“De onzekerheid over hun bestaan is slopend. Ik vind het een onmenselijke houding van de regering tegenover de kinderen, ik ben er heel boos over. Toen ik Dick Schoof sprak, zei hij dat hij volledig met me meevoelde. Hij had zelf ook dochters, hij begreep het volkomen. Maar er gebeurt niets. Onbegrijpelijk.”

Zeker tachtig Nederlandse kinderen van jihadisten wonen op dit moment in kampen in Syrië en Irak. Lees hier meer.