Woningcorporaties mogen hun huren volgend jaar gemiddeld met maximaal 2,4 procent verhogen.
Dat maakt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties woensdag bekend. Het optrekken van de huur na een verhuizing telt ook mee.
Voor huishoudens met een sociale huurwoning mag de huur maximaal 3,9 procent hoger uitvallen. Voor scheefwoners ligt het maximum op 5,4 procent.
Volgens het ministerie zorgt de maximale gemiddelde huurstijging van 2,4 procent ervoor dat de huurverhogingen gedempt worden. Huren die meer stijgen dan 2,4 procent, moeten immers gecompenseerd worden door kleinere stijgingen of helemaal geen huurverhoging.
Voor kamers, woonwagens en standplaatsen mag de huur per 1 juli 2018 met maximaal 2,9 procent stijgen.