Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Wouter Bos begint het populisme te snappen

Bos mocht als enige gast in ‘Pauw’ een uur praten over politiek en het moderne populisme.

Wouter Bos over het populisme in 'Pauw' (VARA).
Wouter Bos over het populisme in 'Pauw' (VARA).

„Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg.” Toen Pim Fortuyn dit in de verkiezingscampagne van 2002voor het eerst zei, begreep voormalig PvdA-leider Wouter Bos niet meteen waarom die uitspraak zo aansloeg. Achteraf snapt hij dat dit nu precies de basis vormt van het moderne populisme in de politiek. Het gaat om het in diskrediet brengen van het politieke bedrijf, waar je niet altijd kunt zeggen wat je echt vindt en al helemaal niet altijd kunt doen wat je ooit hebt beloofd.

Maar de kiezer, die een grote weerzin heeft ontwikkeld jegens beroepspolitici, wil niet horen hoe het echt zit, maar zijn gevoel weerspiegeld zien in het optreden van een sterke man. Die hoeft de feiten niet op een rijtje te hebben, zolang hij maar de boodschap overbrengt: „Ik snap je, ik heb je gehoord.” Precies dus de tekst van de huidige verkiezingsspot van Mark Rutte (VVD).

Sinds Bos de politiek verliet, is hij nog meer een graag geziene gast in talkshows, vooral die van Jeroen Pauw (en eerder Paul Witteman). Hij is een slimme analyticus, een heldere verteller en heeft uitgesproken ideeën over zijn voormalige beroepsgroep en de media. Dus mocht hij als enige gast in Pauw in 51 minuten zijn licht laten schijnen over de ontwikkeling van de politiek, in de aanloop naar verkiezingen in de VS en Nederland.

Tekst gaat verder onder de video

Volgens Bos is populisme zo oud als de weg naar Rome. Ter illustratie liet hij uit de film The Passion of the Christ de scène zien waarin het volk gevraagd wordt te kiezen tussen Barabbas en Jezus, terwijl Pontius Pilatus zijn handen wast in onschuld.

Tot op zekere hoogte is het onvermijdelijk voor een politicus om af en toe de polonaise te lopen, zoals Job Cohen in Koffietijd. Ingewikkelde kwesties te simpel voorstellen, noemt Bos een stap verder in het populisme. Voorbeeld: Emile Roemer (SP) die stelt dat je door bezuinigingen op het management in de gezondheidszorg (Bos is overigens bestuursvoorzitter van het VUMC) het eigen risico zou kunnen afschaffen. Nog gevaarlijker wordt het als je besluit het volk naar de mond te praten. Denk aan Halbe Zijlstra over Zwarte Piet.

Maar het moderne populisme, zoals dat werd ingezet door Fortuyn, bereikt volgens Bos een nog ander niveau: het oprapen van de boosheid over de politiek en feitenvrij beloften doen die je nooit kunt nakomen. Als traditionele politici dat kunstje overnemen, dan creëren ze een monster dat niet valt te beheersen, en zich vroeger of later tegen henzelf zal keren: het „geen cent meer voor Griekenland” of de duizend euro voor alle werkenden van Rutte.

Met rechts of links heeft dat volgens Bos niet veel te maken. Hij verklapt dat de PvdA wel blij was met SP-leider Jan Marijnissen als linkse populist, omdat die stemmen dan tenminste niet bij de PVV terecht kwamen: „Maar onder Roemer is de toon veel gematigder.”

Ook Bos erkent de woede van de boze kiezer en citeert Michael Moore, dat het enige wat resteert hun stem is. Maar dat klopt niet helemaal. Veel kiezers van populisten zijn niet de allerarmsten, maar juist de mensen die iets te verliezen hebben. En Bos’ zelfkritiek is een beginnetje, maar negeert de incompetentie en corruptie van veel oude politici.