Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) meldt dit woensdag op basis van begrotingen van overheid en provincies.
De overheid verwacht een toename van 3 procent aan inkomsten uit wegenbelasting doordat er meer voertuigen op de wegen rijden. Provincies verwachten volgend jaar gemiddeld 2,4 procent meer in het laatje te krijgen dan in 2017.
Flevoland verwacht met 33 procent de grootste stijging van alle provincies. Dit komt omdat een leasemaatschappij naar Flevoland is verhuisd.
Iedereen met een auto, motor of vrachtwagen moet motorrijtuigenbelasting betalen. Een deel van die belasting gaat naar de landelijke overheid en een ander deel naar de provinciale overheid. Provincies mogen de hoogte van de belasting zelf bepalen, tot het landelijk vastgestelde maximum.
De meeste provincies houden het tarief voor 2018 gelijk aan dat van dit jaar. Een grote uitzondering is Friesland. Daar ligt het tarief 27 procent lager om de economie in de provincie te stimuleren.