Dat constateert de Algemene Rekenkamer in een onderzoek naar aangiften in de eerste zeven maanden van 2017, dat is uitgevoerd bij 27 van de 168 basisteams.
De politie in de regio neemt aangiften gemiddeld sneller in behandeling dan in de stad of in verstedelijkt gebied. Op het platteland werd bijna 75 procent van de aangiften met een grotere kans op opsporing (geen diefstallen van fietsen of uit auto's) binnen tien dagen aangepakt. In verstedelijkt gebied ligt dat iets lager, maar in de grote steden is dat slecht 62,5 procent.
Gemiddeld wordt 70 procent van de kansrijke aangiften binnen tien dagen in behandeling genomen, al leidt dat niet altijd tot actie.
Het gaat om een nieuwe onderzoeksmethode van de Rekenkamer, die aansluit bij de actualiteit en in relatief korte tijd wordt uitgevoerd. Aanbevelingen doet de Rekenkamer niet in het onderzoek naar de vraag ''of er een kern van waarheid zit in de vaak gehoorde klacht dat aangiften te lang blijven liggen''.
'Luilekkerland'
De aanleiding voor het onderzoek waren uitspraken in het rapport over de Nationale Politie van juni 2017. Commissarissen van de koning stelden daarin: ''Het politieloze platteland is een luilekkerland voor criminelen.''
Verder wordt gesteld dat de politie aangiften iets minder voortvarend oppakt in de zomervakantie. In die periode is de bezetting van de politieteams minder en vragen evenementen meer inzet van agenten. De Rekenkamer deed onderzoek bij politieteams in Utrecht-Centrum, Westland en Zuidwest-Drenthe.