Direct naar artikelinhoud
Opinie

De elite moet dienen, maar mag ook met de vuist op tafel slaan

De elite moet dienen, maar ze moet ook dingen durven zeggen die de ontevredenen niet willen horen.

Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)Beeld anp

Uit de jongste Top 200 van invloedrijkste Nederlanders kan worden opgemaakt dat de elite meebeweegt met de samenleving als geheel: ze wordt jonger, minder wit en vrouwelijker. Te hopen valt dat dit ook betekent dat de elite in staat is om haar dienende taak tegenover die samenleving te vervullen. Want dat is wat een elite wordt geacht te doen: het algemeen belang dienen. Eraan bijdragen dat talent wordt benut, dat de middelpuntvliedende krachten in de samenleving beheersbaar blijven en dat perspectieven voor de toekomst worden geboden. Kortom: ze moet leiding geven. Ze moet de wetgevende macht souffleren - maar ook niet meer dan dat.

Mogelijk heeft de elite zich in voorbije jaren wat te aarzelend opgesteld als reactie op het feit dat zij veel wantrouwen ontmoette in de samenleving. Sterker: de elite werd vaak aangemerkt als onderdeel van werkelijke en veronderstelde problemen. Sommige politieke partijen ontlenen ongeveer hun bestaansrecht aan de bestrijding van een elite die stelselmatig de 'gewone Nederlander' zou benadelen.

Morele plicht

In meer algemene zin is de elite, die meer gefragmenteerd is dan vroeger, niet meer de aanjager van het 'civilisatieproces' die ze ooit was in de ogen van de socioloog Norbert Elias. Ze is niet meer de drager van beschavingsidealen die leidend zijn voor de rest van de samenleving.

Dit ontslaat de hedendaagse elite echter niet van de morele plicht om de cohesie van de samenleving te bevorderen, zoals SCP-directeur Kim Putters - nummer 7 in de Top 200 van invloedrijke Nederlanders - zaterdag in een interview met de Volkskrant opmerkte. Want hoe onwillig veel Nederlanders ook schijnen om leiding te aanvaarden van welke elite dan ook, ze zijn, getuige het vorige week verschenen SCP-rapport De sociale staat van Nederland, ook begaan met de samenleving.

De elite moet niet aarzelen om daaraan te appelleren. Met verhalen over de verworvenheden van de Nederlandse samenleving en met wenkende perspectieven voor de toekomst. En ze moet ook dingen vertellen die de ontevredenen misschien niet willen horen. Desnoods met de vuist op tafel. Daar is ze elite voor.