Direct naar artikelinhoud
Interview

‘De universiteit is juist geen veilige ruimte’

‘De universiteit is juist geen veilige ruimte’
Beeld anp

Het hoger onderwijs is een bubbel van linkse moralisten, vindt Joanna Williams. Academici moeten weer in dienst staan van een zoektocht naar nieuwe inzichten en waarheid.

Mogelijk denkt u bij ‘academische vrijheid’ aan professoren die met een open blik curieuze ideeën en baanbrekende theorieën onderzoeken. Joanna Williams niet. Zij denkt aan een essentiële voorwaarde voor een moderne samenleving, die ernstig wordt bedreigd. Lang werd de academische vrijheid gebruikt om bestaande kennis te bekritiseren en nieuwe waarheden te vinden. Volgens onderwijsexpert Williams heerst er een verstikkende cultuur, vooral in de geestes- en sociale wetenschappen, waarin gelijkgestemden niet langer hun eigen aannames ter discussie willen stellen.

In haar columns en vorig jaar verschenen boek haakt ze aan bij een discussie in de Angelsaksische landen. Daar vragen studenten om een safe space waarin ze niet hoeven vrezen voor marginalisering of kwetsende meningen. Zogeheten trigger warnings waarschuwen de student als lesmateriaal ongemakkelijke gevoelens kan oproepen, bijvoorbeeld als bij de studie criminologie of rechten een verkrachtingszaak wordt behandeld. Intussen zagen Britse en Amerikaanse academici de publieke steun voor Brexit en Trump niet aankomen. Sommigen erkenden openlijk dat ze niemand in hun omgeving kenden die in het stemhokje tot deze keuze was gekomen. Inmiddels waait de problematiek rondom vrijheid en diversiteit op de academie ook over naar Nederland (zie kader onderaan).

Bij een ontbijt met wafels en stroop in Londen vertelt Williams over haar boek ‘Academic Freedom in an Age of Conformity’. Daarin stelt ze dat de aanval op academische vrijheid niet zozeer komt vanuit de overheid of het bedrijfsleven, maar vanuit academici zelf en hun studenten.

Academici zouden hun eigen vrijheid beknotten, zegt u. Dat klinkt onlogisch. Hoe dan?

“Het hoger onderwijs kent een vergaande consensus over politiek en moraal, met veel vertrouwen in de staat en een afkeer van het neoliberalisme en nationalisme. Feminisme en milieu staan hoog aangeschreven. Het is een linkse agenda waar veel academici zich achter scharen, blijkt uit alle onderzoeken.”

Wie zich uitspreekt voor bescherming van vrouwen of het klimaat, zegt wat iedereen om hem heen vindt
Joanna Williams

Academici voelen wellicht een verplichting als waakhond van de gevestigde orde.

“Zij denken inderdaad dat ze een kritische waakhond zijn, misschien zelfs een tikkeltje rebels en radicaal. En ze gaan ervan uit dat je de gevestigde orde verdedigt wanneer je je tegen hen verweert. Maar binnen de academische wereld hebben ze zo hun eigen gevestigde orde geschapen. Wie zich dan uitspreekt voor bescherming van vrouwen of het klimaat is niet zozeer kritisch, rebels of radicaal, maar die zegt gewoon wat iedereen om hem heen ook vindt.”

Joanna Williams: 'Academici moeten zich er bewust van zijn dat de universiteit een echokamer aan het worden is.'Beeld Frank Castelein

Wilt u dan meer rechtse mensen op academische posities?

“Nee, niet per se. Het is sowieso onmogelijk en ongewenst om te selecteren op het stemgedrag bij de laatste verkiezingen. Academici moeten zich er bewust van zijn dat de universiteit een echokamer aan het worden is, met weinig ruimte voor andere inzichten. Ze moeten erkennen dat dat funest is, want openheid en tolerantie zijn nodig om een florerend intellectueel klimaat te scheppen.”

Waaruit blijkt volgens u die consensus?

“Uit onderzoeken is gebleken dat ongeveer 90 procent van de Britse academici tegen de Brexit heeft gestemd. Bij zo’n sterke consensus is het bijna onmogelijk om onder je collega’s een afwijkende mening te uiten. Ik ken collega’s bij wie de Brexit-posters van de deur van hun werkkamer zijn weggehaald, of die worden genegeerd, puur vanwege politieke overtuigingen die niet stroken met de heersende opinie.

“Het lijkt me vervelend genoeg als je werkt of studeert aan een universiteit en je wordt buitengesloten, maar dit heeft ook een uitstraling die je niet moet onderschatten. Mijn zoon van 16 ging naar een open dag van een universiteit, waar een docent laatdunkend sprak over ‘die idioten’ die voor de Brexit hadden gestemd. Wat denkt zo’n man wel?! Op die open dag zullen toch ook tieners hebben rondgelopen wier ouders of buren tegen de Europese Unie hebben gestemd. Ik kan ze geen ongelijk geven als ze op basis van zo’n kennismaking gaan denken dat de universiteit voor hen niet zo nodig hoeft.”

Moeten academici dan maar alles zeggen wat ze willen? Brexit is goed, klimaatverandering bestaat niet, de aarde is plat, Elvis leeft...

“Welnee. Ik geloof niet dat iedere theorie een plaats in het curriculum verdient. Academici moeten kunnen te bepalen welke ideeën en theorieën ze aan studenten voorleggen, omdat ze relevant zijn of prikkelen. Waarbij ze oppassen dat hun eigen overtuigingen niet bepalend worden.” 

Onlangs verscheen in een academisch vakblad een artikel over de voordelen van het kolonialisme.

“Dit leek me niet bepaald een staaltje van goede wetenschap en ik ben het totaal oneens met de auteur, maar ik stoor me eraan dat academici aandringen op het terugtrekken van die studie. Dat is fundamenteel een slechte zaak.”

De heersende opinie steunen is niet de taak van academici
Joanna Williams

Wellicht waren ze bezorgd over hoe zo’n studie negatief afstraalt op hun eigen vak?

“Laten ze dan de bevindingen met argumenten onderuithalen en bewijzen dat er onzin staat. Dat lijkt me bij een pleidooi voor kolonialisme ook niet zo moeilijk. Maar het is uiterst zorgwekkend wanneer we studies gaan herroepen, omdat de inhoud ons niet bevalt. Ooit beviel de evolutietheorie ook niet iedereen. Destijds werd ongetwijfeld aangevoerd dat het onderwijs over die theorie een negatieve invloed zou hebben op het aanzien van de universiteit. Maar het is niet de taak van academici om de heersende opinie te ondersteunen, maar om de waarheid te onderzoeken en over te dragen. Als ze ongelijk hebben, moffel je hun werk niet weg, maar toon je hun ongelijk aan. Dezelfde neiging om onwelgevallige opinies te censureren, zien we onder studenten. Steeds vaker slagen zij erin om een gastspreker met wie ze het oneens zijn te weren.”

Vaak gaat het om rechtse, conservatieve provocateurs. Wat hebben zij nu te zoeken op een universiteit?

“Sinds wanneer mogen studenten niet meer worden geconfronteerd met een mening die niet de hunne is? Juist wanneer een universiteit een bubbel wordt, is het belangrijk om afwijkende geluiden van gastsprekers te introduceren, ook al gaat het om rechtse types voor wie ikzelf geen enkele sympathie heb. Zo leer je studenten om kennis te nemen van andere standpunten en bied je hun een gelegenheid om hun argumentatie en logica te gebruiken in een discussie. Niemand hoeft braaf te luisteren en alles voor zoete koek te slikken.”

Studenten wíllen hun stem laten horen, maar het zijn de academici die moeten bepalen wat de beste lesstof is
Joanna Williams

Daarom willen studenten inspraak in de lesstof. Sommigen pleiten voor de behandeling van meer vrouwelijke schrijvers bij literatuurstudies, of voor meer aandacht voor zwarte historici bij geschiedenis.

“Ik geloof niet dat beslissingen moeten worden genomen op basis van huidskleur of geslacht. Wordt het curriculum werkelijk beter als we ons er van tevoren op toeleggen dat er een juiste balans is tussen mannen en vrouwen, blanken en gekleurden, christenen, moslims en boeddhisten? Intellectuele verdienste moet niet worden opgeofferd aan een politiek correcte representatie van identiteiten. De vraag is: wie kan het beste bepalen wat er wordt gedoceerd? Studenten wíllen graag hun stem laten horen, maar het zijn volgens mij de academici die moeten bepalen wat de beste lesstof is. Zij weten het beste welk kennis waardevol is om door te geven.”

Hoe zou een universiteit zich volgens u moeten opstellen?

“De universiteit is van oudsher onze marktplaats van ideeën. In een vrije markt blijven de beste ideeën over, zodat deze voortleven, totdat ze worden verslagen door nieuwe, betere ideeën. De academische wereld kent een aantal procedures - van wetenschappelijk onderzoek tot peer review - zodat er een dispuut kan ontstaan, waarop kennis zich kan blijven ontwikkelen. Die ontwikkeling wordt niet onmogelijk, maar wel lastiger gemaakt wanneer academici veelal hetzelfde denken.

“Een open debat is daarom cruciaal voor academische vrijheid. Het vereist dat academici meer hun best doen om intellectuele diversiteit toe te staan, maar ook dat zij hun autoriteit benutten en bepalen wat ze wel en niet aan studenten aanbieden. Op basis van wetenschappelijke relevantie, niet van politieke motivaties of maatschappelijke gevoeligheden. De universiteit is geen bedrijf, waar de klant inspraak heeft over het product dat hij aangeboden krijgt. De universiteit is ook geen safe space, waar we ons kunnen terugtrekken om ons te behoeden voor afwijkende ideeën. Zonder academische vrijheid kan de marktplaats van ideeën niet goed werken. Dat zou een ongekende tragedie zijn.”

De Britse onderwijsexpert Joanna Williams (44) is directeur van het Centre for the Study of Higher Education in Kent. Ze schreef ‘Consuming Higher Education: Why Learning Can’t be Bought’. Haar jongste boek heet ‘Academic Freedom in an Age of Conformity’’. Williams schrijft essays voor Spiked, The Spectator en Times Higher Education.

Academische (on)vrijheid in Nederland

- Dit jaar diende de VVD een motie in voor een onderzoek naar zelfcensuur en politieke diversiteit aan universiteiten, met het verzoek om ‘het vrije woord binnen de wetenschappelijke waarheidsvinding’ de ruimte te geven. De motie werd nipt aanvaard, maar niet gesteund door PvdA, SP, D66 en GroenLinks. Saillant: de indiener van de omstreden motie, Pieter Duisenberg, werd daarna voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). “Het gaat in de kern om vrijheid en onafhankelijkheid van de wetenschap”, zei hij over zijn motie.

- Herman van de Werfhorst, hoogleraar sociologie aan de UvA, verrichtte alvast een eerste analyse. Op basis van het Europees Sociaal Onderzoek, (over attitudes en meningen) concludeert hij dat docenten zichzelf gemiddeld iets linkser plaatsen dan andere beroepsgroepen. Dat verschil is in Nederland groter dan elders in Europa, vooral in de geestes- en de natuurwetenschappen. Docenten economie en geneeskunde neigen naar rechts.

- Toen de Leidse jurist en politicoloog Machteld Zee promoveerde op een proefschrift over sharia-raden, dankte haar promotor, Paul Cliteur, de geldschieters die anoniem wensten te blijven. Hij stelde dat dit soort onderzoek ‘nooit, nooit’ gefinancierd zou worden door NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. “Daar worden de standaardparadigma’s namelijk eindeloos herkauwd.” Cliteur zag een ‘complot van stilte’. 

- Aan de Universiteit van Amsterdam, maar ook in Leiden, Groningen en Rotterdam, is een diversity officer aangesteld voor meer diversiteit onder docenten en in het curriculum, zodat groepen als culturele minderheden en vrouwen een grotere rol krijgen. Volgens Williams en andere critici wordt zo benadrukt dat huidskleur of geslacht bepalend zou zijn, terwijl dat in de wetenschap juist níet zou moeten uitmaken. 

- Toen de Britse auteur en politicus Matt Ridley het academisch jaar mocht openen in Wageningen kwam er protest van docenten en medewerkers. In een open brief noemden ze Ridley een ontkenner van klimaatverandering. Ruraal socioloog Han Wiskerke zei dat Ridley ‘allerlei controversiële uitspraken (doet) die niet of maar ten dele worden onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek’. Studenten protesteerden buiten de aula met spandoeken, en haalden zo het NOS Journaal.

- In oktober hebben docenten aan de Universiteit Leiden een bijeenkomst met Thierry Baudet (gepromoveerd aan die universiteit) verstoord. Een studievereniging had de leider van Forum voor Democratie uitgenodigd. Studenten protesteerden ludiek, met een workshop ‘lavendelruiken’; docenten roerden zich luidruchtig, wat de orde verstoorde. Imke Maessen, lid van de personeelsraad, keurde in universiteitsblad Mare de actie af: “Het gevaar dreigt dat studenten of promovendi niet alles meer durven te zeggen en schrijven wat ze vinden.”