Deze week verscheen het boek Oorlog op de Baan. Een terugblik op het afgelopen Formule 1-seizoen, gelardeerd met anekdotes van onder andere Plooij en zijn collega in het commentatorhok Olav Mol.
De 56-jarige Plooij volgt de motorsport al vele jaren, maar met het jonge succes van Max Verstappen groeit het aantal Formule 1-kijkers en dus ook de zichtbaarheid van Plooij.
Na de Grote Prijs van de Verenigde Staten afgelopen oktober stond Plooij tegenover een furieuze Verstappen, die zich benadeeld voelde door een beslissing van de wedstrijdleiding. Verstappen noemde één specifieke steward 'een mongool' en Plooij antwoordde: "Ja, complete idioterie". Sommige kijkers en journalisten vinden dat Plooij hiermee wederom aantoonde een kritische houding ten opzichte van de coureurs te missen.
Beschouw je jezelf als journalist?
"Ik ben verslaggever."
Moet je ervoor waken vriend van de coureurs te worden?
"Ik sta in dienst van de sport. Ik hoef niet kritisch te zijn, terwijl ik dat soms heus wel ben. Wat ik belangrijk vind is dat de rijders zich comfortabel voelen. Als Max zegt: 'Wat een stomme vragen, hou ermee op man', ga ik in de spiegel kijken. Maar zolang het anonieme mensen op Twitter zijn interesseert me dat geen reet. Die zijn gewoon jaloers. Die willen ook in een vliegtuig zitten en met die rijders een borreltje drinken, slap ouwehoeren en op de baan rondhangen. Ik hoop dat we de fans thuis, die anderhalf miljoen mensen, op maat bedienen. Als je ziet wat voor reacties we krijgen, denk ik dat we daar goed in slagen."
Welke afspraken hebben jullie met Ziggo en het management van Verstappen gemaakt?
"Olav en ik hebben geen afspraken met Max, ook niet met zijn management. We hebben geen opdracht bepaalde vragen niet te stellen. We zijn helemaal vrij om te vragen en te doen en laten wat we willen. Ik maak me geen zorgen dat er ooit een embargo of iets dergelijks zal komen. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat het een keer misgaat, omdat ik een stomme vraag stel. Maar dat zal dan niet via een telefoontje van een Red Bull-medewerker aan ons worden gemeld."
"Ik denk eerder dat Max het dan via zijn management aan Ziggo laat weten en dat Olav en ik vervolgens door de zender daarop aangesproken worden. Maar ook dat zal denk ik niet in de nabije toekomst gebeuren. Ziggo Sport heeft wel met Max' management afgesproken dat Olav hem een keer in het weekend exclusief mag interviewen en dat ik Verstappen na alle trainingen, kwalificaties en races als eerste mag spreken. Het is belangrijk dat wij die informatie zo snel mogelijk krijgen, zodat de Nederlandse fans onmiddellijk het Nederlandstalige interview kunnen bekijken."
"Soms maakt de voertaal het wel een beetje lastig. Max kan namelijk weleens geëmotioneerd de auto uitstappen en dan is het makkelijker om Engels met hem te praten. Hij heeft tijdens de race natuurlijk de hele tijd in het Engels met zijn team gecommuniceerd."
Ik heb absoluut geen intenties om Olavs baan over te nemen
Varkenskoppen fileren
In Oorlog op de Baan vertelt Plooij hoe hij bij wijze van grap samen met een vriend varkenskoppen in Sao Paulo koopt, deze tot op de kaken fileert en gebruikt om tandheelkundig apparatuur te testen. Een anekdote die helemaal niets met Formule 1 te maken heeft, maar misschien wel iets zegt over Plooijs omgang met fragiele onderwerpen. In de pit benadert hij de coureurs die onder gigantische druk staan namelijk dikwijls met een glimlach en een grap.
Waarom werkt die aanpak goed?
"Dat vraag ik mezelf ook vaak af. Ik geloof dat als je jezelf kwetsbaar opstelt en vrolijk bent, je ook iets van die coureurs terugkrijgt. Ik wil je niet beledigen, maar de gemiddelde journalist is vaak schuchter en serieus. Ik benader die gasten gewoon open en eerlijk. Daarnaast moet je niet alle informatie die je hebt prijsgeven."
"Privézaken moet je sowieso voor je houden. Ik heb een keer in de nacht voor een race behoorlijk feest gevierd met een voormalig wereldkampioen. De volgende dag moest ik hem interviewen. Ik wist dat hij eigenlijk zijn rijbewijs had moeten inleveren en na het interview fluisterde hij in mijn oor: 'Hoe lang heb je geslapen? Te kort hè, jezus ik ook.' Dat zijn dingen die je niet verklapt. Die gasten hebben dat gelijk door. Het is een klein wereldje, een camping die zich elke twee weken verplaatst. Als je kletst, dan hang je."
Olav en jij interviewen soms samen, jullie stonden ook gezamenlijk in het theater. Hoe zorg je ervoor dat de Jack en Olav-show niet belangrijker wordt dan de sport die jullie verslaan?
"Ik kan daar kritisch naar kijken. Het is ook niet de Jack en Olav-show, het is de Formule 1-show. Wij hopen dat we een andere kant van die rijders tonen. We willen bijvoorbeeld laten zien dat Sebastian Vettel (Duitse Ferrari-coureur, red.) helemaal geen zuurpruim, maar een leuke jongen is die heel graag in Nederland vakantie viert."
Vettel is tijdens meerdere GP’s door het publiek uitgefloten. Ben je hierdoor sterker geneigd hem te helpen?
"We gaan voorafgaand aan een race voor niemand een lans breken. Ik ben niet voor een bepaalde coureur, ik ben voor de sport. Ik wil de fans laten zien wie die rijders echt zijn. Hoe reageren ze, wat zijn dat voor mannetjes? Als ik merk dat ze een enorm lulverhaal ophangen zal ik altijd, ongeacht welke rijder het is, proberen dat te ontkrachten. Ik ga dus niemand voortrekken. Maar je kunt in het geval van Vettel weleens uiteenzetten waarom hij wordt uitgefloten en vervolgens in de studio bespreken of we het daarmee eens zijn of niet."
De Formule 1 heeft een decadent imago. Het is een milieubelastende sport en de festiviteiten eromheen doen vaak wat poenerig aan. Voelt het soms niet als een grote zak chips die je bijna leeg hebt gegeten? Denk je nooit: ik ben het zat?
"Nee, nog lang niet. We moeten nog tien jaar door. Ik wil vijf kampioenschappen van Max meemaken."
Wil je in die komende tien jaar in de pit blijven staan?
"Ik heb absoluut geen intenties om Olavs baan over te nemen."
Is het belangrijk voor jullie vriendschap en samenwerking dat je dit zo duidelijk uitspreekt?
"Ja. Ik zal nooit op zijn stoel gaan zitten, nooit. Dat kan ik ook helemaal niet. We hebben het er samen wel eens een keer over gehad en elkaar de vraag gesteld: 'Wat gaan we doen als jij morgen ter plekke neer valt?' Daar kwam geen oplossing uit voort. Maar we gaan binnenkort wel op zoek naar nieuwe mensen. Daar hebben we een plan voor, maar we moeten nog even geduldig zijn. De rechten voor het komende seizoen zijn in het bezit van Ziggo. De rechten voor de drie seizoenen daarna zijn echter nog niet verdeeld. We wachten af of we daar weer bij betrokken zullen worden, dan gaan we ons plan voor een actieve opvolging inzetten. Maar dat komt wel goed."
Hoe weet je dat zo zeker?
"Er is altijd een televisiestation die de rechten voor de Formule 1 zal gaan aanschaffen. En ik maak me geen zorgen over onze toekomst. Als iemand denkt dat hij het beter kan, dan moet hij dat doen."
Hebben jullie een machtspositie binnen de Nederlandse Formule 1-verslaggeving?
"Absoluut niet. Dat wil ik ook helemaal niet. Ik wil waardering van de fans. En als die anderhalf miljoen kijkers, ik noem ze nog een keer, vinden dat er een echte journalist voor mij in de plaats moet komen, dan gaan we dat doen."
De discussie over een Nederlandse Grand Prix is opnieuw opgelaaid. Hoe kijk jij daartegen aan?
"Ik denk niet dat er een GP in Nederland komt. Maar mocht er voldoende draagvlak gecreëerd worden, dan moet de Nederlandse overheid er volledig achter gaan staan. Dat is echt nodig. In zo’n hypothese zou Rotterdam in mijn optiek de grootste kanshebber zijn. Ik zie het op Zandvoort en in Assen niet gebeuren. Zandvoort is slecht bereikbaar en Assen is een motorcircuit. Dat vergt gewoon te veel aanpassingen. Of we een Formule 1-race in Nederland überhaupt moeten nastreven? Ik denk dat we de Grand Prix van Spa Francorchamps (België, red.) lekker moeten omarmen en ervoor zorgen dat die oranje wordt. Dat is onze thuis-Grand Prix."