Het was maart 2016, twee jaar voor de Spelen van Pyeongchang en amper twee jaar na haar eerste wedstrijd als skeletonster, en Kimberley Bos had in het Amerikaanse Lake Placid net haar derde zege in twee weken geboekt in de North American Cup, een Noord-Amerikaanse wedstrijdserie vlak onder het niveau van de wereldbeker.
Terwijl Bos zich in de kleedkamer klaarmaakte voor de huldiging, hoorde ze de manager gefrustreerd door de catacomben van de olympische bobbaan van 1932 en 1980 lopen. "Waar moet ik nu weer een Nederlandse vlag vinden? Waar komt deze Nederlandse overwinning opeens vandaan?", vroeg de man zich hardop af.
"Het was pas mijn derde seizoen als skeletonster en mijn eerste keer in Noord-Amerika, dus het was wat onverwacht", kijkt Bos in een hotel in het Duitse Winterberg terug op haar eerste successen in de sport die ze sinds 2013 beoefent. "Ze moesten heel goed zoeken, maar er was uiteindelijk een Nederlandse vlag bij de huldiging, jazeker."
De 24-jarige Gelderse kan er wel om lachen, ook omdat ze door een achtste plaats bij het WK van 2016, een vijfde plek bij het EK van 2017 en een derde plek bij de wereldbeker in maart 2017 op de olympische baan van Pyeongchang - de eerste Nederlandse podiumplaats ooit in de sport - inmiddels niet meer onbekend genoemd kan worden in de skeletonwereld.
"Al is mijn podiumplek in Pyeongchang wel het moment van vorig seizoen geworden, want dat had niemand verwacht", stelt Bos. "Maar van een toptienplek van een Nederlandse kijkt niemand meer vreemd op."
Pionieren
Dat was eind 2008, toen Joska Le Conté haar debuut maakte in de wereldbeker, wel anders. De nu 30-jarige Utrechtse was de enige Nederlandse op het hoogste niveau van het skeleton, een sport die sinds 2002 olympisch is, en dus was het voor haar jarenlang vooral pionieren. "Ik heb lang alles alleen moeten doen en mijn eigen weg moeten zoeken", zegt Le Conté.
Dat betekende in de zomer studeren of werken - sinds juli 2011 is Le Conté beleidsmedewerker bij de Koninklijke Nederlands Motorrijders Vereniging - en het vervolgens in de winter met een minimaal budget opnemen tegen de wereldtoppers uit Duitsland, Canada, Amerika of Groot-Brittannië.
"Als de resultaten tegenvielen, dacht ik soms wel: waarom doe ik al die moeite?", aldus Le Conté, die pas in januari 2015 voor het eerst een toptienplek behaalde in de World Cup door zevende te worden in het Duitse Königssee.
"Maar de liefde voor de sport gaf altijd de doorslag om door te gaan. Bovendien heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden dat mijn materiaal niet optimaal was, omdat ik daar de financiën niet voor had."
Onbemind
Dat is het lot van een Nederlandse atleet in een sport die in eigen land relatief onbekend en onbemind is. "Als ik zeg dat ik aan skeleton doe, zie ik mensen vaak een beetje raar kijken", zegt Le Conté. "Dus dan leg ik het toch maar uit: ik ga alleen op een sleetje naar beneden op een bobsleebaan, liggend op mijn buik en met mijn hoofd naar voren. De reactie die ik dan nog het meest hoor is: 'Je bent gek'."
Het is een respons die Bos maar al te goed kent, al merkt de Gelderse dat ze elk jaar wat minder hoeft uit te leggen. "Toen ik begon met deze sport, zeiden mensen meestal: 'Skeleton? Oh, je bedoelt skeeleren?' Nu hebben ze vaak wel enig idee wat het is."
Ondanks snelheden die boven de 120 kilometer per uur kunnen uitkomen terwijl je hoofd zich slechts enkele centimeters boven het ijs bevindt, benadrukt Bos dat je niet gek hoeft te zijn als skeletonner.
"Je raakt nooit wat met je hoofd. Als je wat raakt, dan is dat met je bovenarm, elleboog of enkel. Ja, in het begin van mijn carrière had ik een abonnement op de 'blauweplekkenzalf', omdat ik veel de kant raakte. Maar nu gebeurt zelfs dat me eigenlijk niet tot nauwelijks meer."
Droom
Toen Bos negen werd, vierde ze dat met een 'Olympische Spelen-feestje'. "Elk kind heeft een droom, en dat was die van mij: ik wilde de Spelen halen", zegt ze haast schouderophalend.
Vijftien jaar later is Bos dichter dan ooit bij die droom, al had ze op die negende verjaardag niet kunnen vermoeden dat ze haar doel zou bereiken in een sport die skeleton heet.
"Als kind deed ik aan turnen, maar ik besefte al vrij snel dat ik daar de Spelen niet mee zou gaan halen", aldus Bos, die acht jaar geleden in haar geboorteplaats Ede per toeval in aanraking kwam met sleesporten. Na drie jaar aan bobsleeën te hebben gedaan, stapte de 'slechts' 1,66 meter lange atlete over naar het skeleton. "Fysiek pas ik beter bij deze sport."
Bos heeft als relatieve laatbloeier nog steeds een flinke achterstand op haar concurrenten, die stuk voor stuk honderden afdalingen meer ervaring hebben. Maar dat weerhoudt de Nederlandse er niet van om de lat zo hoog mogelijk te leggen. "Ik wil de allerbeste van de wereld worden", is praktisch het eerste wat een bezoeker van haar website ziet.
"Ik ben altijd voorstander van doelen stellen en dromen hebben", verklaart Bos met een lach. "En dat is mijn droom: de allerbeste skeletonster ter wereld worden. En ja, dat steek ik niet onder stoelen of banken, iedereen mag het van mij weten."
Sneeuw
De eerste halte op weg naar wereldheerschappij moeten de Spelen van Pyeongchang worden, maar in Winterberg, de facto de thuisbaan van de Nederlandse skeletonsters, zorgde winterweer vorige week vrijdag voor een kink in de kabel. Zowel Bos als Le Conté startte in een sneeuwbui, waardoor ze een fiks nadeel hadden ten opzichte van de concurrentie en slechts respectievelijk als 24e en 22e eindigden. "Natuurlijk dacht ik direct aan mijn olympische kwalificatie, want dit helpt absoluut niet", baalt Le Conté.
De Nederlandse skeletonsters moeten van sportkoepel NOC*NSF op 14 januari in de top twaalf van het wereldbekerklassement staan om zich te plaatsen voor de Spelen. Na de matige uitslag in Winterberg, de vierde World Cup van het seizoen, vallen Bos (veertiende) en Le Conté (achttiende) buiten die kwalificatie-eis. Er volgen nog drie wereldbekerweekenden tot 14 januari, te beginnen vrijdag in het Oostenrijke Igls, een plaatsje vlakbij Innsbruck.
"Ik had ingezet op een plek in de top zes in Winterberg, maar in plaats daarvan is het verschil met de nummer twaalf van het wereldbekerklassement opeens wel heel groot geworden", aldus Bos. "Ik vroeg me wel even af hoe ik dat nog ga rechttrekken. Maar tot Winterberg ging eigenlijk alles beter dan vorig seizoen en dit resultaat betekent niet dat olympische kwalificatie niet meer gaat lukken."
Ook Le Conté houdt hoop, niet in de laatste plaats omdat ze verwacht dat een eerste olympische deelname van een Nederlandse skeletonster veel kan betekenen voor haar sport. "Het zou een heel grote boost zijn voor skeleton in Nederland als er een oranje slee te zien is in Pyeongchang. Misschien weet dan opeens tachtig procent van de Nederlanders wat skeleton is."