Direct naar artikelinhoud

Nederlander is niet cynischer of rechtser geworden

Van de veelgehoorde ruk naar rechts is geen sprake, stelt het SCP. Althans niet als het gaat om opvattingen, wel in politiek gedrag. Door de opkomst van nieuwe partijen – de LPF van Pim Fortuyn, de PVV en tegenwoordig ook Forum voor Democratie – “komen opvattingen die er voorheen ook al waren nu nadrukkelijker op de voorgrond”.Beeld ANP

Vaak wordt gedacht dat ontevredenheid, cynisme en vreemdelingenhaat welig tieren. Dat is niet zo, aldus het SCP.

Het staat haaks op de intuïtie van veel mensen, maar Nederlanders zijn de afgelopen kwart eeuw níet ontevredener geworden, ze zijn ook níet cynischer geworden over de politiek en in hun opvattingen hebben ze géén ruk naar rechts gemaakt. Over immigranten zijn ze zelfs positiever gaan denken.

De onderzoekers tonen zich zelf af en toe verbaasd over de bevindingen

In het rapport ‘De sociale staat van Nederland’, dat vandaag verschijnt, kijkt het Sociaal en Cultureel Planbureau terug op de periode vanaf ongeveer 1990. De onderzoekers tonen zich zelf af en toe verbaasd over de bevindingen die dat oplevert. Gevraagd naar de toekomst zeggen meer Nederlanders dat het ‘de verkeerde kant’ op gaat dan er mensen zijn die het ‘de goede kant op’ zien gaan, blijkt keer op keer uit SCP-peilingen. Maar over het nu zijn ze positief.

Daar is objectief gezien ook genoeg reden toe. Nederlanders zijn gemiddeld genomen gezonder geworden en ze leven langer. Twee keer zoveel mensen als in 1990 zijn hoog opgeleid. Vooral vrouwen en ouderen hebben veel vaker een baan. De economische crisis hakte er weliswaar in en de meeste Nederlanders zijn in inkomen nog niet terug op het niveau van daarvoor. Maar tot 2007, toen die crisis begon, waren veel mensen er fors op vooruitgegaan.

Opmerkelijk genoeg heeft die crisis weinig invloed gehad op hoe mensen aankijken tegen hun eigen financiën: al die jaren bleef rond de 85 procent vinden dat zijzelf en hun gezin in welvaart leven. Ongeveer een zelfde percentage noemt zichzelf gelukkig, en dat blijkt in de loop der tijd vrij stabiel.

Vertrouwen in politiek

Ook in veel andere opzichten is het humeur van de gemiddelde Nederlander er niet slechter op geworden. Bijvoorbeeld als het gaat over de politiek: 80 procent vindt dat de democratie in het algemeen goed werkt. Het vertrouwen in de regering en de Tweede Kamer schommelt in de loop der tijd wel, maar gaat grosso modo niet omlaag – en blijft vergeleken met veel andere Europese landen zelfs onveranderd hoog. Wel is de steun voor de Europese Unie afgenomen.

Het opmerkelijkst is misschien de verandering in opvattingen over immigranten. In 1994 vond nog 49 procent dat er te veel mensen met een andere nationaliteit in Nederland wonen, in 2017 blijkt dat percentage te zijn gedaald naar 31. Ook de steun voor het opvangen van vluchtelingen is gegroeid.

In 1994 vond nog 49 procent dat er te veel mensen met een andere nationaliteit in Nederland wonen, in 2017 blijkt dat percentage te zijn gedaald naar 31 procent.

Intussen is het aantal mensen afgenomen dat voor de doodstraf is (begin jaren negentig 40 procent, nu een kwart), vinden meer mensen dat het homohuwelijk een goede zaak is (tien jaar geleden 87 procent, nu 94) en vinden meer mensen dat vrouwen die dat wensen abortus moeten kunnen laten uitvoeren (in 1992 60 procent, nu driekwart).

Geen ruk naar rechts

“Van de veelgehoorde ruk naar rechts is geen sprake”, stelt het SCP. Althans niet als het gaat om opvattingen, voegt het daaraan toe, wel in politiek gedrag. Door de opkomst van nieuwe partijen – de LPF van Pim Fortuyn, de PVV en tegenwoordig ook Forum voor Democratie – “komen opvattingen die er voorheen ook al waren nu nadrukkelijker op de voorgrond”.

Dat laatste is volgens adjunct-directeur Rob Bijl van het SCP tegelijkertijd een van de redenen dat de intuïtie van veel mensen – over verrechtsing en verharding, over boze burgers en onvrede – niet klopt. “Niet de héle bevolking staat te juichen over de staat van het land”, zegt hij. “Er bestaat een groep, zo’n 15 procent van de bevolking, die zich niet gehoord voelt. Die laat nu wél van zich horen.”

De media hebben de neiging dit verschijnsel uit te vergroten en met name de sociale media doen daar nog een forse schep bovenop, zegt Bijl, met ‘vluchtige en oppervlakkige’ hypes die vaak geen goed beeld van de werkelijkheid opleveren. “Vergeet niet: begin jaren negentig had maar zo’n 4 procent van de Nederlanders internet.”

Betrokkenheid bij politiek neemt niet af

Is de politieke betrokkenheid aan slijtage onderhevig? Nee, stelt ook het Centraal Bureau voor de Statistiek in een  publicatie die vandaag verschijnt. De opkomst bij de laatste verkiezingen was hoog en er zijn geen aanwijzingen dat er minder mensen meedoen aan andere acties om de politiek te beïnvloeden.

Net als het SCP ziet ook het CBS verschillen tussen bevolkingsgroepen. Vrouwen zijn minder geïnteresseerd in politiek dan mannen (44 tegen 58 procent). En van de mensen met een diploma van hogeschool en universiteit is 78 procent politiek geïnteresseerd, tegen slechts 28 procent van degenen die alleen de basisschool hebben afgemaakt.