Direct naar artikelinhoud
Opinie

Innovatie kan zonder hoge medicijnprijzen

Franse technici aan het werk bij de ontwikkeling van een nieuw medicijn.Beeld AFP

Zonder farmaceutische industrie geen nieuwe medicijnen, is het idee. Maar het klopt niet, aldus huisarts Hans van der Linde.

Farmaceuten hebben een goede neus voor innovaties en kopen die op. Ze doen geen basaal onderzoek.

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) bracht advies uit aan de regering over hoe het probleem van dure geneesmiddelen aan te pakken. De voorzitter van de adviescommissie zei daarover het volgende: "Het is tijd voor een keiharde confrontatie met fabrikanten over hun dure geneesmiddelen. Om de prijs omlaag te krijgen, moet de Nederlandse overheid tot de tanden bewapend de onderhandelingen over de vergoeding van een nieuw geneesmiddel ingaan. Wie vrede wil, bereide zich voor op de oorlog."

Wat opvalt in publicaties over nieuwe geneesmiddelen, is dat zelfs de meest kritische beschouwingen uitgaan van aannames die jarenlang zijn gecommuniceerd door geneesmiddelenproducenten.

De kern van echte innovaties is te danken aan universitaire of andere onderzoekers die basaal onderzoek verrichten

Bijvoorbeeld: 'Nieuwe medicijnen danken we aan de farmaceutische industrie'. 'De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel kost ten minste één miljard dollar.' 'Hoge prijzen zijn onvermijdelijk voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.' Deze beweringen zijn helaas ook uitgangspunt geworden van het RVS-advies. Maar zijn die premissen juist?

Afgeroomd

De kern van echte innovaties is te danken aan universitaire of andere onderzoekers die basaal onderzoek verrichten. Of zoals de hoofdredacteur van de New England Journal of Medicine, Marcia Angell, eens schreef: 'De kern van medische innovatie komt overwegend uit het vrije onderzoek dat met publieke gelden wordt betaald en daarna wordt afgeroomd door de farmaceutische giganten.' Geneesmiddelenproducenten hebben een goede neus voor winstgevende innovaties, kopen die op, ontwikkelen ze verder en brengen ze op de markt. Zelf doen ze geen basaal onderzoek.

Hoeveel geven zij uit aan innovatie? Voor de beantwoording van die vraag moeten we de oncontroleerbare verhalen over miljarden kostende innovaties even terzijde schuiven. Op internet staat het antwoord op die vraag namelijk gewoon te lezen in de financiële jaarverslagen van de bedrijven.

Aan 'onderzoek en ontwikkeling' werd de laatste vijftien jaar gemiddeld 13 procent van de omzet besteed. De vraag is dan welk deel daarvan wordt gebruikt voor innovatie en welk deel voor zaken die daar niets mee te maken hebben.

Veel geld wordt gestoken in onderzoeken die nieuwe geneesmiddelen gunstig moeten positioneren

Verdraaide uitkomsten

Allereerst de vraag welk deel gaat naar zinloze onderzoeken die louter worden opgezet om de verkoop te bevorderen. Met deze zogeheten zaaionderzoeken ('seeding trials') zijn megabedragen gemoeid. Wereldwijd worden universiteiten en instellingen gevraagd om het product van de fabrikant aan nutteloos onderzoek te onderwerpen. Daarmee komen de geneesmiddelen in de schijnwerpers te staan en komen de middelen in de receptenblokken van de artsen. Dat heeft niets van doen met innovatie en alles met marketing. Mooi meegenomen is dat wetenschappers als vertaalslag voor de financiering van hun onderzoek een rol gaan spelen bij de promotie van nieuwe geneesmiddelen. De seeding trials worden in de jaarverslagen niet geboekt als marketing, maar als onderzoek en ontwikkeling.

Veel geld wordt gestoken in onderzoeken die nieuwe geneesmiddelen gunstig moeten positioneren. Wetenschappelijk onderzoek is een geducht marketinginstrument en in de marketingwereld geldt: 'A study not marketed, is a study not done'.

Dat deze onderzoeken worden gemanipuleerd en verdraaide uitkomsten worden gebruikt voor promotiedoeleinden, is inmiddels in talrijke studies aangetoond. Ook deze marketing wordt geboekt onder 'onderzoek en ontwikkeling'.

Verreweg het grootste deel van de genoemde 13 procent gaat echter naar de ontwikkeling van varianten van bestaande succesmiddelen. Het gros van die varianten is niet bewezen veilig en niet bewezen effectief. Jarenlange lobby heeft bewerkstelligd dat ze onvoldoende getest op de markt gebracht mogen worden, zodat de patentduur ten volle benut kan worden. Steeds blijkt, nadat er miljarden zijn verdiend, dat ze niet beter zijn dan de bestaande middelen. Dat geldt voor kankergeneesmiddelen, alle nieuwe insulines, het nutteloze assortiment aan inhalatoren en de peperdure nieuwe cholesterolverlagers. Het overgrote deel van de kosten voor onderzoek wordt opgeslokt door de ontwikkeling van deze middelen. Van innovatie is ook hier geen sprake.

Welk gedeelte van die 13 procent omzet gaat wel naar innovatief onderzoek? Bij gebrek aan voldoende gegevens blijft het bij schattingen. Vaak wordt een percentage genoemd tussen de 3 en 5 procent. Op een wereldomzet van 1200 tot 1400 miljard dollar zou dat een bedrag zijn tussen de 36 en 70 miljard. Het is zeer de vraag of dat immense bedrag wordt besteed c.q. kan worden besteed aan innovatie.

Uit deze cijfers is echter één ding wel duidelijk. Voor innovatie zijn geen hoge geneesmiddelenprijzen nodig. Aan marketing wordt tussen de 20 en 30 procent van de omzet uitgegeven en de ongekend hoge winsten belopen 15 tot 20 procent van de omzet. Het enkele feit dat een veelvoud van het innovatiebedrag wordt uitgegeven aan marketing bewijst temeer dat er geen begin van een rechtvaardiging bestaat voor de exorbitante prijzen van geneesmiddelen.

Het dreigement 'zonder hoge prijzen, geen nieuwe medicijnen' is dan ook loos, maar het sorteert wel degelijk effect omdat er dreiging vanuit gaat. Praat met een willekeurig iemand over dure medicijnen en u zult te horen krijgen dat het ontwikkelen van nieuwe medicijnen toch ook bekostigd moet worden. Dat is het resultaat van succesvolle marketing. Die boodschap vormt het fundament van de megawinsten. De bereidheid van de gemeenschap om veel voor medicijnen te betalen, staat of valt er namelijk mee.

Eensgezind

Het RVS-advies heeft als grote verdienste dat het wegen wijst waarlangs hoge geneesmiddelenprijzen aangepakt kunnen worden. Voor eensgezinde actie zullen we ons echter eerst moeten bevrijden van de gedachte dat we voor nieuwe middelen afhankelijk zijn van de farmaceutische industrie en dat hoge prijzen nodig zijn om nieuwe middelen te ontwikkelen. Pas dan zijn we klaar voor een 'keiharde confrontatie met fabrikanten' zoals gepropageerd door de voorzitter van de RVS-commissie.

Lees meer opiniebijdragen van columnisten en lezers op trouw.nl/opinie