Direct naar artikelinhoud
Interview

De grens tussen orthodox en radicaal: 'Ik ben meer hipster dan salafist'

Van rechts naar links: Ferhat Dogan (23), Cihan Tanriverdi (29), Halil Karaaslan (29) en Esra Kahramanoglu (18).Beeld arie kievit

Het salafisme onder Turken in Nederland neemt toe, schrijft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Vier Turks-Nederlandse jongeren vrezen dat hij mede op hen doelt. 'Ben je met een baard, hoofddeksel en vijf keer per dag bidden een salafist?'

De vier Turks-Nederlandse jongeren zijn het erover eens. Praktiseren islamitische jongeren zoals zijzelf hun geloof actiever? Absoluut. Zijn ze salafistisch, ofwel uiterst orthodox? Zeker niet. Esra Kahramanoglu (18): "Ik let nu misschien meer op kleine regeltjes, die ik vroeger overtrad. Vijf keer bidden per dag bijvoorbeeld. Radicaal is dat niet."

Kahramanoglu is samen met Ferhat Dogan (23), Cihan Tanriverdi (29) en Halil Karaaslan (29) naar de Muradiyemoskee in Schiedam gekomen. Aanleiding is het dreigingsbeeld dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vorige week publiceerde. Eén alinea ging over de Turkse islamitische gemeenschap. Volgens de NCTV is onder 'Turkstalige gemeenschappen een groei van salafistische tendensen waarneembaar, die niet altijd als salafisme worden benoemd'.

De jongeren kunnen het niet plaatsen. Ferhat Dogan denkt dat de vaststelling niet goed onderbouwd is. "Als je vijf keer per dag bidt, en een baardje of een hoofddeksel hebt, dan pas je misschien in het beeld. Maar ben je dan ook salafist?"

De religieuze verschillen tussen Turkse jongeren zijn niet zo groot
Halil Karaaslan (29)

Karaaslan: "Je ziet bijna nooit meer Turkse jongeren zonder baard. Het is ook een fashion statement. Een spijkerbroek tot de enkels, wat je bij salafisten ziet, is hip. Ik ben meer hipster dan salafist."

Kahramanoglu omschrijft salafisme als de islam belijden op een zo 'primitief' mogelijke wijze. "Zonder bijverzinsels. Maar het wordt door sommigen misbruikt om extreme daden te verrichten." Bovendien, zegt ze, wordt de term in de media misbruikt door op 'enge' aspecten te focussen. Met antiwesterse of onverdraagzame denkbeelden die vaak met het salafisme in verband worden gebracht, willen zij en de andere drie niet geassocieerd worden.

Soennitische vorm

Dogan, die leraar techniek is, komt al sinds zijn twaalfde in de moskee. "Maar je hebt ook jongeren die niet praktiseren en dan in één keer volledig opgaan in het geloof en bij verkeerde bronnen terecht komen. Bij dat soort jongeren ligt radicalisering op de loer."

De jongeren hangen een soennitische vorm van de islam aan, en ze voelen zich aangesproken door het bericht van de NCTV. Die schrijft immers dat de salafistische neigingen van Turks-Nederlandse jongeren te zien zijn binnen nieuwe organisaties en websites, maar mogelijk ook voortkomen uit 'de meer islamistische koers die Diyanet-moskeeën varen'.

Tanriverdi zit in het bestuur van de Schiedamse Muradiyemoskee, die onder het Turkse presidium van geloofszaken Diyanet valt. "Ik herken het niet, Diyanet accepteert geen salafisme." Wel is Diyanet de afgelopen jaren 'verkleurd'. Het instituut, dat voorheen voor alle islamitische stromingen openstond, staat in Turkije momenteel onder invloed van de AKP van president Recep Tayyip Erdogan. Daardoor neigt de islam die door Diyanet wordt uitgedragen meer naar Milli Görus, de conservatieve stroming waaruit Erdogan voortkomt. Mogelijk zorgt dat voor meer orthodoxie in de achterban, hoewel de jongeren zelf dat zo niet zullen noemen.

Bidden in het trappenhuis

Jongeren in Nederland kunnen elkaar door het politiek-religieuze bondgenootschap tussen de AKP en Diyanet beter vinden, denkt Karaaslan. "De religieuze verschillen tussen Turkse jongeren zijn niet zo groot, meningsverschillen in het verleden gingen vooral over politiek. Dat zie je bij onze ouders. Die blijven in hun stroming. Jongeren hebben het idee: samen staan we sterk."

Jongeren van Milli Görüs, Diyanet, maar ook van de mystieke Suleymanci-stroming en van de ultranationalistische Grijze Wolven, trekken meer gebroederlijk op. Hielden ze vroeger hun lezingen afzonderlijk, nu bezoeken ze elkaars evenementen.

Karaaslan is leraar maatschappijleer en secretaris van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO). Hij geeft al langer lezingen aan jongeren, over maatschappelijke onderwerpen die raakvlakken hebben met de islam. Sinds een jaar of vier worden die steeds drukker bezocht, door jongeren uit bovengenoemde groeperingen. Hij laat een foto zien, van een moskee in Rotterdam-Zuid. Er zitten zo'n tweehonderd jongeren in de zaal, gescheiden door een schot. Links de jongens, rechts de meisjes.

'Als meisjes dan een beweging maken om meer ontspannen te gaan zitten, kan dat soms ongepast zijn als er mannen bij zijn'

Evenementen waar mannen en vrouwen gescheiden zitten gebeuren steeds vaker. Tanriverdi, die in zijn moskee ook regelmatig gescheiden lezingen heeft, vindt dat praktischer, omdat een zaal dan makkelijker in te delen is. Bovendien is het in het belang van de aanwezige vrouwen. "Die lezingen duren lang. Als meisjes dan een beweging maken om meer ontspannen te gaan zitten, kan dat soms ongepast zijn als er mannen bij zijn."

Kahramanoglu, het enige meisje in het gezelschap, is het daarmee eens. "Ik wil graag mijn aandacht bij de lezing houden. Als jongens en meisjes bij elkaar zitten is het gezelliger. Er wordt meer gekletst en jongeren trekken elkaars aandacht. Maar je komt voor de lezing."

Kahramanoglu praktiseert - ze gebaart twee aanhalingstekens - sinds een paar jaar. "De andere buitenlanders om mij heen, zoals Marokkanen en Somaliërs waren tien jaar geleden al veel meer met de islam bezig." Haar oudere broer en zus hielden zich veel minder aan geloofsregels. "Ik studeer rechten op de Hogeschool in Den Haag. Daar hebben we een gebedsruimte ingericht onderin het trappenhuis, zodat moslims kunnen bidden."

Karaaslan had gewild dat dit in zijn schooltijd al zo geweest was. "In mijn tijd had je helemaal niet zo veel lezingen. Je had sohbets, een soort huiskamerlezingen, georganiseerd door de Gülenbeweging. En academische lezingen." Als hij wel bij moskeeën terecht had gekund voor vragen over zijn geloof, dan was hij nu verder geweest in zijn 'islamitische beleving', zegt hij.

De Muradiyemoskee in Schiedam valt onder het Turkse presidium van geloofszaken Diyanet.Beeld arie kievit

Niet gepast

In het ouderlijk huis van de jongeren speelde geloof veel minder een rol. De islam was vooral onderdeel van je culturele identiteit, actief belijden deden ze niet. Karaaslan beleefde de islam 'schizofreen'. Bezocht hij op zaterdagavond een lezing, dan gebeurde het wel eens dat hij een paar uur later in de discotheek stond. "Voor de muziek, ik heb nooit gedronken." Hij had zelfs vrienden die gingen blowen, een paar uur voor het gebed. Dat is dubbel: alsof je als moslim kunt kiezen op welke onderdelen je goed wilt doen.

Dogan ging ook wel eens uit in het weekend. "Maar dan ging ik de volgende dag niet bidden, dat vond ik niet gepast. Ik ben inmiddels meer het geloof ingegroeid. Ik weet nu dat de disco niet past bij mij."

Sinds een paar jaar noemen moslims elkaar broeders en zusters. Je hebt een verschillende afkomst, je deelt de islam
Halil Karaaslan (29)

Salafisme zien de vier niet zozeer onder Turkse Nederlanders, wel zien ze een middengroep verdwijnen, de groep waartoe hun broers en zussen behoorden. Jongeren van nu doen ofwel niets met het geloof, of ze gaan praktiseren (zie kader). Tanriverdi: "De huidige generatie kan zich ook veel beter verdiepen in de islam, die is beter geschoold en heeft toegang tot sociale media".

Karaaslan stoort zich aan termen als een 'Nederlandse islam', waarin je westerse gebruiken met de islam zou kunnen verenigen. "De middenweg vinden, van hoe je leeft in het Westen, dat ís de islam. De normen en waarden van de islam hier volgen." En die zijn voor elke moslim in het Westen hetzelfde. Dogan: "Je kunt heel makkelijk in contact komen met moslims in het buitenland. En het hebben over die normen."

Als gevolg van de 'herbeleving' van de islam, zegt Kahramanoglu, trekken Turkse jongeren meer naar andere migrantengroepen toe. Turkse Nederlanders waren altijd sterk op zichzelf gericht. Lezingen van de Marokkaans-Nederlandse prediker Ali Houri worden nu ook veel bezocht door Turkse jongeren. Houri mag niet meer in Antwerpen preken, sinds de politiek daar viel over een oproep van hem aan moslims om plekken waar alcohol geschonken wordt te mijden en niet naar muziek te luisteren.

Die preken zijn zo populair omdat ze in het Nederlands worden gehouden, zegt Karaaslan. "De taal die ons bindt." Zo gaan ook Marokkaanse jongeren steeds vaker naar moskeeën van Milli Görüs. "Sinds een paar jaar noemen moslims van verschillende afkomsten elkaar broeders en zusters. Je hebt een verschillende afkomst, je deelt de islam."

Kahramanoglu bezoekt ook koranlessen in de Essalammoskee in Rotterdam-Zuid, die oorspronkelijk gebouwd werd voor de Marokkaanse gemeenschap. "Mijn ouders zeiden: wat doe je daar? Je moet naar een Turkse moskee gaan. Ik zei: 'pa, wat maakt het uit. Islam is islam, die lessen geven ze in onze moskee niet, bovendien onderwijzen ze in het Nederlands'."

We moeten als moslims leren omgaan met allerlei groepen, ook met ongelovigen
Ferhat Dogan (23)

Beïnvloed door de media

Door de opkomst van het salafisme en door verhalen over radicalisering, zijn veel ouders bang dat hun kinderen daarmee in aanraking komen, zeggen de jongeren. Voorheen werden met name Marokkaans-Nederlandse jongeren aangetrokken door die ultraorthodoxe leer. Kahramanoglu: "Mijn vader is bang dat ik ook die kant op ga als ik met salafistische Marokkanen omga in de moskee. Hij is beïnvloed door de media."

De jongeren zijn zelfbewust en kritisch. Ook op het Westen en het kapitalisme. Daar ligt wel een risico, denkt Karaaslan. "Als ik tijdens een lezing kritisch ben op een westers aspect, dan kan dat overkomen alsof ik het hele Westen slecht vind. Daarom doe ik er vaak een disclaimer bij: dat je niet moet generaliseren."

Veel moslimjongeren worstelen hoe om te gaan met homoseksualiteit. Karaaslan: "Ik heb daar ook geen goed antwoord op. Je kunt wel zeggen dat homo's en moslims op elkaar lijken, op een bepaalde manier. Nederlanders hebben vooroordelen over ze. Maar als zij vervolgens het gesprek aangaan met een moslim of homo, zeggen ze: ik hou niet van je groep, maar jij bent wel oké." In Nederland wordt iedereen geacht homoseksualiteit prima te vinden, zegt Karaaslan. "Dat neemt niet weg dat iedereen er iets van mag vinden of twee mannen moeten kunnen samenleven zoals een man en een vrouw doen. Net als mensen iets mogen vinden over de islam. Binnen de kaders van de wet, natuurlijk."

De jongeren zeggen zelf geen homoseksuele moslims te kennen, hooguit kennissen. Een vriend vertelde Karaaslan ooit dat hij worstelde met gevoelens voor een jongen. "Inmiddels is hij getrouwd met een vrouw. Ik weet dat hij daar lang mee geworsteld heeft. Misschien nog steeds."

Dogan: "Homoseksualiteit is een hot topic. Er zijn ook islamitische regels over hoe met homoseksualiteit om te gaan. Hoe moet je bidden, hoe moet je mensen benaderen? Seksuele voorkeur is niet het belangrijkste in het leven. We moeten als moslims leren omgaan met allerlei groepen, ook met ongelovigen." Karaaslan: "Respect voor de schepping is het belangrijkste. Wees de advocaat van anderen, maar rechter over jezelf."

Salafisme in nederland

Aanhangers van het salafisme proberen de islam op een zo zuiver mogelijke manier te beleven, vergelijkbaar met hoe de profeet Mohammed dat deed. Zij zien hun fundamentalistische leer als de enige juiste vorm van de islam. Er zijn enkele tienduizenden salafisten in Nederland.

De AIVD en de NCTV waarschuwden voor het salafisme als voedingsbodem voor jihadisme en terrorisme, vanwege 'antidemocratische en onverdraagzame' boodschappen.

Tot dusver werden salafisme en extremisme onder moslims meer in verband gebracht met Marokkaans-Nederlandse gemeenschappen, dan met Turkse Nederlanders. Zo lag het aantal uitreizigers naar IS-gebied vele malen hoger in de Marokkaanse gemeenschap. Als verklaring daarvoor geldt dat Turken in het buitenland een sterkere binding houden met het herkomstland. En Turkije houdt invloed op de heersende geloofsleer onder Turken via geloofspresidium Diyanet. Marokkanen in het buitenland hebben een minder sterke sociale identiteit dan Turken. Zij baseren die eerder op hun religie.

Naast groeiende orthodoxie, is er ook een toenemende secularisering onder Nederlandse moslims, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht van vorig jaar. Een kwart van de Nederlandse moslims is minder gelovig dan hun ouders. Ook zagen de onderzoekers een groep van 17 procent voor wie het geloof belangrijker is dan voor hun ouders.

Lees ook: Waarom een rabbijn de salafistische As Soennahmoskee bezoekt