Direct naar artikelinhoud
Column

De God die we bedacht hebben, bestaat niet

Advent.

Advent. Tijd om een kolossale denkfout over God recht te zetten. Dacht u dat hij alleen een timmermanszoon in Nazareth werd? 

Hij wil ook een loodgieterszoon in Nijkerk worden en chauffeurszoon, redacteursdochter, immigrantenkind. Kerst is Gods verhaal met ons allemaal.

Daarom zeg ik "Dag God" in de bus tegen een tiener met een schooltas met een bloem, ploem ploem. "Dag God", zeg ik tegen mijn vrouw die in haar tablet tuurt. "Dag God", groet ik de man die het dak komt repareren.

Vaak denken we te menselijk over God: wij zijn hier en hij is daar. Alsof we buiten hem een zelfstandig bestaan zouden hebben. Dat is de oerzonde. In het paradijs verleidt de slang Adam en Eva door een verboden vrucht aan te prijzen: als je hiervan eet zul je 'als' God zijn. Dus een tweede en derde godje tegenover God. Maar hij klopt in ons hart, stroomt door onze haarvaten, loopt op onze voeten, krabt achter onze oren. We hebben deel aan de goddelijke natuur, zegt de Bijbel.

Misverstanden

De illusie dat we los van God bestaan, leidt tot een hoop misverstanden. Dan maken we allerlei merkwaardige beelden van hem. Zoals velen dacht ook ik eens dat God een oordelende rechter is, een almachtige patriarch op een wolk, een buddy die mij troost op de bank. Veel theologische boeken draaien rond zulke beelden en kunnen rechtstreeks naar het oud papier. De God die we bedacht hebben, bestaat niet.

Uit onszelf zijn wij niets. Voor mensen die het populaire dogma van autonomie en zelfbeschikking aanhangen moet je eigen geboorte wel een groot schandaal zijn. Het belangrijkste dat er is, je eigen leven, heb je niet zelf beschikt. Ineens was je er. We zijn een wonderlijk deel van een veel groter geheel. 'God ademt mij', dichtte Joost Zwagerman. We zijn niet 'als' God, geen nepgodjes, maar God.

Een psalm zingt dan ook dat we 'bijna God' zijn gemaakt. Bijna, want we zijn ernstig beperkt door ons aardse bestaan. Kerst is de voortgaande dynamiek waarin God ons meer God maakt. Zoals een kunstenaar zichzelf in zijn of haar werk legt zodat we zeggen: kijk, dit is een Rembrandt of dat is een Karel Appel, zo legt de Schepper zichzelf in ons. Dat drukt zich uit in allerlei creativiteit, in daden van vrede en rechtvaardigheid, in het met liefde wassen van een oud mens, of het met aandacht ophangen van een adventsster.

Zolang ik in mijn bubbel als een nepgodje tevreden rond mijzelf draai, weet ik niet echt wat liefde is

In ons bemoeit God zich met zichzelf. Dit besef bevrijdt van allerlei ikkige angsten en drukdoenerij, zodat hij in ons meer aanwezig wordt. Wie heeft er nooit gemerkt dat er soms weinig verschil is tussen bidden en mompelen tegen jezelf?

Maar, zegt u, in hoeverre is hij dan nog 'de ander'? Welnu, hij gaat niet op in zijn schepping maar stijgt daar ver bovenuit. En hoe anders en vreemd God is ondervinden we elke dag. Zolang ik bijvoorbeeld in mijn bubbel als een nepgodje tevreden rond mijzelf draai, weet ik niet echt wat liefde is. Mijn bubbel wordt steeds weer doorgeprikt door de God die ik niet bedenken kan, de 'spelbreker' zoals Zwagerman hem noemt.

Daarom ontsteken we lichtjes rond kerst. Als teken dat ons een licht opgaat, als een ster in de nacht van onze eenzame, illusoire autonomie. Advent, als reis naar Bethlehem, is een reis naar ons diepste wezen. Wij zijn allen Jezus: 'lichaam van Christus'.

Jean-Jacques Suurmond is theoloog en predikant. Hij schrijft om de week een column over geloven. Lees meer van zijn columns hier.