Direct naar artikelinhoud
Column

Een identiteit is niet iets wat je bezit, maar wat je kiest

Theodor HolmanBeeld Wolff

De afgelopen week werd mij twee keer iets gevraagd over 'identiteit'. Of ik nog een Indische identiteit had en of ik me een echte Amsterdammer voelde.

Ik raakte meteen van streek, want ik weet niet precies wat 'identiteit' is. Als men mij vraagt: "Wat is je identiteit?" dan zeg ik: "Man." Meer kan ik er niet over zeggen.

Toch heeft iedereen het over dat merkwaardige begrip. Zo zou er een Nederlandse identiteit zijn, een zwarte en een witte identiteit, verschillende religieuze identiteiten, en een paar seksuele identiteiten.

Maar wat die identiteiten behelzen? Geen idee.

Dat wil zeggen: ik heb wel een idee. Ik weet namelijk wél welke identiteit ik zou willen hebben, namelijk die van een groot filosoof, schrijver of staatsman. Een Shakespeare met Voltaire-allure.

Daarmee hebben we de kern van het identiteitprobleem te pakken. Een identiteit is niet iets wat je bezit, maar wat je kiest.

Zo wil ik graag Amsterdammer zijn omdat ik trots ben in deze stad te wonen en te werken. Ik leef van deze stad. Maar wat nou precies de identiteit van een Amsterdammer is? Geen idee, maar een identiteit is altijd positief.

Je hoort nooit: "Ik heb een typische Amsterdamse identiteit, want ik ben leugenachtig, weiger te werken en sla graag vrouwen."

Nee, als je een Amsterdamse identiteit hebt, ben je beter dan de rest, je weet wat je wil, je hebt gevoel voor schoonheid, je houdt dan van aanvallend voetbal, en misschien ben je een tikkie arrogant. Kies maar wat je wil.

Steeds wanneer ik hoor dat een religie je identiteit bepaalt, dan wordt dat ook altijd gevolgd door reeksen positieve kwaliteiten. Een katholiek hoor je over zichzelf nooit zeggen: "Ik heb een echt katholieke identiteit, dus ik val op kinderen, ben hypocriet en neem het niet zo nauw met de moraal."

Juist omdat je een identiteit kiest en niet hebt, kun je alle mooie eigenschappen die je wenst bij je eigen identiteit schuiven.

Men wil dolgraag bijzondere eigenschappen toekennen aan de groep waar men zelf bij hoort en negatieve aan een andere groep.

Vraag een Rotterdammer maar eens de identiteit van een Amsterdammer te beschrijven ("Het zijn een stelletje vuile pleureslijers") en omgekeerd ("Vuile pleureslijers zijn het").

Kortom: er bestaan in feite geen identiteiten, maar mochten ze wel bestaan, dan zijn ze ongeveer hetzelfde.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief

Reageren? t.holman@parool.nl

Als je identiteit Amsterdams is, ben je beter dan de rest en ben je arrogant