Direct naar artikelinhoud

Dit is waarom Zuid-Limburg een vruchtbare akker voor populisme is

Schrijver en presentator Marcia Luyten vindt in haar geboortestreek Zuid-Limburg de perfecte omstandigheden voor het ontstaan van populisme.

Marcia LuytenBeeld David van Reybrouck

Nergens in Nederland stemt een groter deel van de bevolking op de PVV dan in mijn geboortestreek. Daar, in het hart van Zuid-Limburg, in Wijnandsrade, organiseerde mijn vader veertig jaar lang een festival voor Limburgse cultuur. Het kasteel was een weekend gevuld met middeleeuwse muziek, toneel, kunstenaars, oude ambachten, valkeniers, wijnmakers. Er werd gezongen, gedanst, gedronken, dat alles voor de kas van onze handbalvereniging.

Het kerkdorp van 1.800 inwoners trok in zijn hoogtijdagen tienduizend bezoekers. Half Wijnandsrade was een week in touw, mijn vader was er het hele jaar mee bezig. Richting de veertigste editie zocht papa naar een opvolger, maar niemand nam het stokje over. Het was gedaan met het cultuurfestival.

Dat festival was meer dan de cashcow van een sportclub. Het was een plek waar de bloedgroepen van onze gemeenschap zich mengden: handballers met voetballers, ongelovigen met kerkgetrouwen en academici met ongeschoolden. Tweede neveneffect: de dorpelingen zetten samen iets groots neer. Het gaf Wijnandsrade cachet. Ook was het festival als gemeenschappelijk project een 'democratische ervaring', wat volgens de Franse filosoof Tocqueville essentieel is voor een democratische cultuur. Tot slot koesterde en voedde het festival de geschiedenis en cultuur van de eigen streek.

Het was een plek waar de bloedgroepen van onze gemeenschap zich mengden

Het is op precies dat ticket, de Limburgse identiteit, dat Geert Wilders er de verkiezingen won. Zuid-Limburg, met name de Oude Mijnstreek, bleek een vruchtbare akker voor populisme. Tocqueville-kenner Albert Jan Kruiter signaleert hier essentiële voorwaarden voor populisme:

1. Een glorieus verleden dat wordt verheerlijkt. In de hoogtijdagen van de steenkoolindustrie was Heerlen een van de rijkste, meest trotse steden van het land. Het was modern en chic, nergens in Nederland gingen meer bontjassen over straat.

2. Er is een duidelijk afgebakend wij: wij Limburgers tegenover de Hollanders. En wij Limburgers tegenover buitenlanders - vooral Oost-Europeanen; bendes Roemenen en Bulgaren terroriseren Zuid-Limburg met overvallen en inbraken.

Het is op precies dat ticket, de Limburgse identiteit, dat Geert Wilders er de verkiezingen won

3. Daarmee is de vijand gedefinieerd. Populisme vereist een vermeende dreiging van buiten. De vijand is De Elite die na de mijnsluiting, na de teloorgang van dit wingewest, de postindustriële streek lieten verpauperen. Ook de Oost-Europeanen zijn vijanden.

4. Een gevoeligheid voor hiërarchie. Het katholicisme met zijn sterk hiërarchische gezag voedt de voorkeur voor een sterke leider. Bovendien werden voor het succes van de steenkoolindustrie de kompels gekneed naar een model: dat van de gehoorzame, horige arbeider.

5. Ten slotte moet er een gevoel zijn van slachtofferschap. De mijnwerkers was verteld dat ze helden waren in dienst van God en vaderland. Toen ze niet meer economisch rendabel waren, zijn die macho's verloochend en vernederd. De Mijnstreek verloederde, helden werden losers.

Waar David van Reybrouck het populisme terugvoert naar de koloniën, raken de verhalen van Congo en Limburg elkaar. De bevrijdingsbewegingen in Afrika en Indonesië hebben gemeen met de Zuid-Limburgers dat ze zich keerden tegen de kolonisator wiens exploitatie hen berooid achterliet. Of de massabeweging in de Afrikaanse dekolonisatie daarmee ook 'populistisch' was, wil ik betwijfelen. Van bovengenoemde oorzaken voor populisme was er eigenlijk alleen dat slachtofferschap.

Wel is duidelijk dat de sterke identiteit van mijnwerkers een schoolvoorbeeld is van wat de Britse historicus Hobsbawm Invention of Tradition noemde: een gloednieuwe eeuwenoude traditie als bron van trots. Die identiteit is hun naderhand ontnomen zonder dat er iets van betekenis voor in de plaats kwam.

Waar mensen materiële zekerheid en voorspoed verliezen, zijn ze aangewezen op immateriële grondslagen voor trots en eigenwaarde: op zaken als nationale en culturele identiteit.

De bevrijdingsbewegingen in Afrika en Indonesië hebben gemeen met de Zuid-Limburgers dat ze zich keerden tegen de kolonisator

Hetzelfde geldt buiten Limburg. In andere postindustriële gebieden als Helmond of Almelo, de Amerikaanse Rust Belt of het Franse Lille floreren populisten met identiteitspolitiek. Ook hier verloren grote groepen baanzekerheid en (zelf)vertrouwen.

Enkele cijfers: ondanks economische groei is het gemiddeld Nederlandse inkomen in 2016 3 procent lager dan in 2001. Tussen 2010 en 2014 verloor meer dan de helft van de Nederlanders aan koopkracht. Meer dan 600 duizend werkenden zakten onder de armoedegrens. Inkomensongelijkheid nam toe - met hoeveel weet niemand, het CBS heeft geen idee hoeveel rijke Nederlanders belasting ontduiken en ontwijken. Duidelijk is dat de economie groeit en de vruchten toevallen aan bedrijven.

Zie hier het plaatje van de happy few en de unhappy majority: de kosmopolieten die altijd beweerden dat open grenzen goed zijn en die tegenstanders hebben weggezet als kleingeestig of xenofoob, bleken zelf kapitaal weg te sluizen en belasting te ontwijken. De Panamapapers, Paradise Papers, ze zijn de smoking gun van een elite die het sociaal contract heeft gebroken. Deze verdeling van de pot van het mondiale kapitalisme, voedt een virulent gevoel van sociaal onrecht.

Deze verdeling van de pot van het mondiale kapitalisme, voedt een virulent gevoel van sociaal onrecht

De middenklasse ziet een alsmaar onzekerder toekomst voor zichzelf en haar kinderen en het maakt haar razend. Ze wendt zich gemakkelijk tot leiders die Het Volk onder één noemer brengen, de elite beschimpen, de instituties van de rechtstaat verloochenen en pluralisme - de diversiteit van onze samenleving, terugbrengen tot één oranje gemene deler.

Dat politieke humeur in Nederland brengt ook mij tot een analogie met Afrika. Zoals Afrikaanse leiders vaak wantrouwen voedden jegens een andere stam, zo creëren ook wij vijandbeelden. Wat niet goed gaat, wijten we snel aan krachten buiten onszelf. Politici wijzen de weg naar slachtofferschap. De 'boze' of 'gewone' burger is een gedupeerde. Populistische politici vertellen hem dat hij zijn baan is kwijtgeraakt aan een buitenlander, vermalen in de raderen van de verzorgingsstaat, bedreigd door geweld in de buitenwereld - aldus Buma. Baudet waarschuwt voor een 'auto-immuunziekte' en 'kwaadwillende agressieve elementen die ons lichaam binnendringen'.

Zijn boosheid wordt gevoed, ongezien geldig verklaard en in dezelfde beweging tot raison d'être van de moderne burger gemaakt. Hij is boos dus hij bestaat. En de politieke elite haast zich om hem met egards te ontvangen, deze nobele wilde van de 21ste-eeuwse politiek.

De gewone burger die met recht kwaad is over de rekening van de crisis, heeft nog niet automatisch in alles gelijk. Het is naïef te denken dat iedere boze burger het op voorhand goed met de samenleving voor heeft. In zijn ongenoegen vindt diezelfde burger makkelijk de grond voor agressief, intimiderend gedrag, voor keuzes die het algemeen belang schaden.

Niet alles wat boze burgers zeggen is legitiem - hier daagt de nieuwe politieke correctheid. Engagement is een te rooskleurige aanduiding voor wat in de praktijk soms trekken vertoont van virulent nihilisme, van een verlangen naar het autoritaire, van een afkeer van democratie.

De gewone burger die met recht kwaad is over de rekening van de crisis, heeft nog niet automatisch in alles gelijk

Vandaag de dag wordt er gejammerd over verstopeitjes en het teloorgaan van 'de Nederlandse cultuur'. Tegelijkertijd kunnen klassieke musici niet meer leven van hun baan bij een orkest. Zitten met Pasen de kerken niet vol. En is er niemand te vinden die in Wijnandsrade het cultuurfestival wil organiseren.

Met de democratische ervaring is het als met de ervaring van gemeenschap: allebei vragen inzet en moeite. Mijn geboortedorp is verstoken van een feest dat de identiteit en de gemeenschap hielp vormen. En apathie, dat wist Tocqueville al, is de doodsteek voor de democratie.

Het gevolg is een nog luider klagen over verlies van wat er was. Het gevolg is een gevoel van slachtofferschap dat wordt gevoed door populistische retoriek die bedreigingen van buiten ziet, maar die straal voorbijgaat aan de luiaard en de barbaar vanbinnen.

'Leg boze burger niet het zwijgen op, maar laat hem meepraten'

De opkomst van het populisme in Europa wordt vaak vergeleken met die van het fascisme in de jaren dertig. In de Van der Leeuw Lezing betoogt de Vlaamse schrijver David van Reybrouck dat we meer kunnen leren van de laat-koloniale tijd in Afrika.