Direct naar artikelinhoud

Of u boent of niet, kleine kruipers komen uw huis toch wel binnen

Spinnen behoren tot de groep insecten die het vaakst in huizen wordt aangetroffen.Beeld colourbox

De insectenwereld loopt gewoon door in de huizen van mensen. Netheid of huisdieren hebben geen invloed op het aantal beestjes in de woning, ontdekten onderzoekers.

In een gemiddelde woning huizen meer dan honderd soorten spinnen, luizen, muggen en kevers. We leven in een natuurlijke rijkdom zonder naar buiten te hoeven.

Hun conclusie is voor de een geruststellend en voor de ander een nachtmerrie: het maakt nauwelijks uit of je de boel de boel laat of juist eeuwig schrobt

De kleine kruipers en vliegers die bij ons inwonen trekken zelden de aandacht. Ze worden pas onderwerp van onderzoek als ze een plaag worden of de gezondheid schaden. Maar je kunt die rijke gemeenschap van geleedpotigen ook bekijken door het oog van de ecoloog. Dat hebben Amerikaanse en Europese biologen nu gedaan. Ze doen verslag van hun bevindingen in vakblad Scientific Reports.

Hun conclusie is voor de een geruststellend en voor de ander een nachtmerrie: het maakt nauwelijks uit of je de boel de boel laat of juist eeuwig schrobt, of je een huisdier hebt of alleen woont, de kleine kruipers komen toch wel binnen. En hun soortenrijkdom wordt door heel andere factoren bepaald.

Begane grond

De eerste factor is een open deur, letterlijk. De grootste verscheidenheid aan insecten vind je in kamers op de begane grond met veel deuren en ramen. Dat ligt voor de hand. Een andere inkopper is de vloerbedekking: in kamers met hoogpolig tapijt vind je meer insecten dan in kamers met laminaat.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Van kakkerlakken en mieren wordt gezegd dat ze de keuken opzoeken, maar de onderzoekers vonden ze even vaak in de slaapkamer.Beeld colourbox

Maar verder vonden de onderzoekers juist opvallend weinig verschillen tussen kamers. Vele tientallen geleedpotigen vind je in álle kamers, al doet hun naam soms anders vermoeden. De motmug wordt ook wel aalputmotje genoemd of rioolvliegje, omdat hij zou huizen in rioolbuizen en afvoerleidingen. Onzin, zeggen de onderzoekers; je vindt hem in alle hoeken van het huis. Van kakkerlakken en mieren wordt gezegd dat ze de keuken opzoeken, maar de onderzoekers vonden ze even vaak in de slaapkamer. De enige echte keukenbewoner die ze vonden was de snuitmot.

In alle vertrekken van een huis vind je dus hetzelfde insectenvolk. Uitzondering is de kelder. De kelder is, ecologisch gezien, een grot: vochtig, donker en nauwelijks voedsel. Hier vind je een grotere verscheidenheid aan geleedpotigen dan in enig andere kamer. Spinnen, mijt, kevers, duizendpoten, sprinkhanen, kreeftjes en nog veel meer. Het zijn soorten die zichzelf kunnen redden ook als de middelen schaars zijn, en die niet afhankelijk zijn van kruimels van de tafel of huidcellen en haar.

Omgeving

De meest voorkomende geleedpotigen in de Amerikaanse huizen die de biologen uitkamden, waren mieren, spinnen, tapijtkever, rouwmug en galmug. Je vindt in huis soorten die echt bij de mens en zijn woning horen, zoals zilvervisjes en de boekenluis, én soorten die normaal buiten leven maar naar binnen zijn gekomen, zoals vliegen en sprinkhanen. De insectenrijkdom die een mens in huis aantreft, wordt vooral bepaald door de plaats waar hij woont, ontdekten de onderzoekers.

Hóe die mens leeft, of hij poetst en boent of juist niet, de ramen potdicht houdt of open, maakt nauwelijks verschil. De onderzoekers hadden verwacht verschillen te vinden tussen huishoudens met of zonder huisdier. Maar ook die verschillen bleken niet significant. Ze zagen wel een klein, maar intrigerend verschil tussen hond en kat; huizen met een hond zijn rijker aan insectensoorten dan huizen met een kat. Dat komt misschien, speculeren de onderzoekers, doordat katten jagen op insecten terwijl een hond daarvoor zijn mand niet uitkomt.

De mens denkt zich in zijn huis af te sluiten van de buitenwereld en van de natuur, maar niets is minder waar

De omgeving is bepalend. De wereld buiten loopt door in huis, inclusief de hele rijkdom aan kleine kruipers en vliegers. De mens denkt zich in zijn huis af te sluiten van de buitenwereld en van de natuur, maar niets is minder waar. En dat is maar goed ook, schrijven de onderzoekers. Want contact met insecten, en met de micro-organismen die zij met zich meedragen, voedt de weerstand van de mens tegen vele ziekten.

Lees ook de column van Leonie Breebaart: Angstaanjagend dat we niet meer begrijpen waarom insecten het beschermen waard zijn.