Direct naar artikelinhoud
Opinie

Opinie op Zondag - Dirk-Jan van Baar: 'Democratie is niet voor domme mensen'

Prikkelende opinies op een dag dat u er tijd voor heeft: de Volkskrant presenteert elke zondag bijdragen van een vaste club van acht auteurs. Eerder vandaag cultureel psycholoog Keyvan Shahbazi, nu historicus Dirk-Jan van Baar.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken en Brexit-voorstander Boris Johnson.Beeld epa

Als tegenstander van referenda is mij vaak verweten dat ik het volk te dom vind voor democratie. Hoewel je domheid nooit moet onderschatten, zeker niet bij gestudeerde mensen, is dat mijn punt niet. Ik heb altijd belang gehecht aan de wisdom of crowds. Het (Angelsaksische) idee dat je veel mensen voor de gek kunt houden, maar nooit allemaal en niet de hele tijd. Dat doe ik nog steeds, al is mijn vertrouwen in de Britse en Amerikaanse democratie na de Brexit en de verkiezing van Donald Trump ernstig beschaamd. Veel gezond verstand spreekt er niet uit.

Misschien weten wij Europeanen het na slechte ervaringen met de 'directe volkswil' (nationalisme, fascisme, bolsjewisme) nu beter dan de Engelstaligen, die zulke ervaringen bespaard zijn gebleven. Geen betere leerschool dan de eigen stupiditeiten, al lijken de Duitsers de enigen die daar echt van hebben geleerd. Daar waren wel twee wereldoorlogen voor nodig, niet iets om nog eens te doen. Voor herhaling ben ik niet bang, alleen ezels stoten zich telkens aan dezelfde steen. Democratie berust op 'trial and error' en het VK en de VS hebben nog volop mogelijkheden zich te corrigeren.

Dat neemt niet weg dat democratie enkele inherente zwakheden heeft. De grootste is dat zij de illusie wekt dat het volk moet kunnen meeregeren en dat er gedaan moet worden wat de kiezer wil. Alle populisten leven daarvan, maar het is makkelijk in te zien dat dit een misverstand is. Er bestaat geen collectieve volkswil, er zijn altijd vele stemmen die een zekere onenigheid voorprogrammeren. Alleen demagogen hebben daar geen boodschap aan en doen alsof zij namens het hele volk kunnen spreken, waar de elites uiteraard geen deel van uitmaken.

Misschien weten wij Europeanen het na slechte ervaringen met de 'directe volkswil' (nationalisme, fascisme, bolsjewisme) nu beter dan de Engelstaligen, die zulke ervaringen bespaard zijn gebleven

Kunstje

We hebben dit kunstje al zo vaak gezien dat je zou denken dat mensen daar niet meer intrappen. Maar dat is niet zo, omdat de kritiek van populisten vaak plausibel klinkt en omdat democratische elites moeten samenwerken en naarmate zij er langer zitten de indruk wekken in een gesloten kaste de baantjes te verdelen. Dat kiezers zich overal in de westerse wereld minder in de gevestigde volkspartijen herkennen, komt paradoxaal genoeg ook doordat de moderne netwerkpolitiek weinig ruimte meer biedt aan het oude handjeklap achter de schermen. De hele politiek is een gelikt bedrijf geworden, met de kiezers als markt. Iedereen is tegen bevoorrechting en vriendjespolitiek, maar wat heb je aan politici die niks meer speciaal voor jou kunnen doen?

Ik denk dat je een zekere afstand tussen bestuurders en burgers voor lief moet nemen en dat de tijd van politici die dichtbij het volk staan, altijd jongens van de gestampte pot, voorbij is. Zo ideaal was dat trouwens niet; 'directe democratie' werkt alleen op lokaal niveau en draait om sociale protectie en het voortrekken van de eigen achterban. In moderne hoogontwikkelde samenlevingen is zo'n lokaal blikveld domweg te klein. En nationale referenda, die slechts de publieke stemming kunnen weergeven op een bepaald moment, leiden nooit tot uitkomsten die voor iedereen bevredigend zijn. Nationale plebiscieten zijn altijd een geliefd instrument geweest voor 'sterke mannen' om hun macht te legitimeren, van Charles de Gaulle tot Recep Tayyip Erdogan.

De hele politiek is een gelikt bedrijf geworden, met de kiezers als markt

Gespannen voet

Hiermee zeg ik niks nieuws. We weten al heel lang dat referenda op gespannen voet staan met de parlementaire democratie en nationale tegenstellingen eerder vergroten dan verkleinen. Verliezers leggen zich ook zelden bij hun nederlaag neer en burgers houden een vieze smaak in de mond als regeringen de uitslag toch weer naar eigen believen uitleggen (of negeren). Dat wat democratieën moeten doen, het pacificeren van interne tegenstellingen, doen referenda in de regel niet. Referenda nodigen uit tot cynisme en volksbedrog. Kijk naar de Brexit, kijk naar Catalonië. En wat nationaal een probleem is, is op Europees niveau een onoverkomelijk bezwaar. Daar gaat het per definitie ook over andere volken, die slechts kunnen toekijken hoe er over hun hoofden heen wordt gestemd. Dat leidt tot stereotypen over en weer die in een eindeloos praatcircus moeten worden afgevlakt. De Europese democratie, met al haar kibbelende elites, zal parlementair zijn, of niet zijn.

Ik zeg dus niet dat het volk te dom is voor democratie. Dat zou arrogant zijn. Wel zeg ik dat democratie niet voor domme mensen is en dat zij er verstandig aan doen hun passies in bedwang te houden. De meeste mensen begrijpen dat heel goed, zij houden niet van politiek en laten die liever aan professionals over. Maar ondanks deze wetenschap, proefondervindelijk vastgesteld in allerlei landen, zijn er ook in ons land telkens weer kleine groepjes drijvers die via volksraadplegingen hun eigen machtspolitieke ambities denken te bereiken. Misschien kunnen we eens een club van wijze mannen instellen om te onderzoeken hoe dat komt. Te beginnen met dat Oekraïne-referendum. Dat was dom, vreselijk dom, maar blijkbaar niet dom genoeg.

Dirk-Jan van Baar is historicus.


Referenda nodigen uit tot cynisme en volksbedrog