FNV: zwijgplicht na seksuele intimidatie is onzin

Mensen die seksueel geïntimideerd zijn op hun werk, hoeven zich niet te houden aan een geheimhoudingsverklaring hierover. Dat zegt de vakbond FNV.

Zo'n geheimhoudingsverklaring is soms onderdeel van een zogeheten vaststellingsovereenkomst bij ontslag. In die overeenkomst kan bijvoorbeeld staan dat je niks zegt over hoe hoog je ontslagvergoeding is.

Maar een spreekverbod over seksuele intimidatie is niet rechtsgeldig. "Je hebt namelijk vrijheid van meningsuiting", zegt FNV-vicevoorzitter Kitty Jong. "Dat is een grondrecht dat je niet kan wegschuiven, ook als je ervoor hebt getekend." In Engeland is een zwijgplicht over misstanden expliciet bij wet verboden. De FNV pleit voor eenzelfde verbod in Nederland.

Vorige week meldde RTL Nieuws dat bedrijven tientallen slachtoffers van seksuele intimidatie dwingen om te zwijgen met zo'n vaststellingsovereenkomst.

Werkgever verplicht op te treden

Volgens de vakbond is het publiek belang van optreden tegen seksuele intimidatie in het algemeen groter dan het belang van de werkgever bij geheimhouding. Daarom zal zo'n geheimhoudingsplicht bij de rechter geen stand houden. "Het gaat om een misstand die grote impact kan hebben op het slachtoffer. Werkgevers zijn verplicht hiertegen op te treden. Daders maken zich schuldig aan aanranding of ernstiger feiten en dat is strafbaar."

"Voor inbreuk op de vrijheid van meningsuiting is een zwaarwegend bedrijfsbelang vereist. Een misstand zoals seksuele intimidatie is bijna altijd onvoldoende om de uitingsvrijheid te beperken", aldus de bond.

Vertrouwenspersoon

Ook vindt de FNV dat ieder bedrijf, hoe klein ook, een vertrouwenspersoon moet hebben, waar mensen terecht kunnen als ze last hebben van seksuele intimidatie.