Wilders blijft erbij: zijn vervolging is politiek
Met een oproep aan de voorzitter van het gerechtshof om zich terug te trekken van de zaak, heeft Geert Wilders gisteren de toon gezet van het hoger beroep rond de 'minder Marokkanen'-kwestie.
De raadsheer zou in haar vrije tijd betrokken zijn bij een stichting die vorig jaar een scriptieprijs uitreikte aan een activiste die zich inzet voor vluchtelingen. Diezelfde activiste organiseerde volgens Wilders begin dit jaar een anti-Wilders-demonstratie. "Begrijpt u dat ik me daar zorgen over maak?", aldus de PVV-voorman.
Het Openbaar Ministerie had aan het begin van de dag nog benadrukt dat het hoger beroep enkel draait om de strafbaarheid van de twee woorden 'minder Marokkanen' en niet om de politieke voorkeur van de verdachte of het programma van diens partij. De PVV-voorman vroeg in 2014 op een partijbijeenkomst de zaal of ze meer of minder Marokkanen wilden, waarna het publiek scandeerde: minder, minder, minder. Wilders werd bij de rechtbank schuldig bevonden aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Maar hij kreeg geen straf.
Het OM vindt niet dat je iemand in een dergelijke discriminatiezaak wél schuldig kan bevinden, maar géén straf oplegt
'Politiek proces'
Toch draaide bij het hoger beroep het betoog van Wilders' advocaat Geert-Jan Knoops om het verwijt van een politiek proces, gisteren in de extra beveiligde rechtszaal op Schiphol. Knoops veegde voor het hof de vloer aan met de uitspraak van de lagere rechtbank. Die zou feitelijk niet deugen en de scheiding der machten niet respecteren, aangezien de rechters een oordeel gaven over een politieke uitspraak van Wilders.
Knoops deed ook het verzoek verschillende leden van het kabinet Rutte-II als getuigen te horen, waaronder Mark Rutte zelf, Ronald Plasterk en Ivo Opstelten. Zij zouden zich allemaal in het openbaar hebben uitgelaten over de strafbaarheid van Wilders' uitlating. Daarnaast wil de verdediging dat alle dik 6500 mensen die in 2014 aangifte deden vanwege discriminatie, gehoord worden omdat er sprake zou zijn geweest van ronselen. Zo zouden sommigen niet in de gaten hebben gehad dat ze aangifte deden, maar enkel een standaardformulier hebben getekend.
Tijdens de regiezitting gisteren, konden zowel het OM als de verdediging van Wilders toelichten waarom zij in hoger beroep gingen tegen de uitspraak. Het OM deed dat vanwege vrijspraak voor het aanzetten tot haat, wat Wilders naast discriminatie en groepsbelediging ten laste wordt gelegd. Maar het bezwaar tegen het vonnis van de rechtbank is ook principiëler: het OM vindt niet dat je iemand in een dergelijke discriminatiezaak wél schuldig kan bevinden, maar géén straf oplegt.
Waarschijnlijk komt de raadsheer morgen met een reactie op de persoonlijke verwijten van Wilders.