Gemma Arendsen-Driessen wilde eind vorig jaar overstappen van energieleverancier, maar dat kon niet. Ze was niet kredietwaardig, zei de energiemaatschappij. ‘Ik dacht: “Wat krijg ik nou?” Ik heb geen schulden, zelfs geen hypotheek. Mijn man en ik hebben drie huizen.’

Toen Gemma navraag deed, bleek wat het euvel was. Ze had jarenlang een opvang in het Gelderse Epse waar ze zo’n twintig daklozen een thuis bood. Acht jaar geleden werd de thuislozenopvang gesloten en het huis gesloopt. Er rest nog slechts een tuin. Een tuin met schulden, wel te verstaan. Vanwege die schuldentuin kan Arendsen-Driessen geen energiecontract afsluiten. ‘Dat de mensen die ik heb opgevangen schulden maakten, maakt mij nog geen wanbetaler. Hier kan ik zó boos om worden!’

Onze schulden, weet de Nederlander, worden bijgehouden bij het Bureau Kredietregistratie (bkr) in Tiel. Die instantie kent ons financiële verleden en kun je maar beter te vriend houden. Dat klopt, maar het is slechts een déél van de waarheid. Zo’n twintig jaar geleden begon een handvol anonieme bedrijven grote, volautomatisch doorzoekbare zwarte lijsten aan te leggen. Inmiddels bevatten die veel meer informatie dan die van het bkr en ze zijn te koop voor eenieder die ervoor wil betalen. Deze bedrijven bestempelen je niet alleen als slechte betaler wanneer je schulden hebt, maar ook wanneer je in een arme wijk woont of iemand op jouw adres schulden heeft gemaakt.

De databases bevatten incassogegevens en ‘negatieve betaalervaringen’ van miljoenen mensen. Databedrijf edr bijvoorbeeld heeft gegevens van 7,5 miljoen mensen. Het bedrijf Lindorff beschikt over de vuile was van 10,3 miljoen consumenten en Focum is kampioen met 10,5 miljoen Nederlanders, oftewel bijna iedere volwassene met een eigen portemonnee. Bedrijven analyseren de herkomst van je achternaam en hoeveel je verdient. Ze registreren openstaande rekeningen die je een keer over het hoofd hebt gezien. En ze knopen daar subjectieve conclusies aan vast die zeer nadelig kunnen zijn. Dat gebeurt ongezien, ongereguleerd en zonder je toestemming. Je wordt er niet eens over geïnformeerd, en dat is in schaamteloze overtreding van de wet.

Bij bedrijven ‘die alles van ons weten’ en onze privacy bedreigen, denken we al snel aan Google, Apple en Facebook, die immers precies weten waar we uithangen, wat we aan welke vrienden vertellen en wat we opzoeken op internet. Maar hoe dubieus ook, die informatie staan we vrijwillig af in ruil voor een service waar we gratis gebruik van willen maken. Dat geldt niet voor de datadealers van onze financiële gegevens. Zij zijn de spin in een steeds vernuftiger web waarin de consument zelf niets wordt gevraagd en waar gegevens achter zijn rug om worden verhandeld.

Energiebedrijven, woningcorporaties, kredietaanbieders, zorgverzekeraars en zelfs online seksshops en knutselwinkels kopen een check op de ‘betaalmoraal’ van hun klanten. Sommige bedrijven kopen niet, maar ruilen gegevens uit met de databrokers.

Onderzoeksjournalistiek platform Investico dook voor De Groene Amsterdammer in deze handel in persoonsgegevens. Hoe komen de bedrijven aan al onze data en hoe maken anderen daar gebruik van? Wie behoedt ons voor de ongebreidelde datahonger? We ontdekten een wereld waar je bent overgeleverd aan willekeur en waar de toezichthouder niet optreedt tegen schending van de wet. Ons verslag hieronder is geen waarschuwing voor de toekomst. Het is een rapport van een bestaande situatie die vrijwel niemand kent.

Direct Pay is een incassobureau en schuldhandelaar. Het koopt schulden in bulk op en handelt ze in bulk af: maar liefst 42.000 keer ging het bedrijf vorig jaar naar de rechter om iemands schuld op te eisen. Door achter schuldenaren aan te gaan met dreigende brieven, telefoontjes of zelfs beslag te leggen op iemands volledige bankrekening slaagt het bedrijf erin munt te slaan uit vorderingen die andere bedrijven al lang hebben afgeschreven. Marco van Katwijk, chief operations officer van Direct Pay, omschrijft de voordelen van die databerg: ‘We hebben erg veel consumenten door ons systeem gehad en gegevens over bijvoorbeeld leeftijd, het type openstaande schulden en de regio bewaren we. Die data kun je op allerlei manieren gebruiken.’ Gezeten in de directiekamer vertelt Van Katwijk over de geweldige mogelijkheden van de goudmijn van gegevens die ze in de loop van de jaren met incassowerk verzameld hebben. ‘Op dit moment verkopen we geen data, maar we gaan checks aanbieden en gaan voorspellingen maken. Deels op basis van onze eigen data, maar ook op basis van het Bureau Kredietregistratie, en met data van anderen die we extern inkopen.’

Op die manier heeft Direct Pay de afgelopen jaren haar computers volgestouwd met informatie over álle acht miljoen Nederlandse huishoudens en met de ‘betaalervaringen’ van vijf miljoen consumenten, stelt het bedrijf in een prospectus. Met ‘econometrische modellen’ analyseert het karakteristieken waaronder ook ‘atypisch gedrag, zoals gemaakte taalfouten bij het invoeren van gegevens tijdens een online bestelling’. Dat zou bijvoorbeeld iets kunnen zeggen over iemands opleiding of het Nederlands als moedertaal. Door de aankoop van nieuwe vorderingen groeit de database dagelijks. Zo verwacht Direct Pay zelfs de toekomst te kunnen voorspellen. ‘Ik wil niet weten hoe mijn klant zich gisteren gedroeg’, vat Van Katwijk samen. ‘Ik wil weten hoe hij zich morgen gaat gedragen.’

De consequentie van deze datafilosofie is dat mensen nog jarenlang achtervolgd worden met een slechte score, ook als de schuld al lang is afbetaald. Corine Drijver is sinds februari dit jaar schuldenvrij, na een ellendige periode die begon toen haar partner werd ontslagen wegens fraude. Ze is parttime medisch assistent en moeder van twee kinderen die speciale zorg nodig hebben, dus financieel was het altijd al krap. Na zijn ontslag moest haar partner haar bekennen dat hij een schuld had, en nadat de rechter hem had veroordeeld voor de fraude liet zijn ex-werkgever ook nog eens beslag leggen op zijn loon. ‘Ik kon me niet laten meeslepen in zijn problemen en moest voor mezelf kiezen.’ Toen ze uit elkaar waren bleef Drijver achter met een forse restschuld op de hypotheek. Via een traject in de schuldsanering vond ze de weg omhoog. ‘Je staat dan echt onder regime en kunt bijna niets meer zelf beslissen’, zegt ze. Maar na ruim een jaar bereikte ze een akkoord met haar schuldeisers, en kwam de rust terug in haar leven.

Tenminste, dat dacht ze. Samen met haar collega’s kon ze begin dit jaar meedoen aan een voordelige collectieve autoverzekering via Aon. Dat scheelde een paar tientjes – zeer welkome tientjes.

Maar de verzekeraar wilde Drijver niet aannemen wegens een ‘negatief advies’. ‘Ik ging direct bellen om te horen waar dat op gebaseerd was’, zegt ze. ‘De verzekeraar vertelde dat ik volgens Focum Commerce BV niet kredietwaardig was. Ik ken dat hele bedrijf niet.’ Ze belde en kreeg te horen dat Focum ‘uit openbare bronnen’ wist dat ze in de schuldsanering had gezeten. De autoverzekeraar moet zelf bepalen wat ze met dat negatieve advies doet, vond het bedrijf. In elk geval kon haar negatieve score niet worden verwijderd, vertelde Focum, want daarvoor geldt een ‘bewaartijd’ van 45 maanden. Dat is lastig en onrechtvaardig maar vooral ook vernederend, vindt Drijver, die alleen onder een schuilnaam haar verhaal wil vertellen. ‘Waarom mag zo’n bedrijf me zonder m’n toestemming blijven achtervolgen met mijn verleden? Dat is geld verdienen aan andermans ellende. Waar halen ze het recht vandaan?’

Verzekeringsbedrijf Aon laat in een reactie weten de situatie te betreuren maar zegt geen inzicht te hebben in de gegevens van Focum.

Waarschijnlijk denken duizenden mensen als Corine Drijver dat ze na het keurig afbetalen van hun schulden verlost zijn van het stigma van wanbetaler. Maar dat is schijn.

Mensen worden massaal afgewezen voor telefoon- en internetabonnementen. Energiebedrijven Nuon, Oxxio, Qurrent en E.On laten klanten met een slechte score tot achthonderd euro extra borg betalen of wijzen hen simpelweg de deur. Ook woningcorporaties hebben de kredietcheck ontdekt. Mensen met een slechte score krijgen een kleinere woning of een kortlopend huurcontract. Woningcorporatie De Woningstichting uit Wageningen gaat nog een stap verder. Daar kun je een sociale huurwoning mislopen als je score niet goed is. Pakt de score van een potentiële huurder slecht uit, dan heeft hij precies twee dagen de tijd om aan te tonen dat de score onterecht is. Jaarlijks wijst de Woningstichting, die de helft van alle woningen in de stad beheert, zeker vijf kandidaten af.

Het vrijwel onbekende maar invloedrijke Focum bestaat pas acht jaar en heeft nu al informatie over een kleine tachtig procent van alle volwassenen in Nederland. Jarenlang heeft het moederbedrijf, incassobureau Vesting Finance, gegevens verzameld over mensen met schulden. ‘Onder strenge wetgeving maakt Focum gebruik van betalingservaringen van onder andere Vesting Finance, waaronder ook namen van personen en hun adressen’, schrijft het bedrijf in een advies aan woningcorporaties.

Vesting Finance en andere incassobureaus kunnen die gegevens in handen krijgen omdat schuldeisers onbetaalde vorderingen aan hen overdragen of verkopen. Het incassobureau registreert zo’n onbetaalde vordering vervolgens bij Focum als ‘negatieve betalingservaring’.

Met de data die Focum heeft kan het iedereen in Nederland een cijfer geven, van 1 tot 11. Een stoplicht geeft met rood, oranje en groen aan wie volgens Focum een goede of slechte betaler is. Heb je ooit een incasso gehad, maar is die volledig afbetaald? Dat is goed voor één minpunt. Loopt er nog een incasso tegen je waarvan de eerste delen keurig zijn betaald? Drie minpunten. Nog geen cent van je incasso terugbetaald? Min tien! Een ruzie met een leverancier over een wasrekje van 29,95 euro dat na een internetbestelling verkeerd is bezorgd kan op die manier lang nadreunen. Voor Focum maakt het geen verschil of je niet-betaalde schuld vijf of vijftigduizend euro bedraagt. Het bedrijf registreert alleen maar en geeft het stoplicht een kleurtje.

Zelfs als Focum geen enkele informatie over je heeft, krijg je een score. Dan waardeert Focum gewoon je adres. Het kost bijvoorbeeld punten wanneer je in een huis zit waar vroeger iemand met schulden woonde. In een slechte wijk in het toch al armoedige Sliedrecht heeft Focum een ‘hoog aantal negatieve betaalervaringen’ geregistreerd, dus kleurt je ‘buurtscore’ oranje. En dat leidt tot absurde situaties. Zoals de schuldentuin in Epse, of de aanvaring die Herman Giesken onlangs had met zijn nieuwe energieleverancier Qurrent. Die eiste achthonderd euro borg, omdat databedrijf Focum een schuld op zijn adres had geregistreerd. Om privacyredenen wilde het databedrijf niet laten weten bij welk bedrijf deze schuld stond. Uiteindelijk wist Hermans zoon zich te herinneren dat hij tijdens een lange reis in Azië twee weken te laat was om z’n telefoonrekening te betalen.

Een ruzie met een leverancier over een wasrekje dat na een internetbestelling verkeerd is bezorgd kan lang nadreunen

In de beleving van Focum zijn dit geen fouten. ‘Wanneer iemand op het adres woont waar in het verleden een wanbetaler woonde, zegt dat niet noodzakelijk iets over zijn of haar betaalmoraal. Toch kan alleen al dat enkele feit tot een statistisch en significant verhoogd betalingsrisico leiden’, meldt de folder van moederbedrijf Vesting Finance.

Ook de afnemers van data tillen niet al te zwaar aan de kwaliteit van de informatie. Woningcorporatie De Woningstichting laat ons weten dat het ‘niet hoeft te weten hoe het databedrijf deze scores berekent’. De corporatie Woonpalet beaamt: ‘Geen idee waar ons databedrijf de gegevens vandaan haalt.’ Sterker nog, in een contract met haar afnemers laat Focum opnemen dat ze ‘nimmer verplicht kan worden de wegen aan te geven waarlangs informaties worden ingewonnen’.

Het gaat ook niet om accuraatheid, maar om gebruiksgemak. Met de ogenschijnlijk nette rijtjes data, driekleurige stoplichten en puntenscores kun je gemakkelijk, snel en volautomatisch beslissingen nemen. Dat hierdoor een klant of afnemer tussen wal en schip valt, is de prijs van efficiency. De afnemers bouwen bovendien mee aan de databases van de bureaus. Elke kredietcheck die een energie- of telefoniebedrijf laat doen bij een databureau wordt daar ook weer geregistreerd. Als er veel kredietchecks op jouw naam staan – ongeacht de uitslag – verslechtert je score.

En dit zijn alleen nog maar de incassobureaus. Er is één beroepsgroep die nog meer weet: deurwaarders. Om hun ambtelijke taken uit te voeren hebben ze toegang tot een berg gegevens. Van je adres tot je uitkering, van je werkgever tot het kenteken van je auto, de deurwaarder zoekt het op. Hij weet zelfs of je benzine of diesel tankt.

Vanwege de gevoeligheid van deze gegevens mogen deurwaarders volgens de Tuchtkamer geen belang hebben in databedrijven. Maar das, dat onder meer bekend is als rechtsbijstandsverzekeraar, heeft belangen in incassobedrijven, deurwaarders en een databedrijf. De Tuchtkamer heeft zich nooit uitgesproken over deze constructie. Economic Data Resources (edr), de datadochter van das, gebruikt informatie van deurwaarderskantoren in haar kredietscores, aldus een folder van een databedrijf waar edr mee samenwerkt. Twee afzonderlijke verkoopmedewerkers van edr bij wie we ons melden als potentiële klant prijzen de rijk gevulde datacocktail aan die zij ons kunnen leveren. ‘Nog vóórdat een deurwaarder bij iemand beslag gaat leggen, zijn wij op de hoogte’, zegt er een.

En dat is niet het enige extraatje. ‘We hebben zoveel gegevens omdat we herincasso doen’, legt hij uit. Herincasso is een dienst waarbij een incassobedrijf schulden probeert te innen voor een opdrachtgever waarmee al eerder vruchteloos een incassotraject is doorlopen. ‘Hierdoor hebben we een enorme database van wanbetalend Nederland.’ Bedrijven als zorgverzekeraar vgz, tv- en internetbedrijf Ziggo en diverse gemeenten en woningcorporaties dragen hun herincassodossiers over aan het incassobedrijf van das. Het incassobedrijf heeft volgens de website een ‘gezamenlijke database’ met datazuster edr. Zo komen de gegevens van duizenden schuldenaren in de databank terecht.

Vervolgens melden we ons opnieuw bij das, nu niet als klant maar als journalist. Hoe zit dat? Komen mijn gegevens via de deurwaarder in een schuldendatabank terecht? Maanden geleden vroegen we al een interview aan met directeur Maarten Pieter Remmen van edr, en dat werd steeds geweigerd. Nu belt hij binnen een paar uur terug en zitten we binnen een week aan tafel met Remmen en directeur Charles Staats van das. We mogen alleen niets uit het gesprek citeren.

Slechts de eerste telefonische reactie van Remmen valt buiten die afspraak: ‘Wij krijgen alleen gegevens van deurwaarders uit openbare bronnen. En we hebben geen gedeelde database met onze incassobedrijven. Je maakt het veel spannender dan het is!’ Ook deurwaarders binnen de das-groep ontkennen dat hun gegevens in de databank terechtkomen. ‘We verstrekken geen informatie aan edr’, laat Van Arkel Gerechtsdeurwaarders weten. Zuster-deurwaarder lavg antwoordt ‘met geen enkele organisatie enige data’ te delen, ‘dus ook niet met edr’.

Twee weken na het gesprek volgt een schriftelijke reactie van das. Op de website van het incassobedrijf van das werd aanvankelijk vermeld dat het een ‘gezamenlijke database’ heeft met edr.Dat is inmiddels veranderd in ‘twee afzonderlijke databases’ die gezamenlijk ‘een rijke bron van informatie’ bieden. En: databedrijf edr ontvangt wel degelijk informatie van deurwaarders. Wanneer een deurwaarder je profiel opvraagt bij edr, kan het databedrijf daar een aantekening van maken. Dat gebeurt niet met onze eigen deurwaarders, zegt das. Maar met informatie van andere deurwaarders doen ze het soms wel.

Ook Focum meldt in een reactie dat het deze gegevens van deurwaarders opslaat in zijn database.

Het opmerkelijkste aan het geheel is een veel fundamenteler punt. De ‘scores’ die edr, Focum en hun concurrenten aan miljoenen Nederlanders toebedelen, komen simpelweg illegaal tot stand.

‘Als een incassokantoor jouw gegevens overdraagt aan een ander bedrijf zijn ze wettelijk verplicht dat aan je te melden. Ook als het incassobureau en het databedrijf onder één dak zitten.’ Jan Kabel, hoogleraar commercieel informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, is glashelder: ‘Je hebt er recht op te weten op basis van welke gegevens je behandeld wordt. Dat is de kern van het privacyrecht.’

Maar dat gebeurt niet. Het verdienmodel van de kredietbureaus drijft juist op grootschalige schending van die informatieplicht. De volledige keten, van schuldeisers tot incassobureaus en van kredietbureaus tot afnemers, maakt zich er schuldig aan. Debiteuren hebben geen flauw idee dat incassobureaus de gegevens die aan hun schulden kleven vervolgens opslaan of zelfs doorverkopen aan kredietbureaus. Incassobureaus informeren hen daar niet over.

Bij het verkopen van kredietscores schenden ook de kredietbureaus zélf de informatieplicht. ‘Een kredietscore is ook een persoonsgegeven’, zegt hoogleraar Kabel. ‘Het is maar een cijfertje, maar dat cijfertje betekent een heleboel. Bedrijven moeten het jou laten weten als ze je kredietscore verkopen.’ Kabels oordeel wordt bevestigd door Arnold Roosendaal, mede-directeur van Privacy Company en gepromoveerd op het onderwerp profilering en privacy. ‘Als een betrokkene niet geïnformeerd wordt over de verkoop van zijn of haar kredietscore is dat een schending van de informatieplicht.’ Dat gebeurt niet, blijkt uit een tiental zaken die we onderzochten. Bij deze mensen waren hun kredietscores buiten hun weten om verkocht.

Voor overtreding van de informatieplicht kan de Autoriteit Persoonsgegevens een boete opleggen tot 820.000 euro per geval. Databedrijf Experian gaat niet in op vragen over hun schending van de privacywet. Volgens Focum en EDR wordt de informatieplicht aan burgers in haar contracten verschoven naar de koper van de data.

Maar ook veel afnemers van de scores gaan in de fout waar het op informeren van de consument aankomt. Bekende gebruikers van scores, zoals Nuon, E.ON, en Vodafone, verzwijgen dat ze extern kredietchecks laten uitvoeren. ‘Klanten kunnen zelf vragen wie de toets uitvoert’, zegt de woordvoerder van Nuon.

Hoe kan het dat de privacywet op zo’n grote schaal geschonden wordt? Professor Kabel heeft er maar één verklaring voor: een lakse toezichthouder. ‘Nalatig’, vat hij samen. ‘Ze zitten nergens achteraan.’ ‘Ze doen helemaal niks aan dit soort databedrijven.’ Kabel vertelt een verhaal dat volgens hem tekenend is voor het probleem met de datawaakhond. ‘Kort na de oprichting van de Registratiekamer, de voorloper van de Autoriteit Persoonsgegevens, kreeg ik een rondleiding. In de kelder lagen stapels en stapels stoffige mappen. “Wat zit daar in?” vroeg ik. Het bleek om meldingsmappen te gaan: formulieren waarop elk bedrijf in Nederland dat iets met persoonsgegevens doet, moet aangeven voor welk doel het die verzamelt en verstrekt. Niemand keek ernaar om.’

Inmiddels is het meldingsregister gedigitaliseerd. Maar nog altijd wordt er nauwelijks naar omgekeken. Kabel: ‘Als betrokkene weet je niet wie gegevens over je verzamelt en wat ze ermee doen. Daar is dat meldingsregister voor; dat moet gecheckt. En dat moet de Autoriteit doen!’ De Autoriteit zelf stelt dat zij ‘uiteraard’ alle meldingen bekijkt, maar deze slechts in uitzonderlijke gevallen nader onderzoekt.

Sinds 2003 heeft de Autoriteit geen enkel onderzoek gedaan naar de grote datakantoren. De datahandelaren Experian en edr aan wie we het vroegen, kunnen zich niet heugen wanneer de toezichthouder voor het laatst is langs geweest. Eenieder in de sector die we spreken doet wat lacherig over de ‘Autoriteit’. Het enige wat die de laatste jaren deed, was het goedkeuren van een door de sector zelf ontworpen gedragscode. Die code is inmiddels al een jaar verlopen, maar een nieuwe ligt er nog niet. ‘Die had al lang vernieuwd moeten worden’, meent Kabel. ‘Allemaal nalatigheid.’

De toezichthouder vindt dat het initiatief tot het invoeren van een gedragscode bij de branche zelf ligt, en niet bij de Autoriteit. En de Autoriteit begrijpt wel dat gedragscodes op dit moment niet vernieuwd worden. ‘Wij kunnen ons voorstellen dat de sector pas met een geüpdate gedragscode gaat komen als de nieuwe privacywetgeving is uitgekristalliseerd.’

Bedrijven als Focum adverteren expliciet dat ze meer gegevens bezitten dan het Bureau Kredietregistratie

Als het illegaal is, waarom gaan tientallen energiebedrijven, telefoonmaatschappijen en woningcorporaties dan in zee met deze datadealers? Waarom nemen ze niet gewoon genoegen met het Bureau Kredietregistratie dat al sinds jaar en dag zo vlijtig onze schulden noteert? Dat is omdat het bkr aan strenge regels gehouden is en enkel kredieten mag registreren, niet je onbetaalde energierekening of je huurachterstand. En ook alleen kredietverstrekkers mogen een kijkje nemen in het bkr-register. Terwijl het soort schulden dat mensen maken aan het verschuiven is. Hadden mensen voorheen vooral problemen met een lening bij een bank, nu ontstaan veel schulden bij het betalen van huur, energie, water of zorg. Dat maakt de databases van schulddealers steeds waardevoller vergeleken met het bkr. Dit leidt tot een openlijke concurrentiestrijd, waarbij bedrijven als Focum expliciet adverteren dat ze meer gegevens bezitten dan het bkr.

De belangrijkste concurrent voor het bkr is de moeder aller databedrijven: Experian. ‘We zijn zo divers mogelijk. Financiële dienstverleners, telecom, incassopartijen, het zijn allemaal databronnen waar we gegevens inkopen. Hoe breder de informatiebron, hoe beter de modellen. Uiteindelijk is ook de consument daarmee gediend’, zegt Herman Peeters, senior global consultant van Experian. Peeters zit al 25 jaar met plezier in het vak. ‘Ik hoop dat ik dat enthousiasme een beetje uitstraal.’

Vierhonderd miljoen mensen staan inmiddels in de databanken van de Brits-Amerikaanse kredietbeoordelaar, daar zijn het Hollandse Focum en edr klein poldergrut bij. Experian is in 44 landen actief en is in de Verenigde Staten een van de drie grote spelers. Een van haar concurrenten is Equifax, het bedrijf dat onlangs moest toegeven dat zijn persoonsgegevens van 145 miljoen Amerikanen waren gehackt en op straat lagen. Experian beschermt zijn databerg niet veel beter: in 2015 haalden hackers de gegevens van vijftien miljoen mensen uit de database van Experian.

In Nederland opereert het bedrijf al sinds 1997. Vanuit een kantoorverzamelpand in hartje Den Haag, vlak om de hoek bij de Bijenkorf – volgens Experians analyse het warenhuis met ‘de meeste unieke klantgroepen’ – verzorgt Experian onder meer de kredietchecks van mobiele-telefoonbedrijven in Nederland.

Bij Experian kun je niet alleen mensen checken, je kunt hun database ook gebruiken om actief klanten te targeten. Het maakt niet uit of je de bovenkant of de onderkant van de markt wil bedienen: Experian helpt je om jouw klanten te vinden. ‘Opdrachtgevers willen weten bij welke doelgroep de kans het grootst is dat de klant gewoon “ja” zegt en het product koopt’, zegt Peeters. Met zijn data kun je ‘up-sellen en cross-sellen’: zorgen dat je goed betalende klanten zo veel en zo duur mogelijke producten kopen.

De data van Experian kun je net zo makkelijk gebruiken om zo veel mogelijk klanten binnen te halen, ook consumenten die niet goed kunnen betalen. ‘Dan moet je meer geld vrijmaken voor achterstandsbeheer’, zegt Peeters. Experian helpt om data ‘effectief te gebruiken om waarde te halen uit de onderkant van de markt’. Het maakt Peeters niet uit hoe zijn klanten de scores gebruiken. ‘Daar hebben wij geen rol in, dat is het ondernemersrisico van onze afnemers’, zegt hij.

Natuurlijk zit een analyse er wel eens naast, geeft hij toe. ‘In elke populatie zwarte raven zitten ook witte raven. Dat zijn mensen die ten onrechte worden afgewezen of juist goedgekeurd. Dat is natuurlijk voor die consument best wel vervelend. Maar we gaan er vanuit dat onze datakwaliteit over het algemeen goed is. We zijn constant bezig de modellen te optimaliseren.’

Experian vindt bovendien dat het niet verantwoordelijk is voor eventuele fouten. Als het bedrijf gegevens koopt van een incassobureau weet het alleen dat iemand niet betaald heeft. ‘Wat daarvoor is gebeurd of de reden, dat hoeven we niet te weten.’ En zolang Experian niet van het incassobureau te horen krijgt dat de vordering is betaald of doorgestreept, blijft de registratie staan. Het is aan de consument om daar achter te komen en te proberen het ongedaan te krijgen.

Met alle gevolgen van dien. Zo blijkt uit een uitspraak van de rechter uit 2009 dat het inmiddels failliete Inkasso Unie bewust registraties aan Experian doorgaf van vorderingen die nog betwist werden. Het kantoor gebruikte de registratie zelfs als drukmiddel om mensen te laten betalen. Een patiënt die al jaren bij de kno-arts dezelfde behandeling kreeg, ontving plotseling een rekening voor het tienvoudige van wat hij gewend was, en protesteerde. De rechter gaf de man gelijk, maar Experian had hem al als wanbetaler geregistreerd.

Alle morele verantwoordelijkheid van de gevolgen van zijn datahandel schuift het bedrijf af. Mag een met succes voltooide schuldsanering nog meewegen in iemands risicoscore? Volgens Peeters is het niet aan Experian om daarover een mening te hebben. ‘Dat is afhankelijk van de risk appetite en de eigen besluiten van bijvoorbeeld een energieleverancier. Wij leveren de data. Als voor bepaalde modellen zou blijken dat het voorspellende waarde heeft, zou het kunnen terugkomen in de score.’ Amoreel? ‘Nou ja, het is objectief. Laat ik het zo zeggen: het is een objectieve indicatie.’

We deden nog één test om te ontdekken of je als consument compleet overgeleverd bent aan de grillen van de databedrijven. Kun je enig inzicht krijgen in wat ze van jou weten? Ja, de bedrijven zijn verplicht om je een overzicht te sturen met de gegevens die ze van je bewaren. In ruil voor een kopietje van je paspoort. Maar wie dat doet, krijgt maar een déél van de waarheid te horen.

Tien mensen vroegen voor ons onderzoek hun eigen gegevens op. Het resultaat was teleurstellend: edr, Focum én Experian doen zichtbaar hun best om zo min mogelijk informatie prijs te geven. Experian zegt bijvoorbeeld ‘betalingservaringen van incassobureau als aanvrager’ te hebben opgeslagen in zijn database. Om wat voor ‘ervaring’ dat gaat of welk incassobureau het betreft, blijft onduidelijk. ‘Onderzoek naar adres uitgevoerd op persoon’, meldt Focum. Welke informatie, waar vandaan en aan wie verstrekt, kom je ook na het opvragen niet te weten. De datakantoren spreken enkel in algemene termen, zoals ‘een bancaire instantie’, ‘incassobureau’ of ‘kredietverstrekker’.

Wanneer wij onszelf daarna aanmelden als betalende klant bij Focum en edr en voor enkele honderden euro’s de kredietscores kopen van onze proefpersonen blijkt dat de bedrijven informatie achterhouden. Dat is, opnieuw, in strijd met de wet. Een van de proefpersonen kreeg te horen dat Focum geen gegevens over hem had. Uit de door ons gekochte kredietcheck blijkt dat het bedrijf niettemin een ‘negatieve betalingservaring’ heeft geregistreerd. Focum heeft bovendien gegevens geregistreerd die erop zouden kunnen wijzen dat deze persoon fraudeert. Waarom Focum dat verwacht, is onduidelijk. Van een ander proefkonijn heeft Focum nu twee ‘negatieve betalingservaringen’ te melden, terwijl die niet werden gerapporteerd toen deze persoon zijn eigen gegevens opvroeg. Van een ander meldt edr ons dat er een ‘positieve betalingservaring’ bestaat, terwijl de betrokkene dat zelf niet te horen krijgt. edr gaat niet in op onze vragen hierover.

Focum wijt de discrepantie aan het feit dat wij later de profielen kochten dan onze proefpersonen hun gegevens opvroegen. De proefpersonen in kwestie ontkennen dat ze in de tussentijd betalingsproblemen hebben gehad.

Door onder de radar van de Autoriteit Persoonsgegevens te blijven hebben de kredietbureaus zwarte datalijsten stevig kunnen verankeren in de hedendaagse economie. Het is moeilijk denkbaar dat bedrijven snel zullen stoppen met het kopen van kredietprofielen en illegaal verkregen persoonsgegevens. De lijsten bieden een werkelijkheid die bijna te mooi is om waar te zijn: een bedrijf kan ermee zijn consument kiezen, in plaats van de consument zijn bedrijf. Kapitalisme op z’n kop.

Maarten Pieter Remmen, directeur van edr, heeft de toekomst al in beeld. Hij verwacht dat je identiteit in databanken in de toekomst een vaststaand gegeven is. ‘Dat is in de VS al volkomen normaal’, zegt hij in een interview met CFO Magazine. ‘Daar leer je dat je als achttienjarige een lening moet nemen, zodat je kredietstatus opgebouwd kan worden. Dat scheelt je veel tijd en moeite op het moment dat je een hypotheek wilt hebben. Daar gaan we in de interneteconomie naartoe.’ Wat er gebeurt met de mensen die niet al jaren hun kredietscore hebben kunnen pimpen? Dat maakt de datadealers noch de afnemers iets uit.

Over dit onderzoek

Dit artikel is een vervolg op ons onderzoek naar de handel in schulden dat we afgelopen juli deden voor De Groene Amsterdammer en Nieuwsuur.

Alle databedrijven, de branchevereniging en de Autoriteit Persoonsgegevens hebben een interviewverzoek van ons ontvangen; alleen Experian wilde ons on the record te woord staan. We hebben dezelfde bedrijven schriftelijke vragen gestuurd; Experian, Focum en DAS hebben deze beantwoord.

Tien personen hebben ons geholpen door bij de databedrijven op te vragen welke informatie zij over hen bewaren. Deze mensen hadden op klachtenfora aangegeven dat ze benadeeld waren door een score, of hadden een schuld die in handen was gekomen van een schuldkoper.

Toen bleek dat zij weinig informatie terug kregen, besloten we om ons – onder persoonlijke naam – aan te melden als klant bij EDR en Focum en profielen van onze proefpersonen te kopen. We hebben deze bedrijven inmiddels laten weten dat we ons hebben aangemeld voor een journalistiek project en dat ze ons als klant kunnen verwijderen.

De echte naam van Corine Drijver is bekend bij de redactie van De Groene Amsterdammer.


Wij blijven schrijven over de incasso-industrie en databedrijven. Heeft u ervaringen of tips? Neem dan contact op via redactie@platform-investico.nl