Direct naar artikelinhoud
Interview

Socioloog Jan Willem Duyvendak: Je thuis voelen is een obsessie geworden

Jan Willem Duyvendak: 'We zijn al enorm hecht, maar als je het té hecht maakt, wordt het benauwend.'Beeld Patrick Post

Politici praten Nederlanders aan dat ze zich niet meer thuis voelen in hun eigen land, stelt hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak in zijn nieuwe boek.

Het is woensdagmiddag 11 oktober en op de zesde verdieping van het kolossale gebouw voor sociale wetenschappen in Amsterdam tuurt Jan Willem Duyvendak (1959) geconcentreerd naar zijn beeldscherm. Na een klopje op het raam, zwaait de energieke hoogleraar sociologie de deur van zijn werkcel open. Over het regeerakkoord, dat hij net gelezen heeft, wil hij meteen wel iets kwijt. "Ik vind het interessant dat het in het regeerakkoord voortdurend gaat over Nederland als hechte gemeenschap. We moeten ons bij elkaar thuis voelen. En dat gevoel wordt blijkbaar verstoord door nieuwkomers. Het woord 'inclusief' wordt maar één keer genoemd, op pagina 15, en dan gaat het over gehandicapten. Dat is kennelijk de enige groep die zich buitengesloten voelt."

Mensen pikken het op als de politiek voortdurend suggereert dat je je in de samenleving en in de natie thuis moet voelen
Socioloog Jan Willem Duyvendak

Nee, Duyvendak, die zich al tien jaar bezighoudt met het bestuderen van 'thuisgevoel', is niet erg enthousiast over het coalitieakkoord. "D66 heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat het akkoord er niet mee volstaat, maar Buma en Rutte hebben het wel steeds over 'de gewone en normale man'. Die term komt rechtstreeks uit het handboek van populisten, dat leert elke student aan deze universiteit."

Dit weekend verscheen Duyvendaks nieuwe boek 'Thuis', waarin vrachten met empirisch onderzoek naar ons thuisgevoel is verwerkt.

In uw boek gebruikt u ook termen die pamflettistisch over kunnen komen. Zo noemt u de aandacht voor het thuis voelen 'modieus' en 'obsessief'.

"Bij zo'n publieksboek is het moeilijk om te laten zien hoeveel onderzoek er achter schuilgaat. Maar een pamflet is dit zeker niet! Ik noem dat 'obsessief' niet voor niks. Het begrip 'thuis' is in het politieke debat enorm dwingend geworden, het is een magneet die alles naar zich toe zuigt. Want je moét het woord 'thuis' gebruiken om aan het debat mee te doen: dat bedoel ik met obsessief. En laten zien wat de obsessies in het debat zijn, dat is volgens mij wat wetenschappers horen te doen."

Een studeerkamergeleerde is Jan Willem Duyvendak in elk geval niet. Hij is niet alleen hoogleraar en auteur van een lange lijst sociologische studies, hij mengt zich ook regelmatig in het politieke debat - onder meer in opinieblad De Groene Amsterdammer. Die belangstelling voor maatschappelijke thema's heeft Duyvendak niet van een vreemde. Zijn ouders, die beiden theologie studeerden, waren maatschappelijk zeer betrokken. Net als zijn broer Wijnand Duyvendak, voormalig Tweede Kamerlid en leider van de recente succesvolle GroenLinks-campagne, studeerde hij sociologie, alleen voegde hij daar ook nog een studie filosofie aan toe. Zijn thuisbasis is Amsterdam, al reist hij veel. Naar Amerika bijvoorbeeld, waar hij werkte met Arlie Hochschild, de Amerikaanse onderzoeker die een veelgeprezen boek schreef over het electoraat van Donald Trump: 'Vreemdelingen in hun eigen land'.

U vindt geloof ik dat Nederlanders wordt aangepraat zich niet meer thuis te voelen in hun eigen land? Klopt dat?

"We denken vaak dat onder de bevolking autonome emoties leven en dat Den Haag daar achteraan hobbelt. Maar mensen pikken het op als de politiek voortdurend suggereert dat je je in de samenleving en in de natie thuis moet voelen. Ik zeg niet dat mensen zulke emoties niet hebben, maar als politici die thuisgevoelens verbinden aan de natie, leidt dat tot minder verdraagzaamheid. Want thuis voelen is een exclusieve emotie, die je alleen ervaart bij bepaalde, vertrouwde mensen. Als je stelt dat burgers zich overal moeten thuis voelen, dan doe je alsof medeburgers halve familieleden zijn. En daarvan accepteer je inderdaad niet dat ze heel anders zijn. Dat ze je heel anders groeten bijvoorbeeld. Of dat ze een hoofddoek dragen."

Mensen schetsen van hun eigen thuissituatie vaak een rooskleurig beeld, zelfs als het daar niet veilig ís

Die behoefte je thuis te voelen bij anderen, is anders wél enorm groot, schrijft u in 'Thuis'.

"Wat me inderdaad heeft verrast, is dat je thuis voelen écht een existentiële behoefte is, voor iedereen. Tegelijkertijd viel me tijdens de gesprekken die we hadden op, dat mensen vooral over thuis gingen praten wanneer we de vraag stelden: Waar voel je je niet thuis? Dan begonnen ze te praten en dan hield het ook bijna niet meer op. Dan ging het vooral over gekrenkt worden, over buitengesloten worden."

U beschrijft in 'Thuis' ook een buurt waar de bewoners dat probleem hebben opgelost: de wijk Castro in San Francisco. Homoseksuelen uit heel Amerika stroomden erheen, omdat ze zich elders in het land niet thuis voelden. In Castro hadden ze hun eigen koffiebarren en winkels. Gevolg was dat niemand hen kwetste. Tegelijk was het een totaal homogene wijk.

"Dat maakt het stimuleren van 'thuisgevoel' zo problematisch. Want inderdaad voelden homo's en lesbo's zich in die wijk volkomen thuis. Maar tegelijk tolereerden ze geen 'vreemden'. Zelfs de komst van een Starbucks-vestiging ging hen te ver. Daarom is mijn boek niet alleen een kritiek op populisten, maar ook op vormen van radicale identiteitspolitiek, op mensen die eisen dat ze hun eigen identiteit in de publieke ruimte maximaal kunnen uitleven. Dat gaat altijd ten koste van anderen."

Als je je in je wijk niet thuis voelt, beperkt je thuisgevoel zich misschien tot het eigen huis. Wat zeggen mensen daarover?

"De frustratie ligt vooral in de publieke ruimte; over huiselijk problemen zijn mensen ook niet zo open. Ze praten er niet graag over. Mensen schetsen van hun eigen thuissituatie vaak een rooskleurig beeld, zelfs als het daar niet veilig ís. Dat zie je aan vrouwen die door hun man mishandeld zijn - die gaan vaak te snel terug naar huis. De thuissituatie van Nederlanders is de laatste decennia natuurlijk wel veranderd, alleen al omdat meer vrouwen zijn gaan werken, maar de situatie is nog lang niet zo als in de Verenigde Staten, waar het thuis vaak chaotisch is door driedubbele banen. Wel focust het publieke debat op de wijk en de natie. En dat heeft gevolgen. Een van mijn promovendi onderzoekt het thuisgevoel van bewoners in Amsterdam-Nieuw-West. Vroeger klaagden autochtone bewoners alleen over vreemde 'etensluchtjes', nu klagen ze over 'moslims'. We onderschatten hoe sterk politici zulke gevoelens sturen."

Witte, heteroseksuele mannen hebben ook écht iets verloren. Maar de vraag is hoe erg dat is.
Socioloog Jan Willem Duyvendak

Maar als je een heleboel hoofddoekjes op straat ziet, is het toch niet zo gek te denken dat Nederland islamiseert? Of dat onze eigen cultuur zwak staat?

"Alleen is daar geen empirisch bewijs voor. Uit onderzoek blijkt keer op keer dat we een van de vijf meest eensgezinde landen van Europa zijn. Vrijwel iedereen is hier voor gendergelijkheid en tegen discriminatie van homo's. Zelfs het CDA en de ChristenUnie. Zelfs Nederlandse populisten! En afgezien van een gevaarlijke minderheid, worden de meeste moslims ook steeds liberaler. We gaan steeds meer op elkaar lijken."

Maar die angst voor cultureel verlies komt toch érgens vandaan?

"Ik onderken de angst wel, ik vind hem alleen niet reëel. Wat dat betreft hoop ik mensen met dit boek ook gerust te stellen: Nederland 'islamiseert' niet, we zijn juist een enorm eensgezind progressief land. De ChristenUnie ging zelfs bij het COC langs voordat de kabinetsonderhandelingen begonnen. Het probleem is alleen dat het moderne Nederland nog maar zo kort bestaat, sinds de emancipatiebewegingen van de jaren zestig. Daarom is ons zelfbeeld als progressieve natie nog heel fragiel. We zijn een beetje buiten adem. Je ziet dat heel duidelijk bij iemand als Jan Roos, en bij Thierry Baudet eigenlijk ook. In eigen kring zeggen ze onaangename dingen over vrouwen en homo's. En als de Hema genderneutralere kleding wil verkopen, gaan ze helemaal los over de ondergang van onze cultuur. Maar eigenlijk zouden ze daar helemaal vóór moeten zijn. Ze wilden 'onze' cultuur toch juist verdedigen tegen wat zij zien als conservatieve indringers die vrouwen in boerkini het strand op sturen?"

Het zijn conservatieve mannen die voelen dat hen iets ontnomen wordt.

"Ik wil niks afdoen aan dat gevoel. Witte, heteroseksuele mannen hebben ook écht iets verloren. Maar de vraag is hoe erg dat is. Want voor de meerderheid, waaronder vrouwen en homo's, is het leven een stuk aangenamer geworden. Over tien jaar zul je trouwens zien dat gender- en homorechten nóg breder gedeeld zullen worden. Dus sorry dat ik weer terugkom op dat regeerakkoord, maar we mogen best méér vertrouwen in de toekomst hebben. We zijn al enorm hecht, maar als je het té hecht maakt, wordt het benauwend. Het is goed en wordt alleen maar beter. Behalve misschien voor sommige conservatieve mannen."

Jan Willem Duyvendak, 'Thuis. Het drama van een sentimentele samenleving'. Amsterdam University Press; 224 blz. € 19,99.