Direct naar artikelinhoud

Trump krijgt American Football op de knieën

Dalles Cowboys-eigenaar Jerry Jones knielt op 25 september met zijn spelers tijdens het volkslied. Vorige week verplichte hij zijn spelers plotseling te blijven staan.Beeld AP

De grootste sportbond van de VS trad kortstondig als één front op tegen Donald Trump. Maar de NFL bindt in.

Het was dinsdag een koortsachtig overleg, het gesprek tussen elf teameigenaren, dertien (van wie elf zwarte) afgevaardigden van de spelersraad en leden van de American Footballbond (NFL). Het doel was antwoord te krijgen op de vraag: hoe zorgen we ervoor dat het conflict rond het politiek getinte volksliedprotest, waarin spelers knielen als het volkslied wordt gespeeld, zo pijnvrij mogelijk wordt opgelost?

Het weinig zeggende compromis: spelers zouden moeten staan voor het volkslied, maar de bond gaat hen niet dwingen. En toch lijkt de NFL, de grootste sportcompetitie in Amerika, nu in te binden voor kritiek van buitenaf, vooral die van Donald Trump.

Het knielen is een symbool geworden voor de strijd tegen raciale ongelijkheid

De controverse duurt inmiddels al een maand. Trump zei half september in een speech in Alabama dat de ‘klootzakken’ die geen respect toonden voor vlag en volkslied moesten worden ontslagen. De speelronde daarna knielden bijna tweehonderd American football­spelers tégen Trump. Al ageerden de meesten tegen de ‘klootzakken-opmerking’ in plaats van het oorspronkelijke idee van dat knielen: een discussie opstarten rond ongelijkheid en racisme in Amerika. In de NFL knielden vóór dat moment op één na alleen maar zwarte spelers. Het knielen is, nadat quarterback Colin Kaepernick er vorig jaar mee begon, een symbool geworden voor de strijd tegen raciale ongelijkheid.

Vaderlandsliefde

Trump stapte juist over dat aspect heen. Hij maakte het niet staan voor het volkslied een zaak van vaderlandsliefde. Met gevoel voor symboliek stuurde hij twee weken geleden vicepresident Mike Pence per vliegtuig naar een wedstrijd van de Indianapolis Colts – een trip van een paar uur – die vervolgens bij het volkslied wegliep toen hij zag dat verschillende spelers knielden.

Trumps aanpak had succes. De hoofdzaak van het protest werd diffuus en Trump kreeg weer medestanders. Die draai van honderdtachtig graden werd het meest zichtbaar bij de witte eigenaar van de club met de meeste omzet, de Dallas Cowboys. Jerry Jones knielde drie weken geleden nog mét zijn team voor de wedstrijd, vorige week dreigde hij diezelfde spelers op de reservebank te zetten als ze niet zouden staan bij het volkslied.

Niet veel later leek NFL-baas Roger Goodell ook een handreiking te doen. Hij schreef in een (gelekte) brief aan alle eigenaren dat spelers should stand (‘zouden moeten staan’, niet: ‘moeten’) voor het volkslied. De controverse over het knielen was iets waar de NFL overheen moest stappen ‘voor een eerlijke discussie’. Zalvende woorden, geen ‘totale overgave’ aan Trump. Maar ook geen hard statement tégen Trump.

Dat had een reden. Zowel het statement van Jones als de brief van Goodell kwamen een paar uur nadat Trump, via Twitter, had gedreigd belastingvoordelen die de NFL geniet af te schaffen. De reactie van de NFL was veelzeggend.

Trump riep op de wedstrijden niet meer te bezoeken – en ook die oproep werkt. Bovendien lopen de kijkcijfers al meerdere jaren terug. De laatste weken liggen die zelfs een kleine 20 procent lager dan twee jaar geleden jaar (en 7 procent ten opzichte van vorig jaar).

Ten derde staat de NFL inmiddels op plek zeven in de lijst van merken die voor de meeste verdeeldheid zorgen in Amerika, zo inventariseerde de New York Times. Overigens op 1 in die lijst: Trump Hotels.

Slecht imago

De NFL is zo hard op weg een slecht imago te krijgen. Zeker als Trump in 140 tekens blijft inbeuken op de sport. Woensdag twitterde hij: ‘De NFL dwingt spelers niet om te staan voor het volkslied. Totaal geen respect voor ons geweldige land.’

Heel anders gaat het in de dinsdag begonnen basketbalcompetitie NBA. De teams kregen afgelopen weekend een brief van de bond waarin stond dat spelers ‘are required’ te staan voor het volkslied. Het was de bevestiging van een al bestaande regel, maar de NBA-top voelde de noodzaak dit nogmaals aan te geven.

Het staan of knielen voor het volkslied is inmiddels bijna een erezaak geworden, maar de racisme­discussie moet opnieuw worden gevoerd. De NBA, van oudsher toch al een van de mondigste sportcompetities in Amerika, zette een eerste stap. Voor de wedstrijd van de San Antonio Spurs en de Minnesota Timberwolves werd direct ná het volkslied op een groot scherm een tekst geprojecteerd: ‘We hopen op gelijke kansen voor opleiding en financiële armslag, ongeacht ras, etniciteit, gender en religie’. De spelers haakten tijdens die video hun armen in elkaar. Na afloop volgde luid applaus.