Met hoogseizoen voor de deur hoopt Sint-Maarten op hulp bij wederopbouw

• Dick Drayer

  Correspondent Curaçao

Frontstreet in Philipsburg is schoongeveegd. Net na de passage van orkaan Irma was de belangrijkste toeristische winkelstraat van Sint-Maarten het toneel van plunderingen en geweld.

Ramesh Mahtani heeft een elektronicazaak gericht op toeristen. Zijn winkel was orkaanbestendig. "Maar tegen de plunderingen kon ik niets doen. Alles is gestolen."

Mahtani's zaak gaat snel wel weer open, maar vooralsnog is hij een van de weinigen. "Volgende maand komt er weer een cruiseschip. Maar de twee miljoen cruisetoeristen die Sint-Maarten normaal binnenhaalt, komen dit jaar niet en volgend jaar ook niet, ben ik bang. Veel zaken blijven dicht of gaan failliet als de toeristen wegblijven."

Tegenover zijn winkel ligt hotel Holland House. Van de 55 kamers zijn vijftien nog verhuurbaar. "Maar een deel van mijn personeel woont daar nu. Die hebben hun huis verloren", zegt hoteleigenaar Paul Boetekees. "Ik ga wel door, want de wederopbouw schept ook kansen en ik was verzekerd."

Dat geldt niet voor veel andere hotels en appartementen. "80 procent van alle hotelkamers is niet meer bruikbaar", berekent hoofdredacteur Paul de Windt van The Daily Herald, de grootste krant van het eiland. "Sint-Maarten heeft alleen maar toerisme. Cruiseschepen, die 's morgens komen en 's avonds gaan. Vakantievierders uit Nederland en de regio, die langer blijven en luxe toerisme: grote jachten en privévliegtuigen die hier dollars uitgeven. Alles ligt plat, grote resorts zijn gesloten en gaan misschien niet meer open."

Volgens hem is de bedrijvigheid op het eiland met de helft afgenomen "Mensen worden massaal ontslagen. Ze krijgen vaak wat geld mee, maar eind deze maand is dat op, en wat dan? Van een uitkering kun je hier niet leven."

"En dat niet alleen", zegt Boetekees. "Doordat de toeristische sector plat ligt, hebben ook de taxichauffeurs geen werk meer. De IT-mensen hebben geen computers en netwerken om te onderhouden. Toeleveranciers van ons hotel blijven thuis."

De Windt weet dat veel mensen al zijn vertrokken. "10.000 zijn weg, een kwart van de geregistreerde bevolking. Dat gaat de overheid merken in haar belastinginkomsten." Alle ogen zijn daarom gericht op de wederopbouw en de kansen die dat biedt. "Al dienen de barmannen, chef-koks en baliemedewerkers zich dan wel om te scholen omdat de wederopbouw andere werknemers eist."

Wacht op geld

Dat de wederopbouw snel moet beginnen, is voor niemand een punt van discussie. Als die van de grond komt, kan de economie herstellen, denken zowel De Windt als Boetekees. Maar Den Haag heeft voorwaarden gesteld om de wederopbouw te financieren. 200 tot 300 miljoen euro is toegezegd, maar of dat geld komt is de vraag.

De regering van Sint-Maarten heeft tot 31 oktober de tijd gekregen om akkoord te gaan met de eisen van Den Haag. Er moet een integriteitskamer komen om corruptie te bestrijden en Nederland wil de grensbewaking onder gezag stellen van de Koninklijke Marechaussee. Maar de regering van premier Marlin ziet die voorwaarden als een aantasting van de autonomie, en gaat vooralsnog niet akkoord.

"De meeste mensen willen die hulp sowieso hebben. Die zijn blij met wat Nederland tot nu toe heeft gedaan", zegt De Windt. "Ze hebben gezien wat dat betekend heeft voor Sint-Maarten. Tegelijkertijd zeggen ze: 'hoe kun je daar nou voorwaarden aan stellen?'"

Hoteleigenaar Boetekees hoopt dat de impasse tussen het eiland en Den Haag snel wordt opgelost. Het hoogseizoen staat voor de deur en ze kunnen alle hulp gebruiken om daar nog wat van te maken. "Politieke spanningen kunnen we niet gebruiken. We hebben oplossingen nodig en zo snel mogelijk. Daar is iedereen bij gebaat en zeker de bevolking van Sint-Maarten."