Imams moeten verplicht landstaal kennen

Patrick Dewael.© pn

(Import)imams moeten een opleiding in België volgen en Nederlands of Frans spreken. Dat beveelt de commissie 22/3 aan. Hate speech moet ‘proactief’ bestreden worden in samenwerking met bedrijven als Facebook.

Marjan Justaert

Anderhalf jaar na de terreuraanslagen in Brussel heeft de parlementaire onderzoekscommissie 22/3 een kamerbrede consensus bereikt over haar laatste werf ‘radicalisme’. ‘Het meest ongrijpbare luik’, zei voorzitter Patrick Dewael (Open VLD) eerder in deze krant, en dat blijkt ook uit de conclusies en aanbevelingen waar De Standaard de hand op kon leggen. Eens iemand geradicaliseerd is, is het héél moeilijk om hem weer te deradicaliseren, stelt de commissie vast. Maar radicaal zijn is op zich geen misdrijf. Het is balanceren op de dunne grens tussen de aanpak van het probleem en de vrijheid van godsdienst, en tussen de bevoegdheidsniveaus.

Dé uitdaging, aldus de commissie, ligt op het preventieve vlak en dus grotendeels bij de deelstaten en de lokale besturen. Zij moeten volgens de commissie de buurtpolitie versterken, de maatschappelijk werkers herwaarderen en godsdienstleerkrachten professionaliseren. Er moet een ‘positief tegen- en alternatief discours’ worden uitgerold om weerwerk te bieden aan het wijdverspreide salafisme.

De Moslimexecutieve is volgens de commissieleden niet representatief genoeg: ze moet verbreden en efficiënter worden. Ja, daarvoor mag ze meer middelen krijgen, op voorwaarde dat ze haar rol vervult, onder meer bij de erkenningsprocedure van de moskeeën en de blijvende controle erop. Nieuw is ook dat imams zullen verplicht worden om een opleiding in België te volgen én om één van de landstalen te spreken. Dit om te verhinderen dat importimams uit pakweg Saudi-Arabië hier komen preken zonder dat ze voeling hebben met de westerse samenleving.

Facebook en co.

Terroristen gebruiken graag en vaak sociale media om hun radicale boodschappen te verspreiden. Er moet dus ‘intensiever’ worden samengewerkt met private bedrijven zoals Facebook. Bedoeling is dat er binnen de Nationale Veiligheidsraad (NVR) een verbindingsofficier wordt aangesteld, die contact legt met die sociale netwerksites en internetoperatoren om ‘proactief’ hate speech op te sporen. Zodra daar sprake van is, moeten de sancties strenger worden toegepast. En cours de route werd geopperd om het bezoeken van jihadistische websites strafbaar te maken, maar dat zal alleen gebeuren als ze gebruikt worden voor terroristische zelfstudie (DS 13 september).

De gevangenissen bestrijken een apart hoofdstuk. Volgens de commissie 22/3 kan er een tandje bijgestoken worden: er is nood aan meer deradicaliseringsprogramma’s en meer opleidingen voor extremistische gedetineerden. Cipiers moeten gevormd worden en in elke gevangenis moet er een contactpersoon zijn die informatie uitwisselt met de inlichtingendiensten. Ook de religieuze en spirituele ondersteuning kan beter, luidt het. In dat kader moet het statuut van de islamconsulenten worden verbeterd.

Het meest explosieve hoofdstuk van het rapport, dat over de Grote Moskee, stelde de commissie eerder al voor. Ze wil van de gebedsplaats een centrum voor álle moslims maken in plaats van een ‘bolwerk van salafo-wahabisme’ (DS 10 oktober).

Volgende week wordt het rapport gestemd en besproken in de plenaire Kamer. Intussen is beslist dat er een opvolgingscommissie komt die zal toezien op de uitvoering van alle aanbevelingen.