Direct naar artikelinhoud

Ontheemd en op zoek naar de Marokkaanse droom

Twee jaar geleden verruilde Ghizlan Den Haag voor CasablancaBeeld Deborah Benzaquen

Marokkaanse Nederlanders lijden onder de integratieparadox: Hoe Nederlandser je bent, hoe meer je wordt uitgesloten. Heel wat van hen vertrekken.

Je hebt een hbo- of universiteitsdiploma op zak, voldoet aan alle eisen van de samenleving en bent klaar om je bijdrage te leveren. Als je al een baan vindt, krijg je geregeld opmerkingen naar je hoofd over Marokkanen en moslims, 'jouw soort' die zo moeilijk integreert. Je ziet het in de media, en hoort dit geluid op straat. Terwijl je in Nederland bent opgegroeid en je diploma's hebt gehaald, krijg je het gevoel er toch niet helemaal bij te horen.

Dat is de integratieparadox waar veel hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders mee te maken krijgen, zegt Jaco Dagevos, bijzonder hoogleraar integratie en migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Onder hen leeft vaak het gevoel 'nooit Nederlander genoeg te zijn'.

Marokkaanse Nederlanders merken in Marokko pas hoe Nederlands ze zijn

Apart gezet

Uit het SCP-rapport 'Integratie in zicht?' bleek vorig jaar dat juist hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders zich minder thuis zijn gaan voelen in Nederland. Over het gevoel van 'apart gezet worden', hoorde Dagevos in het SCP onderzoek veel terug. Onder de tweede generatie leeft volgens hem een soort onthechtheid jegens Nederland. "Zij hebben het gevoel alsof ze in Nederland niet thuis mogen zijn, en geen moslim mogen zijn." Dit sentiment wordt volgens Dagevos alleen maar sterker.

Emigreren naar Marokko, Plan B, is de ultieme consequentie. De uitsluiting in Nederland duwt de groep richting het herkomstland, maar er is ook een aantrekkingskracht. Onder Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie leeft vaak een drang naar het herkomstland van hun ouders, zegt Dagevos. Tot voor kort zetten maar weinigen de stap om echt in Marokko te gaan wonen, omdat het land lange tijd niet economisch aantrekkelijk was. Dat verandert nu Marokko zich economisch hard ontwikkelt.

Dat recruitmentbureaus zijn ontstaan in Marokko die hierop inspringen, vindt Dagevos een interessante ontwikkeling. Al verwacht hij geen 'exodus'. Het verschil tussen Marokko en Nederland is groot. Er is corruptie, de gezondheidszorg is minder goed, Marokkaanse Nederlanders worden daar ook als buitenlanders behandeld. Ze kennen Marokko vooral van vakantie en familiebezoek. "In Marokko merken ze pas hoe Nederlands ze zijn."

Maar de druk om Nederland te verlaten is er wel, en dat baart Dagevos zorgen. Volgens hem is er sprake van stelselmatige sociaal culturele uitsluiting in Nederland die mensen nog veel meer raakt dan discriminatie op de arbeidsmarkt. "Mensen worden in allerlei momenten tijdens het dagelijks leven niet behandeld als individuen of burgers van Nederland, maar als buitenlander of moslim." Dat helpt niet om deze jongeren aan het land te binden. "De kansen voor hun toekomst schatten zij op een gegeven moment in het herkomstland groter in." En dat is zorgelijk, zegt hij.

Ghizlan (rechts)Beeld Deborah Benzaquen

'Ik ben gefocust op verdienen'

Ghizlan leeft in Casablanca de Marokkaanse droom. Twee jaar geleden vertrok ze platzak uit Nederland. Nu boekt ze VIP-lounges in exclusieve nachtclubs en organiseert luxefeesten voor rijke Marokkanen.

'Habiba Habiba, waarom stress je mij a zina, a zina? Ik ben op straat, ik ben met dieven, met dieven. Ik denk niet eens aan liefde, ben gefocust op verdienen...' Rapper Boef galmt door de Marokkaanse huiskamer. Vier meisjes in uitdagende kleding en op torenhoge hakken staan voor de spiegel en zingen mee. Ze maken zich op, trekken de bh's recht en tuiten hun lippen voor de selfie met hun telefoon in glinsterhoesjes.

Armoede is vaak je eigen schuld. Het goede leven creëer je zelf.
Ghizlan

Ghizlan (26) zit achterover op haar zwartleren bank. De Nederlandse, Franse of Arabische raps die voorbij komen zingt ze woord voor woord mee. Ze sipt van haar red bull en knijpt haar donker opgemaakte ogen tot spleetjes. De witte blouse die ze vandaag droeg heeft ze verruild voor een buitengewoon sexy zwart jurkje met open rug. Ze is klaar voor een nacht uit met de meiden. 'Ik was op streets en dat nachtenlang, hier zijn de nachten lang, en de dagen kort, Ik heb slaap tekort want ik slaap te kort', rapt Boef.

Luister naar Boef met'Habiba'. Het artikel gaat verder onder de videoclip.

Door het open raam van Ghizlan's appartement op de vierde verdieping komen geluiden van het straatleven in de Marokkaanse stad Casablanca. Auto's toeteren. Families strijken neer bij de pizza- en kebabrestaurantjes. Vrouwen kopen groenten in verlichte stalletjes. Mannen slenteren gearmd langs de straatverkopers met geroosterde zonnebloempitten, vis op houtskool of dampende slakjes in zoute saus.

Sinds twee jaar woont Ghizlan in de economische hoofdstad van Marokko. Ze groeide op in Den Haag, in een spagaat tussen traditie thuis en de realiteit op straat. Daar leerde ze harde lessen. Ze werkte als ICT-netbeheerder. Maar ze wilde meer. Marokko was meer dan armoede en het stoffige Rifgebergte, wist ze door vakanties in Casablanca. In grote steden als Casablanca en Marrakesh komen miljonairs uit de golfstaten en rijke, soms voortvluchtige Marokkanen uit Europa die hun geld uitgeven.

Exclusieve feesten

Na aankomst werkte Ghizlan bij een Nederlands callcenter. Daarvan kent ze veel van de Marokkaans-Nederlandse meiden die nu dagelijks haar deur platlopen. Jong, ambitieus en goed in zaken doen - 'geleerd op straat' - duikt ze in de niche die ze ziet en maakt het leven voor de 'spenders' aangenaam. Ze regelt luxe auto's, villa's, en organiseert geleidelijk aan exclusieve feesten. "In Casa zijn alle ingrediënten voorhanden", zegt ze met een glimlach.

Gestaag en met strakke hand bouwt ze een reputatie en klantenbestand op. Snel en met gemak rekent ze voor wat iets haar oplevert. Alles is hier te koop: veiligheid ("Ik heb overal ogen"), de politie en de concurrent. Corruptie is een investering, zegt ze. "Die slaagt of niet. Je merkt vanzelf of je op het juiste paard hebt gewed." Het is een spel van kennen en gekend worden. Je moet het slim spelen. Haar reputatie snelt haar inmiddels vooruit. "Bij Ghizlan kan je uit je plaat."

Eigenlijk leef ik de Marokkaanse droom
Ghizlan

Het is iets na middernacht. Haar vriendinnen zijn klaar om te gaan. Niet lang daarna scheurt hun witte Range Rover door de leeg geworden boulevards van de stad. Een overgevlogen DJ draait, meisjes dansen om mannen heen. Ghizlan en haar vriendinnen strijken middenin in de club neer, in het afgezette gedeelte voor de VIP's.

Obers vliegen tussen de tafels door. Wodkaflessen van tien liter worden met vuurwerk geserveerd. Ghizlan houdt alles goed in de gaten. Nieuwkomers begroeten haar. Ze kent schijnbaar iedereen. Hier maakt ze haar connecties. In Nederland had ze niets. Nu zit ze hier. "Eigenlijk leef ik de Marokkaanse droom", zegt ze. "Er is altijd wat te winnen en te verliezen. Armoede is vaak je eigen schuld. Niemand heeft mij ooit de hand gereikt. Het goede leven creëer je zelf."

De achternaam is bij de redactie bekend

Hatim FilaliBeeld Deborah Benzaquen

'Man man man, wat ben ik een kaaskop'

Hatim Filali houdt het voor gezien. Binnenkort verruilt hij Marokko weer voor Nederland. "Wij Nederlanders mogen in onze handjes knijpen dat we in Nederland geboren zijn."

De dag dat Hatim Filali (42) Marokkaan werd herinnert hij zich goed. Het was de dag dat hij zijn pasgeboren dochtertje aangaf bij het gemeentehuis. Wat is jullie afkomst? vroeg de beambte. Meppel en Wageningen, antwoordde hij. Nee, nee, ze bedoelde zijn ouders. Filali werd boos. Wat hadden die ermee te maken? De beambte stond erop. Marokko, zei hij uiteindelijk, en legde zijn Nederlandse paspoort op de balie. "En die mogen jullie ook hebben."

Filali dept met donkere ogen een stokbroodje in de gamba's met olijfolie in de Marokkaanse stad Casablanca. Om hem heen luncht de high society van de miljoenenstad met verse vis en witte wijn. Hij komt hier graag. De vele stalletjes op straat met geroosterde sardientjes, spiesjes vlees en kikkererwten vermijdt hij. Liever betaalt hij Europese prijzen in een goed restaurant dan ziek te worden.

Na het voorval bij de gemeente krijgt Filali excuses en zijn paspoort terug. Maar er is iets voorgoed veranderd. Zijn 'afkomst' wordt de rode draad in zijn leven. Als hij van een vriend over Nederlandstalige callcenters in Marokko hoort, is hij verkocht. Hij pakt zijn tas, verkoopt zijn huis en gaat 'terug naar zijn roots'. Uitzoeken hoe Marokkaans hij eigenlijk is. Dat is precies een jaar geleden.

'Niemand is mijn superieur, vriend. Je bent mijn leidinggevende, meer niet!'
Nederlandse Marokkanen hebben moeite met de hiërarchische verhouding op de werkvloer

Vies en gevaarlijk

Filali kijkt op van zijn bord en lacht. En nu wil jij zeker weten hoe Marokkaans ik ben? zegt hij. "Man man man, wat ben ik een kaaskop." Bij aankomst op het moderne treinstation van Casablanca belt hij callcenter CBIS. Vanuit Nederland heeft hij zijn sollicitatie netjes geregeld. "Ik ben er!" Verwarring aan de andere kant van de lijn. Niemand verwacht hem. Zijn nieuwe baan als teammanager blijkt niet te bestaan. Middenin het economisch epicentrum van Marokko staat Filali, tussen hordes arme mensen die al het denkbare op straat verkopen om te overleven. "Het was vies, gevaarlijk en druk. Het leek Mexico City wel."

Hij vindt in korte tijd een andere baan als manager bij callcenter Essent en verhuist naar de Marokkaanse hoofdstad Rabat. Daar is het rustig en groen. Witte villa's van expats en diplomaten staan langs brede lanen. Over de tuinmuren groeien paarse bougainville, rode hibiscus en takken van citroenbomen. Geëmigreerde Fransen genieten in hun voormalige kolonie van de zon en de uitstekende Marokkaanse wijnen. Filali voelt zich beter. Toch vindt hij zijn draai niet.

Hatim FilaliBeeld Deborah Benzaquen

In de eerste maanden leert hij één ding: word nooit teamleider bij een Marokkaans bedrijf. "De mentaliteit is anders." Men komt afspraken niet na, zegt hij. Marokkanen zeggen graag insh'allah, als God het wil. Ofwel: we zien wel even. "Wij Nederlanders houden van duidelijke afspraken." De hiërarchische verhouding op de werkvloer botst. Filali doet zijn baas na en articuleert overdreven Frans. "Je suis ton superieur." Hij ontploft. "Niemand is mijn superieur, vriend. Je bent mijn leidinggevende, meer niet!" Andere Marokkaanse Nederlanders op de werkvloer hebben hetzelfde probleem. "Er braken stakingen uit. Ze kwamen letterlijk in opstand." Het hele project strandde.

In Nederland zorgen we voor elkaar
Hatim Filali

Asociaal

Door het visrestaurant trekt een geur van koffie en sigarettenrook. Asociaal, roken in een restaurant, vindt Filali. Mensen kijken hier niet naar elkaar om, zegt hij. "Ze zijn onbeschoft, bestelen elkaar. Niets is afgemaakt." Zolang de vuilnisman, ober, taxichauffeur en politieagent alleen aan zichzelf denken gaat dit land niet vooruit, zegt hij. En dat is het verschil met het westen. "In Nederland maken we samen wat van het land."

Niet alles is negatief. Post van Nederlandse officiële instanties mist hij niet. In Marokko kan alles, dat vindt hij leuk. Maar de verwachting dat hij in Marokko thuis zou komen kwam niet uit. "Ik hou van Nederland, merkte ik hier. Sterker nog: in Nederland leven we meer naar de basiswaarden uit de islam dan in Marokko. In Nederland zorgen we voor elkaar." Aan Marokkaanse Nederlanders die afgeven op de Nederlandse maatschappij heeft hij één advies: kom hierheen. Dan piep je wel anders.

Filali houdt het voor gezien. In december vliegt hij naar huis. Naar Nederland. Hij komt als een andere Marokkaan op Schiphol aan. "Menselijker en humaner." Niet omdat hij dat in Marokko vond, maar omdat hij dat het meest miste. "Wij mogen met z'n zeventien miljoenen in onze handjes knijpen dat wij in Nederland geboren zijn."

Lees ook: 

Bloeiend Marokko trekt Marokkaanse Nederlanders die een baan zoeken

Een baan in Casablanca: 'Hier borrelt het'